Posts tonen met het label natuur. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuur. Alle posts tonen

zondag 14 februari 2016

Een afwerkplek in de polder?

Bij mijn laatste blogverhaal was een foto van een vogelhuisje te zien, waarbij de toegang voor het vogeltje dicht was. Een vogelhuisje zonder opening... heel vreemd. Ik heb toen de vraag gesteld “Waarom is het vogelhuisje dicht?”  Onder de goede oplossingen wordt een leuke prijs verloot: een dagje mee op stap met de herder en zijn kudde!

De oplossing is: dit vogelhuisje is niet bedoeld om vogels in te laten nestelen, maar in dit vogelhuisje is een “schat” verstopt. Aan de zijkant zit een klein deurtje, ik heb dit open gemaakt en in het vogelhuisje zijn wat spulletjes geplaatst met een papierenlijst waarop de vinder de datum en zijn naam kan opschrijven.
Dit heeft te maken met de sterk groeiende sport “geocaching”. Thuis op internet zoekt de deelnemer de coördinaten van een schat (enkel in Nederland zijn er duizenden schatten verstopt, maar het wordt in de hele wereld toegepast) met behulp van een GPS gaat men op zoek naar de schat. De globale vindplek is vaak makkelijk met een GPS te vinden, maar de sport is om daar dan op die betreffende plek de schat te gaan zoeken. Deelnemers zijn soms uren aan het zoeken naar de verstopte schat. Zo ook bij het vogelhuisje, velen lopen er voorbij.

Wilt u meer informatie over deze sport? Kijk dan eens op: www.geocaching.nl De schat was verstopt in een geriefbosje. Ik vermeldde dit in mijn vorige blogverhaal. Daar heb ik enkele reacties op gekregen! Nee, beste lezers, het is geen “afwerkplek” waar de schapen aan hun “gerief” komen. Het is ook geen plek dat door gemeentes aangewezen wordt om enig persoon tot zijn of haar gerief te laten komen. Nee…….

Met geriefbos wordt een klein bos aangeduid waar in vroeger tijden het hakhout vandaan werd gehaald dat in en rond het huis/boerderij werd gebruikt. Gerief betekent hier te gebruiken. Geriefbosjes waren vaak in gebruik bij boeren. Het hout dat ervandaan kwam werd wel boerengeriefhout genoemd. Hout van matige kwaliteit wordt in het algemeen nog wel zo aangeduid. Een geriefbos wordt vaak ten onrechte voor een pestbosje aangezien.

Een pestbosje (of krengenbosje, rustbosje, veepestbosje of koebosje genoemd) is een historisch landschapselement dat in grote delen van Nederland aangetroffen wordt. Het is een klein met bomen begroeid en vaak met een ringsloot omzoomd stuk land, meestal gelegen aan de rand van een weide. Ver voor de tijd van hygiëne en regels moesten boeren ook van hun zieke en dode vee af. Deze dieren werden meestal begraven in de hoek van het weiland, zover mogelijk bij de boerderij vandaan. Vaak betrof het vee dat was bezweken aan veepest maar ook benamingen als miltvuurbosje komen voor. Dit plekje werd vervolgens overgeslagen met maaien en andere bewerkingen. Hierdoor konden er bomen en struiken groeien. Op de oudere landgoederen en op plekken waar het boerenlandschap niet door grote ruilverkavelingen is veranderd komt men nog wel eens een pestbosje tegen. De kenmerkende ringsloot heeft dan de functie het hout tegen het vee te beschermen.

De onderstaande foto laat het geriefbosje zien waar ik regelmatig met de schapen verblijf. Het is een prachtige plek in Midden-Delfland. De schapen kunnen daar heerlijk ongestoord grazen en ik heb daar dan de tijd om te werken aan mijn nieuwe “sportproject.” Ik vertel er volgende week graag meer over.



zondag 4 januari 2015

Berusten

Het is 3 januari 2015 en voor mij de eerste dag in het nieuwe “schapenjaar”.
Net een paar graden boven nul, een gure wind en de regen geselen mijn gezicht, mijn handen zijn ijskoud. Mijn handschoenen zijn niet waterdicht en dat resulteert in een onaangenaam gevoel.
Ik zie geen sterveling buiten in de polder. Ja oké, een verdwaalde hondenbezitter: handen in zijn zakken, hoofd omlaag en boos kijkend naar zijn viervoeter, want het duurt natuurlijk veel te lang.

