zondag 29 mei 2016

Stilte

Het is half mei 2016, een mooie dag in de polder. De hele dag is er wel aanspraak bij de kudde. De ene keer is het een wandelaar, dan weer een opa met kleinkind op de fiets, of een bekende komt even een praatje maken.
In de middag als ik bij het fietspad staat, hoor ik regelmatig een brul van een wielrenner. Dat zijn de Westlanders die de luxe hebben om op een dinsdagmiddag hun trainingsrondje te kunnen maken. Tijd voor een praatje is er dan vaak niet (“er moet getraind worden!”) maar een brul is voor mij voldoende, de meesten ken ik, het is goed zo.

Ontmoeting
Aan het eind van de middag ontvang ik 2 jonge mensen bij de kudde, het is een stel.
De contacten zijn gelegd via de mail. Ik ken ze niet. Nooit ontmoet. De vraag per mail was: “We willen graag een ervaring op doen met natuurbeleving.”

20 minuten voor de afgesproken aankomsttijd is er nog even telefonisch contact. De bezoekers komen uit de stad. Uit Den Haag en zijn nog nooit in Midden-Delfland geweest. Via de telefoon waarschuw ik mijn contactpersoon nog even om niet op de navigatie te vertrouwen, want het is al menig keer gebeurd dat bezoekers over de nieuwe verlengde A4 gestuurd worden en dan is men soms wel een uur heen en weer aan het rijden. Want de afslag naar onze boerderij is niet in het systeem opgenomen.

Iets verlaat komt er een knots van een auto aanrijden. Het stel stapt uit en… ik zie een jong stel, net even in dertig, schat ik. Laat ik ze Marieke en Carlos noemen. Beide goed, netjes gekleed. Het zijn hoogopgeleide mensen. Hij advocaat. Zij werkzaam in de psychiatrie.
Mijn eerste indruk? Hmmmmm…. leuk stel, maar meer een stel wat je vaker op de boulevard van Scheveningen ziet. Of op Denneweg in Den Haag, een straat met allemaal leuke restaurantjes, “The place to be”, dus tja, hoe zeg je dat? Een yuppenstel ? Ja… en dat wil natuurbeleving? Goed, ik zie wel. Ik ga er open in.

Praten en luisteren
Wat volgt is toch een bijzondere aangename middag met twee jonge mensen die vol overgave naar mij luisteren.
Ik vertel met passie over mijn kudde, over mijn hond, over Midden-Delfland, over de leider van de kudde. Over de groepen die ik bij de kudde ontvang, over autistische kinderen, over mensen die ernstig ziek zijn en hun troost en toch ook hun kracht vinden bij de kudde.

Na een uurtje neem ik een “break”. Ik ga op enige afstand van het stel, gewoon even lekker in het gras zitten. Hond Kita naast mij. De meeste schapen zoeken iets verder een bosje op, waar ze heerlijk hun vacht kunnen schuren tegen de bomen. “Nog een weekje en dan gaat de jas uit” denk ik. “Het wordt warmer, het wordt tijd dat ze geschoren worden.”

Marieke zit ook verderop in het gras en maakt foto’s van de dieren, met een prachtige achtergrond van de weilanden en de diverse bomen. Carlos is iets doorgelopen en staat midden in de kudde. Hij beweegt niet kijkt enkel maar, de schapen staan grazend en schurend om hem heen.

En?
Marieke: “Kom even lekker zitten joh…”
Carlos: “Nee, ik blijf hier even staan, ik wil dit voelen...”
En zo blijft Carlos, minuten, minuten lang, op delfde plaats gewoon staan… om zich heen kijkend…
Marieke maakt nog meer foto’s…
Ik aai mijn hond….
Carlos kijkt enkel om zich heen, naar de schapen…

En zo is een ieder even een tijdje met zijn eigen gedachtes bij…….?
Ja, wat is het, waarbij…? De natuur? De stilte? De rust? De schoonheid van het landschap? Of de stilte, de stilte waarin je heel bewust de vele geluiden van de dieren hoort?
De kievit, het lammetje, een opvliegende fazant, de kikkers…
Ik heb geen vooropgezet plan, ik heb geen draaiboek, we hebben ook niets van te voren overlegd, maar dit voelt gewoon goed…

Weer terug
Na enige tijd sta ik op en we gaan weer verder op pad met de kudde.
Ik leer Marieke om met de leider op kop te gaan lopen en we lopen over de Woudweg naar de boerderij. Het einde van de “natuurbeleving” is daar.
Het stel bedankt mij en vertelt mij dat deze middag ze meer gebracht heeft dan ze gedacht hadden. Het heeft ze rust gegeven maar ook inspiratie!
En heel informatie, ze wisten niet dat er zoveel mogelijkheden waren bij een kudde.