In de polders waar ik loop zijn geen bushokjes, geen viaducten, geen huizen of schuren om te schuilen, dus… “gelaten” neem ik het weer zoals het komt.
Ik mijmer wat, observeer de kudde en stel mijzelf de volgende vraag: “Hoe komt het nu dat wij zo vaak met het weer bezig zijn?” Elk uur horen we de weersverwachtingen op de radio, op de tv zenders worden de nieuwsuitzendingen afgesloten met “het weer” en Piet P. is hierdoor zelfs een bekende Nederlander geworden.

Tegenwoordig raadplegen we zelfs sites en apps over het weer. “Buienradar” is voor menigeen een begrip geworden. “Informatievoorziening” spreek ik mijzelf toe. Dat doe ik wel eens meer als er niemand in de polder is. In het begin dacht ik: misschien moet ik het er met mijn huisarts eens over hebben, dat in mijzelf praten. Maar ach, zolang schapen en hond het niet als storend ervaren, denk ik dat ik het maar zo laat.

Terug naar de buienradar: het is inmiddels méér dan informatievoorziening!!! Wij mensen zijn zover gezonken dat we 's ochtends na buienrader gezien te hebben, besluiten om 's avonds niet naar buiten te gaan want “Buienradar” zegt… Wij laten ons dus leiden/sturen door een app! Nogmaals, bloglezers…. Een “appje” bepaalt tegenwoordig voor veel mensen, wat we wel of niet gaan doen.

Ik kijk naar de kudde en zie geen enkele stress bij de dieren, ze staan met de kont in de harde wind, het plenst en het regenwater stroomt over de vette vacht naar de grond, de ondergrond is zompig en hun pootjes zakken vijf, zes centimeter in de bodem. En toch… wat een rust, geen stress, geen gezeur, ze grazen wat of herkauwen.
Natuurlijk heeft het weer invloed op dieren, maar bij schapen zie je altijd dat ze het weer gewoon accepteren. Ze “berusten” er in.

Vind ik wel een mooi woord “berusten”, daar zit het woord: RUST in. De kudde is RUSTig en blijft RUSTig. Waarom? Ze hebben geen andere keuze, het is nu eenmaal zo. En wij mensen? Wij hebben of maken altijd keuzes. Wij maken altijd vergelijkingen. We hebben pak weg tien dagen in het jaar “mooi” weer en verder is het altijd te koud, te nat, te heet of te veel wind, het is altijd wat.
Als we het weer accepteren zoals het komt en er in berusten, dan zou dat veel minder stress, geklaag en gemopper opleveren. Kijk maar naar de schapen.

Hond Kita kijkt mij aan en wil zeggen: “Hou eens op met dat gepraat in jezelf, zullen we nu een stukje gaan lopen?” En ja, het wordt weer eens tijd om de benen te strekken, ik geef mijn vriend een commando en zij regelt verder dat de kudde ook de benen, uuuhh, poten strekt en we gaan op pad.
Tot slot zeg ik nog tegen mijzelf: “Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel”. En ik neem me voor om toch eens te gaan kijken bij Bever of er waterdichte handschoenen bestaan.

Voor alle bloglezers en mijzelf wil ik het volgende toewensen:
Heel veel gezondheid voor het nieuwe jaar en… Voor wat betreft het weer in 2015, maar ook voor al die kleine onbelangrijke dingetjes als een kapotte printer, een vlek op je broek/jurk, een lekke band, de vuilnisbak vergeten buiten te zetten, een deukje in je auto, even geen bereik voor telefoon of iPad… doe en denk net als de schapen… berust er in.

foto: Jeannemieke Hectors


donderdag 1 januari 2015

Kunnen schapen vliegen?

Dit is natuurlijk een rare vraag, maar ik kom erop omdat ik aan het begin van het nieuwe jaar alle mails, notulen en foto’s van 2014 even wil ordenen, zodat ik 2015 met een schone lei kan beginnen.

Regelmatig komt er een schoolklas bij de kudde ter educatie. Je kent ze wel: een klas uit de binnenstad, kids zitten hele dagen aan de computer of voor een groot flatscreen en spelen misschien een paar keer week op een Johan Cruyff Court, gemarkeerd door hoge hekken (anders rolt de bal op de tramrails of de honden kunnen vrij op de middenstip een drol draaien).

De kids hebben één keer per maand een les over natuur en 2x per jaar gaan ze de stad uit. Als ze mazzel hebben kan er nog een bus gehuurd worden en rijden ze naar Drievliet of heel misschien naar de Efteling en één keer per jaar mogen de kids naar de natuur: naar de dierentuin, een bijen imker of… naar de schaapskudde.
Vreemd, maar ik besef dan pas dat deze stadskinderen niet weten wat een “kudde” is. Ze hebben wel eens een schaap gezien op de kinderboerderij, maar dat was er meestal maar één.

Het is voorjaar 2014, ik loop met de kudde en alle lammetjes in de polder, het zijn circa 400 dieren. Een geweldige imponerende ervaring voor kinderen die dit nog nooit mee gemaakt hebben.
De kids kijken hun ogen uit en vinden het geweldig wat het hondje allemaal kan. Ik doe de spannende uitleg van de hond: de hond stamt af van de wolf en de schapen zijn bang van een wolf, daarom beweegt de kudde.
De kinderen vinden het geweldig als ik na de commando’s over ga op fluitsignalen. Eén kind merkt op: “Het lijkt net of de herder met een joystick werkt, want het hondje doet precies wat de herder wil met het fluitje”.

Na een uurtje zijn de kinderen aan de massaliteit van de kudde gewend en dan komen de vragen over het hondje, over wat schapen eten, waar de schapen slapen? Of… “Kunnen schapen zwemmen?” “Ja,” antwoord ik dan,“Als een schaap van de brug valt en dat gebeurt nogal eens, dan zwemt hij naar de kant en dan trek ik het schaap uit de sloot.”
Met grote ogen kijken de kinderen en de juffrouw mij aan. “Kunnen schapen vliegen?” is de volgende vraag. De juffrouw begint te lachen, maar de kinderen niet, want ze weten het tegenwoordig gewoon niet met al die games en animatiefilmpjes; de kinderen worden zo vaak voor de gek gehouden. Ik kijk de juffrouw een beetje boos aan en vervolgens geef ik kort antwoord aan de kinderen.

“Ja, soms als ze bang zijn, kunnen schapen vliegen.”
“Herder, kunt u dan een schaap bang maken, dan kunnen we dat zien, want de juffrouw gelooft het niet.”
“Nee, dat doe ik niet, want ik vind het zielig om een schaap bang te maken. Weet je wat, als het een keer gebeurt, dan maak ik een foto en zet hem op mijn blog.”
Beloofd is beloofd en bij het “opruimen van mijn bestanden” kwam ik deze foto tegen:

foto: Leo Olsthoorn
Eén schaap was in het water gevallen en de herder haalt het schaap uit het water, het andere schaap was zo geschrokken dat hij over de brug vloog!!!!!!

maandag 29 december 2014

Gelukkig!

Tweede kerstdag in de vroege ochtend ben ik weer op zoek gegaan naar de kudde samen met vriend Arie. Arie is ook herder en heeft ook een hond: een grote waakhond, dus niet geschikt voor bij de kudde.
Arie loopt vaak mee in het weekend en heeft zich geconformeerd aan het herderschap: lange jas, hoed, herdersstok. Alleen de hond ontbreekt, best jammer, want zonder hond moet je zelf veel meer hollen!

Wijselijk heeft Arie dus de keuze gemaakt om dan maar met mij en mijn border collie Kita op pad te gaan, maar... dan moet de kudde er wel zijn!
De hele ochtend gezocht maar niets gevonden en rond 12 uur waren we weer terug bij boerderij.
Het is lekker weer en we kijken uit naar de bezoekers. Via dit blog en kranten hebben we een oproep gedaan om mee te helpen met het zoeken naar de kudde. We vroegen ons af hoeveel bezoekers er zullen komen 50? 100?

Om 14 uur komen de eerste bezoekers bij de boerderij. Vrijwilligster Lucia had zelf kerstkoekjes gebakken en dat smaakte best bij een kop koffie. Rond 14.30 uur begonnen de bezoekers met de speurtocht en een goed half uur later had de groep eindelijk de kudde gevonden. De kudde liep tussen de bosschages in de buurt van Schiedam.

"Ik ben meneer Kerst Man en hoe heet jij?"
Tussen de kudde liep een opgewonden standje, rood pak aan, met witte baard en een stomme muts op. Deze meneer had de kudde meegenomen en was de weg kwijtgeraakt, maar hij was ook figuurlijk de weg kwijt, wat een druktemaker!
Gelukkig waren er heel veel kinderen meegekomen, zij konden de netten open zetten en zij wisten de weg terug naar de boerderij. Alle kinderen hielpen mee: de wegen moesten afgezet worden voor het aankomend verkeer en de achterste schapen moesten aansluiten bij de kudde.