Ze vragen mij of ze over een maand of twee, als ik er voor open sta, nog een keer mee mogen lopen, maar dan in stilte…
Even schrik ik… “Heb ik te veel gepraat? Had ik mijn mond meer moeten houden?”
Snel geeft Carlos een korte uitleg. “Als je met elkaar afspreekt om een stuk te wandelen en dan niet te praten dan ervaar je de wandeling heel anders dan als je in gesprek bent met elkaar, wij doen dat wel eens als we in een park lopen. Maar hier is er zoveel meer rust. Ik zou dat wel eens willen ervaren.”
“Ik laat het even bezinken en ik kom er op terug,” zeg ik en we nemen hartelijk afscheid.

Stilte?
Er gaat een dag overheen, ik maak een wandeling, alleen, met mijn honden in de duinen. Ik denk ineens aan een vriend van mij die een week lang in een klooster heeft gezeten, het was een stilteweek.
Hij kwam als een ander mens weer terug in de maatschappij.
Diezelfde avond zit ik achter de computer en zoek op Google: “stilte weekend in klooster”

En waarachtig…
Een scala aan sites worden tevoorschijn getoverd.
Stilte-retraite-bezinning-spirualiteit-mediatie………
Wat een aanbod! Ook nog even naar de prijzen gekeken…
Zo heeee…. Ik heb mijn hele leven geld verdiend, door heel, heel veel te praten... maar zo kan het dus ook.
Een klein ondernemer-stemmetje in mijn hoofd zegt: “Zou dit niet iets heel verfrissend/vernieuwend kunnen zijn? En ik denk aan nieuwe teksten…

“Wees stil en laat enkel de schapen spreken”
“Ervaar de kudde in stilte”
“Gehaastheid slaat om in stilte voor jezelf bij de schapen”
Of misschien wel:
“Kom in stilte tot jezelf en ervaar de kracht van de schaapskudde”

Als ik acht gegadigden heb, dan ga ik het organiseren……. In stilte.



zaterdag 21 mei 2016

Ik stop als herder, als…

Het is de koudste Pinksteren sinds 80 jaar. Ik ga op pad met de kudde om 8.00 uur, het is amper 7 graden. Het zal een rustige zondag worden, denk ik; met deze kou zullen de mensen wel naar IKEA gaan en de polder mijden.
Rond 9.30 uur doe ik mijn eerste bakkie bij de schapen. Ik zie enkele mountainbikers voorbij flitsen en verder is het stil in de polder. Ik zit op mijn krukkie met een “bakkie” en ik mijmer. Mijmeren, dat heb ik moeten leren… “Vroeger” moest alles sneller… Er was een probleem… snel over nadenken… beslissing nemen… en hup door... volgende zaak…

Mijmeren
Lang nadenken... een beetje dagdromen… mijn gedachten de vrije loop laten… overwegen…
Ik heb de hele dag de tijd, ben alleen, dus wat maakt het uit hoelang ik er over doe. Meestal doe ik dat in stilte, maar soms mijmer ik hardop, ik vertel dan mijn honden Spyk en Kita wat mijn overwegingen op dat moment zijn.
Ik tuur over het water van de Zweth en praat zachtjes tegen de honden: “Is dit nu een brede sloot of een smalle vaart? Wanneer spreekt men nu van “sloot” en wanneer van “vaart”? En wanneer is het nu een rivier?”
Kita kijkt mij aan en haar ogen zeggen mij: “Lekker boeiend, baas” en Spyk heeft al he-le-maal niets met dit geneuzel en is al driftig aan het graven op zoek naar een mol of muis.