De kinderen sluiten het erf van de boerderij af.
Rond 16.00 uur was de kudde gelukkig weer op de boerderij. Er was warme chocolademelk en iedereen warmde zich aan het kampvuur. Herder Arie en ik kijken terug op een geslaagde middag, er waren tussen de 200 en 250 bezoekers, we hebben veel blije gezichten gezien en de kudde is weer terug!

Lekker warm!
Dank aan alle bezoekers en natuurlijk ook de vrijwilligers van Vockestaert. Ik wens je een fijne jaarwisseling.

P.S. Als je nog wilt weten wat de uitslag was van de speurtocht, vraag het via info@lexthoen.nl




zondag 7 december 2014

Een en tachtig

Het dinsdag begin december en bij het begin van de ochtend is er rijp te zien op de grasvelden. Het heeft licht gevroren en het is fris in de polder.

Met dit weer blijven veel mensen thuis, het nodigt de mensen niet uit om een lekkere wandeling te gaan maken. Voor mij is het een rustige, stille dag, geen dagjesmensen en geen groep bij de kudde. Ik zie in de verte een enkele hondenbezitter en zwaai gemoedelijk naar hem of haar.
De dag kabbelt voort, tijd voor een krantje is er wel maar ik vind het te fris om lang stil te zitten, ik kuier wat langs de rietkragen en ruim wat blikjes powerdrank, wietzakjes en lege zakjes chips op. Deze (jeugdige) vissers recreëren naar harte lust in hun tentjes langs de waterkant, maar hebben blijkbaar net dat stukje opvoeding gemist waarin verteld werd dat men na afloop ook de rotzooi op moet ruimen en mee moet nemen.

Ik besteed nog wat tijd om met de jonge hond Spyck te trainen. Spyck zit niet vast aan een lijntje, ze loopt rustig mee met de kudde. Samen de kudde drijven in voorwaartse richting doet ze goed. Spyck beheerst het “op 12 uur” blijven nog niet. Dit is ook moeilijk te oefenen met 150 schapen. Normaal gesproken beginnen de lessen met een jonge hond met 4 tot 6 schapen en dan is er veel beter en sneller overzicht voor de handler (herder). Werk aan de winkel voor het komende jaar.

Verder nog wat meegemaakt? Ja…

Aan het einde van de middag zie ik in een van de vaarten tussen het riet door een kano met daarin een man. Doodstil, hij beweegt niet. Ik kijk het een minuutje aan en de man beweegt nog steeds niet! “Verdorie,” denk ik, “Die man is onwel geworden, verdomme, nou moet ik zo meteen nog het water in ook.”
Ik loop naar het riet toe en spreek de man toe, gelukkig hij beweegt. Hij was bezig met om foto’s terug te kijken op zijn toestel. Niets aan de hand dus, ik ben een beetje opgelucht en we raken aan de praat. We delen onze interesses, de natuur, Midden-Delfland, de schaapskudde etc.

Al pratende kwam ik er achter dat ik hem al meer gezien heb op de wateren in Midden Delfland. “Bent u regelmatig op het water?” vraag ik hem. “Meneer, èlke dag, het hele jaar door, behalve als het vriest! Ik woon in Delft, pak mijn fiets en elke dag rij ik naar Schipluiden, want daar ligt mijn kano en dan vaar ik over de Vlaardingse Vaart naar de Vlietlanden. Ik vind het heerlijk om foto’s te maken, Ik heb wel zo'n modern toestel, maar ik laat nog gewoon de foto’s afdrukken op papier.”

“Zeker wel koud zo stil op het water?” vraag ik hem. “Welnee meneer, bij U daar op de kant is het koud, want u voelt de wind. Ik vaar meestal langs de rietkragen en dan ben ik in de luwte.” “Tja,” zeg ik, “Dat is wel slim, maar laat ik dat nou maar niet proberen, want dat wordt een zooitje met al die schapen in het riet.” We praten nog even kort over wat 'wij, buiten-mensen' in de winter voor kleding moeten hebben en het gesprek loopt ten einde. Tot slot vraag ik hem: “Mag ik u naar uw leeftijd vragen?”

“Ik ben 81…”

Hij steekt zijn hand op en peddelt langzaam verder…  en ik neem mij voor om tegen niemand, maar dan ook echt tegen niemand, te zeggen dat ik het deze dag koud heb gehad. Ik zet mijn kraag op, steek mijn handen diep in de zakken en ik loop tegen de oostenwind in naar de boerderij, nog een uurtje te gaan. In gedachten neem ik mij voor dat ik met mijn kudde in de Provence (Frankrijk) loop, 25 graden met een heerlijke zonnetje. En het helpt... een beetje, brrrrrrrr.


dinsdag 25 november 2014

Gelijkgestemden

Vorige week dinsdag was het een heerlijke dag in de polder, een schraal novemberzonnetje, weinig wind en alle tijd voor mijzelf, want er was geen groep gepland.

Ik breng al kuierend de ochtend door, eet een boterhammetje, drink een bakkie koffie, neem in gedachten enkele nieuwe ideeën door, kuier weer een stuk en neem de veranderde natuur waar: de ooien zijn gedekt, de bladeren vallen en de winter zal over enkele weken zijn intrede doen.

Ondanks het mooie weer is het erg rustig in de polder. Aan het einde van de middag zie ik in de verte een stel met de fiets in de hand wachten totdat ik met de kudde, lopend over een smal pad, arriveer op de parkeerplaats.
Er worden enkele vragen gesteld over de kudde die ik enthousiast beantwoord. Beleefdheidshalve vraag ik aan het stel: “Lekker aan het fietsen in de polder?” De vrouw antwoord: “Ja, lekker hoor, maar HIJ (knikkend naar haar man) moest nog naar een vogel.” Nieuwsgierig vraag ik: “Vogel?” “Ja,” antwoordt de man enthousiast, "gisteren op Waarneming.nl las ik dat de buidelmees in dit gebied is gesignaleerd. Maar helaas, ik heb hem niet kunnen vinden vanmiddag.” “Jammer.” zeg ik, “Ik heb hem ook niet gezien.” Enigszins teleurgesteld nemen we afscheid.

Mijn tocht gaat verder en nog geen half uur later vlakbij de nachtweide, kom ik op het wandelpad tussen het riet een man tegen. Typisch een “vogelaar” dacht ik. Groene jas, spijkerbroek, een ingeklapt statief onder de snelbinders en de onmisbare verrekijker aan een touwtje hangend op zijn buik. “Rustig in de polder.” zeg ik, doelend op het feit dat er ondanks het mooie weer nagenoeg geen mensen in de polder zijn.
“Ja, klopt”, antwoordt hij, ”Heb wel een zilverreiger en wat ooievaars gezien, maar het is inderdaad rustig.” Oja, dacht ik, die zit natuurlijk in een andere “wereld” dan ik. Dus snel schakelen “Ehh…. Maar meneer heeft u al de buidelmees gezien?” Hij kijkt mij aan of hij water ziet branden… “Maar ehhh, hoe? Ehh... Heeft u hem wel gezien dan, herder…?” stotterde hij. “Nee,” antwoordde ik op de bluf, “maar ik heb hem wel gehoord, dacht ik.” De vogelaar maakt snel zijn jas open en haalde zijn camera te voorschijn, binnen een minuut liet hij een filmpje zien dat hij deze middag gemaakt had van... de buidelmees.

Vol enthousiasme begon hij bij de beelden te vertellen over dit zeldzame vogeltje. 200 meter verderop voorbij de houten brug, bij wat riet had hij de opnames gemaakt. Het was een mooi vogeltje, insecten etend van een lisdodde, roodbruin ruggetje, een opvallend zwart gezichtsmasker en een vaal witte onderkant met de grootte van zeg maar.. een meessie. De vogelaar klapt zijn camera dicht en neemt met een grijns van oor tot oor en pretoogjes afscheid van mij. Tja, ik begrijp dat wel, een vogelaar is altijd alleen, honden en hondenbezitters zijn zijn vijanden, maar nu, nu was hij iemand tegengekomen die mee kon praten over de buidelmees. Wij waren gelijkgestemden!

Dezelfde week, vrijdagmiddag weer gelopen met de kudde. Ik ben weer in de buurt van de waterpartij met lisdodden. Ik wil niet zeggen dat “ze” in files liepen, maar ik kwam ze overal tegen op de onmogelijkste plekken, de mannen met de verrekijkers. Zoekend, sluipend en soms helemaal de verkeerde kant op lopend. En dan fluister ik: Psssttttt, buidelmees?” “Ja”, knikt de verrekijker. “Verkeerd,” fluister ik, “teruglopen, 2de bruggetje links, bij de lisdodde.” Dankbaar gaat een duim omhoog, tjaa, gelijkgestemden, hè!