Slootjes
“Als ze het er nu gewoon bij zetten, dan is het makkelijk,” denk ik. “Wij hebben in het Westland de Wennetjessloot, dat is makkelijk dan weet je direct, dat het een sloot is. Neem nu de Bonkevaart, iedereen weet dat de Bonke een vaart is… in Friesland…
De Bonkevaart! Misschien wel de bekendste vaart van Nederland. Aan het eind van deze vaart is de finish van de …ELFSTEDENTOCHT!
Holy schapenkeutels... de Bonkevaart, wat een naam! Wat een herinnering!

Elfstedentocht
Mijn gedachten gaan terug naar 1986, naar 26 februari. Dertig jaar geleden! De dag van de veertiende Elfstedentocht. Ik weet het nog als de dag van gisteren. De hele dag zat ik voor de televisie. De ELFSTEDENTOCHT… de Tocht der Tochten.
Om 4.30 uur was ik er uit en zat ik al voor de televisie. De wedstrijdrijders staan achter grote stalen hekken, het is een kooi, ze willen eruit, maar… ze moeten wachten tot 5 uur, je ziet de spanning, je hoort de spanning en je proeft bijna de spanning van deze sportmensen… en dan is het zover!
Het startschot, de hekken gaan open en ze rennen, ze rennen, ze rennen met hun schaatsen in hun handen naar de oever.
Trekken daar op een bankje hun schaatsen aan, hun schoenen achterlatend, maken ze de eerste bewegingen op het ijs, zwaaien haastig nog even naar het publiek en… verdwijnen in het donker.

Bijna 15.000 schaatsers hebben een kruisje behaald. Allemaal Kanjers, maar de meesten zijn nu verdwenen in de vergetelheid. Ja, we hebben het nog wel eens over een zekere W.A. van Buren, hij heeft de Tocht volbracht, werd nog opgewacht door zijn moeder.
De Media heeft er veel aandacht aanbesteed. En moeder Bea was trots op haar zoon. Ik snap dat wel… mijn moeder kwam ook wel eens kijken als ik een marathon liep. Maar voor mij hoeft al die aandacht niet perse. Van Buren is een kanjer, hij heeft hem uitgereden, maar is niet meer of minder dan de andere 15.000 kanjers die ook een kruisje behaald hebben.

Winnaars
Er steken er maar twee boven uit en dat zijn:
Evert van Benthem, voor de tweede keer werd hij de winnaar van de Elfstedentocht. Hij was de snelste in een prachtige tijd van 6.55 uur. Niet veel later kwam de eerste vrouw over de finish op de Bonkevaart.
En Tineke Dijkshoorn. Tineke was de eerste, de snelste vrouw van de 862 gestarte vrouwen. En… Tineke kwam uit onze streek, ze woont nog steeds in Schipluiden. Ik vond het ge-wel-dig! Ik besloot dat als ik deze twee winnaars tegen zou komen dat ik dan om een handtekening zou vragen. Op zich is dat voor mij vreemd, want ik heb nog nooit aan iemand een handtekening gevraagd.

Enfin, het is er nooit van gekomen, we zijn nu 30 jaar verder… Evert is gaan boeren in Canada en Tineke woont in Schipluiden. Ik rijd elke week als ik naar de schapen ga door Schipluiden, maar ben haar nog nooit tegengekomen. Na 30 min “mijmeren” zijn zowel de honden, als de schapen het zat en ik zie dat ze op pad gaan. Ik klap mijn krukkie in, pak mijn herdersstaf en kuier achter de kudde aan.

Pinksteren
De koude eerste Pinksterdag verloopt als elke koude dag... weinig tot geen gesprekken… Stilte…Natuur… Het samen zijn met mijn honden, kortom… Genieten! En aan het einde van de dag zet ik de schapen achter de netten op de nachtwei.
Pinksteren… Een Christelijk feest. Men viert de dag waarop de Heilige Geest verscheen aan de achtergebleven apostelen…

Op het moment dat ik de schapen op de nachtwei zet zie ik aan de overkant van het water twee dames die foto’s nemen van de kudde. Dat gebeurt vaak en ik schenk er geen aandacht aan. Ik controleer nogmaals de netten en sta op het punt om met mijn honden naar mijn auto te lopen. De dames zijn inmiddels “omgelopen” en komen nog even bij mij om een praatje te maken. De dames zijn, schat ik, begin in de zestig.