P.S. ‘s Avond nog even gegoogled op “buidelmees” want ik weet heel weinig van vogels en het klopt: roodbruin ruggetje, opvallend zwart gezichtsmasker en een vaal witte onderkant (het staat in België zelfs op de rode lijst als zeldzaam).


foto: Marek Szczepanek

zondag 26 oktober 2014

Hond Kita op vakantie in Frankrijk

Wandelvakantie
Een paar keer per jaar verzorg ik wandelvakanties in Frankrijk, in de Morvan, een prachtig natuurgebied met meren, bossen, landerijen en met een middengebergte van 300 tot 900 m hoogte.

De wandelgroep, ongeveer 25 personen, loopt elke dag in een andere omgeving. Als gids ga ik altijd voorop en natuurlijk gaat hond Kita altijd mee. Ze loopt dan 100 m vooruit, gaat aan de kant liggen en wacht totdat ik eraan kom en hoopt dan op een commando. Maar in zo’n wandelweek ben ik gericht op de wandelaars en ben dus (voor de “buitenwereld”) weinig bezig met de hond. Maar lichaamstaal of een fluisterend woord is voor Kita al voldoende om de volgende run in te zetten.

Al snel verwondert de groep zich over het gedrag van de hond. Kita weet al heel snel de routes die ik met de groepen loop. Bij een kruispunt in een bos weet zij al dat ik daar hoogstwaarschijnlijk linksaf ga. Ze gaat dus links het pad in, gaat liggen en wacht totdat ik er ben.
En na één dag al hoor ik de wandelaars zeggen: “Die hond wijst ons de weg”. De focus van de Kita is altijd op mij gericht en laat dus een onvoorwaardelijke trouw zien. Volgzaam, alert en met plezier is mijn maatje dus de hele dag bij ons. Dat gaat zo de hele week door. Als ik stop voor een anekdote of een korte vertelling, ligt Kita aan de kant te wachten en zodra ik beweeg, beweegt Kita.

Demonstratie
Op de laatste dag van de afgelopen wandelweek gebeurt er iets bijzonders. Deelnemers genieten, houden zich kranig, maar ik zie dat enkelen moeite hebben met het tempo, dus las ik af en toe een rustmoment in.

Het is aan het einde van de middag, we lopen over een heuvelachtig landschap met wat bossen en weilanden. Ik stop bij een hek bij een weiland en verderop lopen zo'n 10 schapen te grazen. De groep sluit aan en luistert. Eindelijk tijd voor een korte demo. Ik geef aan dat ik op 30 m afstand nog steeds kan fluisteren met mijn hond, "Maar..." zeg ik:“Ik heb géén toestemming, ik ken de schapen niet en Kita kent de schapen ook niet! Dus als er iets gebeurt, dan roep ik Kita direct terug.”

Het is muisstil, ik open het hek en Kita rent de wei in, direct fluister ik het commando “lie down” en direct ligt Kia af in het weiland, 30 m vanaf het hek. Ik fluister het sluipcommando “easy” en Kita sluipt naar de kudde. Dan, op 50 m afstand, leg ik haar weer af. Ongeloof op de gezichten van de wandelaars. Dan leg ik uit dat ik Kita op “12 uur” ga leggen. Met andere woorden ik stuur Kita in een boog om de schapen heen, zodat Kita achter de schapen is. De schapen behoren dan te schrikken, zoeken elkaar op en worden door de hond naar voren naar mij, de herder, gebracht.

Ai!
Dat wil zeggen... zo behoort het spelletje te gaan, maat het loopt dit keer anders! De schapen zien misschien voor het eerst van hun leven een hond. De schapen groeperen (kuddegedrag) en de leider kijkt Kita strak aan. Kita neemt dezelfde positie in en kijkt de kudde aan (the eye). In zo’n situatie moet de hond zoveel “druk” uitoefenen dat de kudde terugdeinst en Kita sluipt dan naar de kudde, zodat de kudde in beweging blijft.

De leider van de kudde deinst echter niet terug. Uit nieuwsgierigheid of om zijn kudde te verdedigen stapt de leider, gevolgd door de overige schapen, langzaam op Kita af!
Helaas... Kita geeft te weinig druk en wijkt uit naar links. Gevolg: de kudde loopt ook naar links. Daarna wijkt Kita uit naar rechts, de leider ook, dus ook de kudde loopt naar rechts. Voor de buitenstaander is dit een koddig gezicht: “Ooh, kijk eens, de schaapjes volgen allemaal de hond, geweldig!”

Voor mij als herder is dit een situatie die ik te allen tijden wil en moet voorkomen. Als het mijn eigen kudde in Midden Delfland is, zal ik direct ingrijpen en snel mijn assistentie verlenen om samen “druk” te zetten op de kudde zodat de kudde toch uitwijkt en mijn hond aanspoort om de kudde langzaam op te “drijven”.

Applaus
Maar… dit is niet mijn kudde, dit is niet mijn land, dus fluit ik snel mijn hond terug naar het hek. 10 meter voor het hek fluister ik nog één keer: “lie down” en direct ligt Kita af. Ik open het hek en roep Kita. Langzaam loopt Kita naar het hek toe (jammer baas, ik had nog zoveel zin...). Op het moment dat Kita door het hek gaat, klappen 25 vermoeide wandelaars luid voor de hond.

Ik was van plan om alles uit te leggen, maar… ik laat het maar zo. We vervolgen onze weg en met trots luister ik naar de complimenten en de verbazing die men uitspreekt over Kita.

In het midden de oude hamel van onze eigen kudde.

zondag 28 september 2014

Een groep bij de kudde

Wekelijks heb ik wel een groep bij de kudde, een groep van een basisschool, een bedrijf, een gezin, maar ook vaak een groep uit de psychiatrie.
Cliënten die ambulant geholpen worden: ze wonen thuis en krijgen van tijd tot tijd ondersteuning van bijvoorbeeld een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, of chronisch psychiatrische cliënten: zij hebben ernstige psychiatrische problemen en verblijven in een instelling of een psychiatrisch ziekenhuis.

De laatst genoemde groep kwam deze week bij de kudde.
Sommige bezoekers zijn apathisch, willen amper een hand geven en willen eigenlijk alleen maar koffie, een sigaretje en rust in hun hoofd. Deze mensen zitten niet te wachten op een verhaal over begrazing, ecologische veranderingen in het landschap etc.
Nee, het enige wat hun aandacht kan trekken, is de hond! Daar begin ik dan ook snel mee. Het is fascinerend om te zien hoe de hond Kita kan en wil werken. Kita is de "eyecatcher" en als de deelnemers dit eenmaal een minuut of 20 gezien hebben, is het ijs gebroken. Dan worden er vragen gesteld.

De volgende stap is dat de bezoekers voorzichtig zelf gaan drijven (zonder hond!). Dat is een prachtig gezicht: de hond aan de kant en de deelnemers lopen over de drassige weilanden om de kudde in alle rust ergens naar toe te brengen. Hoe rustiger de deelnemers, hoe rustiger de schapen. Deze activiteiten vergroten het zelfvertrouwen van de bezoekers.
Zij krijgen een positieve ervaring in een natuurlijke omgeving, de blauwe lucht, de groene weilanden, de rust en de wind door de haren. Geen gehaast, geen stress... tenzij de kudde over een single track (smal paadje) gestuurd moet worden.

En soms doe ik dat met een groep. En dan moet je plotseling over een smal bruggetje van 80 cm breed, 300 schapen vinden dat eng en willen eigenlijk allemaal tegelijk er overheen. En ALS er dan een schaap van de brug af valt, hoe reageert de groep dan...? Dat moet wel fout gaan of....?
Hoe dat afloopt, schrijf ik ik een volgend verhaal!

Archieffoto: herder Ton met de kudde in 2012.


zondag 21 september 2014

Iedereen heeft zijn kwaliteiten

Van de week weer eens met de kudde gelopen zonder een groep. Ook wel weer eens lekker: alleen met de kudde en mijn hond Kita. En trouwens ook met de pup van Kita, Spyck (inmiddels 7 maanden oud). Echt een jonge hond: wil graag werken, met een goede drive en overenthousiast, zeker in het begin!

Om de schapen van de nachtwei te halen gebruik ik Kita. Ze werkt rustig en geeft veel minder “druk” dan de jonge Spyck. Eenmaal aangekomen in de te begrazen percelen laat ik Spyck los, om haar wat te trainen. Ze rent met volle passie om de kudde, linksom, rechtsom. Ze pakt het goed op, maar maakt natuurlijk nog veel fouten. Voor mij is het nu belangrijk om wel te corrigeren als het echt fout gaat, maar ik moet oppassen dat ik haar niet vergelijk met Kita. Spycky moet vooral enthousiast blijven om te willen werken, ze mag dus niet te veel op haar kop krijgen, want dat is dat niet goed voor haar zelfvertrouwen.