Ontmoeting
Mevrouw 1: “Wat een prachtig plaatje, de kudde zo op het weiland.”
Ik: “Ja, mevrouw, het blijft bijzonder, zo’n grote kudde, hier in Midden-Delfland.”
Mevrouw 2: “Ja herder, ik moet je nog steeds een keer bellen, want mijn dochter vertelde mij vorig jaar dat ik een keer mee mocht lopen met de kudde…”
Ik: “Help mij even, want ik doe veel toezeggingen.”
Mevrouw 2: “Vorig jaar heb je een kinderpartijtje voor mijn dochter en kleinkind georganiseerd en toen heb je tegen mijn dochter gezegd, dat ik een keer mee mag lopen, want dat is al jaren een grote wens van mij… ik ben Tineke Dijkshoorn.”
Ik: “Uit Schipluiden??”
Mevrouw 2: “Ja, dat klopt”

“Holy schapenkeutels,” denk ik, “Niet de heilige geest is neergedaald in Midden Delfland, maar, maar…. Tineke Dijkshoorn, de winnares van de Elfstedentocht van 1986!
Het is 30 jaar geleden en nu, nu verschijnt zij voor mijn aangezicht!”

Even overweeg ik om acuut een handtekening te vragen maar ik antwoord enkel: “Dat is prima joh, bel mij effe de komende weken en dan maken we vóór de zomer een afspraak.”
We nemen afscheid en ik kijk de dames na.
30 jaar!! wat een tijd…

Later
Ik kijk Kita aan en zeg tegen haar: “Nou Evert nog!”
Kita schudt moe haar kop en zegt wijselijk niets…
Ik mijmer verder…
Evert boert in Canada... maar komt zeker als hij klaar is weer terug naar Nederland, denk ik…
Ik heb 30 jaar gewacht op Tineke, kan best nog wel 30 jaar wachten op Evert… dan ben ik… ehhh... 92… dat is dan toch wel een mooie leeftijd om te stoppen als herder...

Ik kijk er naar uit...
Alle twee op een krukkie met een “bakkie”, kijkend over de Zweth.
Evert pratend over zijn koeien...
En ik pratend over mijn schapen...

Ja, ik ben eruit!
Ik stop als herder, als… ik 92 ben.
Jammer dat Spyk en Kita dat waarschijnlijk niet mee zullen maken.

Kita en een hele jonge Spyk, foto: Jeannemieke Hectors


zondag 8 mei 2016

The big five

Ik ben vroeg op pad gegaan met de kudde. Mistflarden zijn nog zichtbaar boven de weilanden. Weldra zal de zon doorkomen en zal het landschap er anders uit zien, dan wat later, rond koffietijd zullen de eerste wandelaars met hun honden de polder ingaan voor “een grote ronde”. Na de lunch zullen de eerste racefietsers komen, soms alleen, soms in groepen.
Maar zover is het nog lang niet. Ik zit op mijn krukje met een bak koffie in mijn hand, terwijl er tegelijkertijd enkele kilometers verderop diverse “binnenmensen” in de rij staan voor het koffiezetapparaat om weldra te gaan “genieten” van hun eerste bekertje instantkoffie alvorens aan het werk te gaan.
Hoe anders is mijn wereld. Zittend op mijn kruk, mijn handen omringen de mok van mijn thermofles, in de hoop dat ze wat opgewarmd worden. Twijfels… handen opwarmen, of… een lekkere slok nemen...

Mijmerend kijk ik naar de kudde, verdeeld over het grote weiland. Plotseling schieten mijn honden overeind, oren gaan omhoog en ze staan op het punt om te gaan rennen. Ik ken de lichaamstaal. Net op tijd roep ik ernstig: “Blijf!” en ja hoor, bijna op hetzelfde moment zie ik tussen de schapen door een haas wegflitsen. Allerlei associaties gaan door mijn hoofd.

De haas lag te slapen: “ze deed een hazenslaapje”. Geschrokken door de lammetjes schoot de haas weg: “ze koos het hazenpad!”
De honden willen maar wat graag de achtervolging inzetten, maar “Blijf” is Blijf! “Ze zijn zo trouw als een hond.”
Maar ik zie ze denken: “Baas mogen we er a.u.b. er achteraan, want we zijn er zo ziek als een hond van...” “Als we hier moeten blijven zitten, dan… zijn wij het haasje.”
Ik kijk de andere kant op en ik denk: “Mijn naam is haas.”
In het andere weiland, aan de andere kant van de sloot, staat een koe. De koe kijkt naar de wegrennende haas. De twee honden kijken elkaar aan en denken: “Tja… je weet maar nooit hoe die koe een haas vangt.”

In de ochtenduren zie ik wel meer een haas wegrennen, maar hoeveel van mijn kennissen zien vandaag de dag nog een haas? De haas behoort volgens mij bij de The Big Five...!
Ja, ik bedoel: “The big five van Midden Delfland”

The big five… ik hoor dat wel eens op een verjaardag. Vage kennissen, familieleden, vrienden, hebben dan al pinguïns gezien, ze hebben in Thailand op een olifant gezeten, de walvissen zijn reeds gespot, van de Amerikaanse Grizzlybeer hebben ze 20 foto’s op hun iPad staan.
Er is een discussie of de Anduscondor óf in Chili óf in Ecuador voorkomt of in... beide landen? 
Komende zomer gaat alweer een gezin (pa, ma en zoontje van zeven) naar Afrika. Ze willen dan “The big five” gaan scoren (leeuw, buffel, luipaard, neushoorn en olifant).
Ze verblijven dan in een kamp (omheind) en slapen in echte tenten (stapelbedden met gaas er over heen en airco) en ze worden beschermd door echte soldaten met geweren (tweede jaars stagiaire dierenverzorging te Johannesburg met kapmes) en horen ‘s nachts in de verte brullende leeuwen (cassettebandje?)...

Sorry, ik chargeer, ik draai door… Het is allemaal schitterend mooi en iedereen moet zeker doen wat hij/zij leuk vindt en wat in zijn mogelijkheden ligt, maar… wie van mijn kennissen, wie van deze bloglezers heeft The big Five van Midden Delfland gezien???

Ik noem ze:
1. De koe
2. Het paard
3. De haas?
4. De grutto?
5. Een schaap van de gescheperde kudde van Vockestaert?

Toelichting: koe en paard, oké, zien we nog regelmatig, toch? Een haas? Wordt wat moeilijker... ja die dingen in een kooi, sorry hoor, maar dat zijn opgesloten konijnen en geen hazen.
Grutto? Een vogel met een lange snavel, het is weidevogel en de weidevogels zijn steeds minder te zien in de polders (grutto, kievit, tureluur).
En tot slot het schaap, neeeee…… niet het schaap op de kinderboerderij, niet het schaap op een weilandje achter hekken, sloten en prikkeldraad, nee… het schaap dat samen met broertjes en zusjes vrij rond loopt in openbare gebieden, zoals in Turkije, in Italië en soms ook nog in Drenthe. De gescheperde kudde! De schaapskudde met de herder en zijn hond, trekkend over de velden…

Eerlijk zeggen...
Heb je ze alle vijf wel gezien? Ga dan met een gerust hart naar het Krügerpark in Afrika op zoek naar The big five. Heb je ze niet alle vijf gezien? Ga dan ook met een gerust naar Afrika, maar kom ook eens langs in Midden-Delfland, in jouw eigen achtertuin. Het is de moeite waard!

The big five van… Midden-Delfland.

Grutto, foto: Jeannemieke Hectors

zondag 1 mei 2016

Een knipoog

Het is dinsdag, de dag na de drukke lammetjesdag.
750 bezoekers op de boerderij, allemaal geïnteresseerd in de schaapskudde. Prachtig dat wij (circa 15 vrijwilligers) ons verhaal kunnen vertellen. Maar nu in alle vroegte, ga ik he-le-maal alleen op pad met de kudde.