Maar… wat vinden de schapen en de evt. toeschouwers daar nu van? Wel… de schapen gaan liever met Kita op stap. Haar zijn ze gewend en ze is de rust zelve bij de kudde, dat voelen/weten de schapen. Géén stress en altijd tijd voor een hapje gras.

Spycky daarentegen zorgt voor een heel ander beeld: er is onrust in de kudde en alle schapen staan op een kluitje bij elkaar. Terwijl ik Spycky aan het trainen ben, zie ik dat ik al enige tijd gefilmd word door een oudere heer in een scootmobiel.

Niet wetende wat hij met die beelden gaat doen vind ik het, in het kader van de pr, toch beter om Spyck aan de kant vast te zetten en “voor het plaatje” verder te gaan met de ervaren Kita. Ik maak even kennis met meneer en leg kort uit dat Spyck nog eigenlijk een pup is die nog alles moet leren. “Maak ook even wat beelden van Kita, ik zal haar aan het werk zetten”. Alsof Kita het aanvoelt: uiterst geconcentreerd werkt ze precies en luistert subliem naar elk commando. Zonder het te laten merken ben ik toch wel trots op haar. 

Meneer blijft maar filmen en na 10 minuten leg ik Kita af, loop naar meneer toe en wil hem een hand geven. Hij pakt met beide handen mijn hand beet en zegt: “Geweldig, dank u wel, wat een prachtige dag!” Allebei hebben we een glimlach op ons gezicht en we nemen afscheid. Ik kijk hem na. Hij stuurt zijn scootmobiel behoedzaam langs 3 hoopjes schapenkeutels en rijdt vervolgens met gepaste snelheid kaasrecht over het smalle grindpad. Kijk… dat kan ik dan weer niet…


Lekker aan het werk: grazen.

dinsdag 16 september 2014

Een gevulde boezem

Elke week ontmoet ik passanten bij de kudde. De één zegt “Goedemorgen” en loopt door, de ander begint een heel verhaal.

Deze ochtend ontmoet ik een jonge moeder, joggingpak aan, het lange blonde haar losjes in een staart en naast haar een jonge aangelijnde hond (een zwarte). “Goedemorgen,” zeg ik, “lekker aan de wandel?” “Ja,” zegt ze, “de hond kan straks lekker los en het is hier zo heerlijk rustig.” We zeggen elkaar daarna gedag en een ieder gaat zijn weg.

Na 1,5 uur zie ik haar in de verte weer verschijnen en ze komt vrolijk naar mij toe met de hond, genaamd Victor, weer aangelijnd. Ze begint weer een praatje: “Victor was opeens met een muisje aan het spelen en dat vond ik zielig en toen heb ik het muisje maar opgepakt en meegenomen.” Ik kwam niet verder dan: “Ooh.” Ze ging verder: “Wil je het muisje zien?” “Ja hoor, leuk!” zei ik, maar voordat ik kon vragen waar dat muisje dan zat, opende ze haar sweater (een grijze).
Ze trok de rits helemaal naar beneden. Haar BH was nu goed zichtbaar (een rode). Ze trok haar BH (nogmaals... een rode)  schuin naar beneden en ja hoor, daar zat een klein veldmuisje (een bruine) piepend tegen haar welgevormde borst (een witte).


Ik ben niet verlegen en weet meestal snel een antwoord te geven, maar nu moest ik toch even naar woorden zoeken.  “Ehhh, leuk,” zei ik, “het muisje heeft het wel lekker warm zo.” Ze sloot haar BH (juist.. die rode), trok de rits van de sweater weer omhoog en zei: “Ja dat is wel lekker warm voor het beestje, nou, doei, ik ga weer!” en ze stapte met haar aangelijnde hondje (een zwarte) naar haar auto (een groene).

Ik keek haar na en dacht aan… het muisje. Tja, een bruin muisje lekker warm tegen een witte borst.
’s Avonds thuisgekomen vroeg mijn vrouw mij: “En , hoe was het vandaag?”  “Leuk, het was een héél kleurrijke dag.
En ik dacht aan het muisje, het was een witte... o nee, het was een bruine…..