Ook weer lekker, even de natuur in… de stilte... de rust…

Kita haalt de kudde op, we lopen over de dam bij de boerderij en we komen in het recreatiegebied. Dit gebied bestaat uit onverharde voetpaden, geasfalteerde fietspaden en weilanden. Evenwijdig aan de fietspaden loopt een brede greppel mee. Amper 15 cm diep ongeveer 50 cm breed en begroeid met gras. Je moet het weten… als je er langs fietst valt het amper op. Die greppel gaat een belangrijke rol spelen in dit blogverhaal.

We lopen een stukje over het fietspad en de kudde doet zich te goed aan het verse gras. We kuieren van het ene weiland naar het andere weiland.

Ter info:
De fiets -en voetpaden kronkelen door het landschap van Midden Delfland. Ik loop in een recreatiegebied met een agrarisch karakter. De Zuidrand van Midden Delfland. Dit gebied circa 300 ha groot, wordt beheerd door de agrarische natuurvereniging Vockestaert. Zij zorgt voor het beheer en het onderhoud van dit gebied. Eén van de taken is het kort houden van de grasgebieden. Dat valt niet altijd mee, de zompige veengrond, de diverse poelen in dit gebied, de ruigtes, bloemrijkgrasland en… hier en daar de greppels langs de fietspaden, zorgen ervoor dat het voor de maaimachines niet altijd even makkelijk is om te maaien. In 2009 heeft de vereniging, als try-out, besloten om het maaien zoveel mogelijk te vervangen door… een schaapskudde. Anno 2016 is het plaatje van de schaapskudde van Vockestaert amper meer weg te denken uit dit gebied van Midden Delfland.

Terug naar het blogverhaal.
Wij hebben een nieuwkomer bij de kudde. Een markant, groot, robuust schaap. Wij hebben dit dier cadeau gekregen. Het stond alleen op een veldje, want haar maatje was overleden. Ik moet wel even wennen aan dit schaap. Ze is zo anders dan alle andere schapen. In mijn ogen eigenlijk veel te dik voor een Heideschaap. Het schaap heeft in mijn ogen zwaar obesitas en kan volgens mij niet echt grote afstanden lopen. Maar… we zien wel. We gaan op stap. In mijn gedachten heb ik haar al een naam gegeven…"Billy"… ja Billy Turf noem ik haar (een favoriet stripfiguur van mij, uit de jaren zestig).

De lammetjes lopen vandaag voor het eerst mee, dus het wordt te zwaar om de hele dag op pad te zijn. Vroeg in de middag besluit ik om terug te gaan. Om tijd en afstand te winnen wil ik met de kudde niet via het fietspad terug lopen, maar ik wil met de kudde schuin afsteken over enkele weilanden. Ik ga zelf voorop met de leider 007 en stuur de twee honden naar achteren om de achterblijvers te laten aansluiten bij de kudde. Genietend van de rust in de polder loop ik over de weilanden richting de boerderij. Ik kijk over mijn schouder naar achteren en ik zie dat de kudde al op het weiland loopt en rustig allemaal in dezelfde richting loopt, achter de leider aan.

Maar… één schaap blijft op het fietspad staan. Vreemd… want het gat met het één na laatste schaap is al 50 meter. Ik kijk het even aan, dit schaap kijkt wel naar de kudde, maar volgt niet… Vreemd. Ik stuur Kita naar achteren, met de opdracht: “Ga die eigenwijze maar even ophalen.” Kita sprint naar achteren en loopt voorzichtig om het laatste schaap heen en weer. Maar het schaap maakt geen aanstalten om aan te sluiten. Vervolgens stuur ik de M.E. er op af (mijn tweede hond Spyk, zie vorig blogverhaal). Ze rent naar het laatste schaap, springt, cirkelt, nipt, daagt uit, ze doet van alles, maar… het schaap blijft gewoon op het fietspad wat heen en weer lopen, de honden probeert ze te ontwijken, maar aansluiten bij de kudde… ho maar.

Met enige ergernis loop ik dan zelf ook maar naar achteren. “Die honden moeten gewoon hun werk doen, verdorie…”

Ik kom bij het laatste schaap en loop inmiddels ook op het fietspad. En warempel, het is Billy, het is de nieuwkomer Billy Turf. Samen met mijn twee honden zetten we druk op Billy, met mijn herdersstok prik ik Billy (ehh, voor de partij van de dieren: ik toucheer). Mijn honden moedig ik aan en ze dartelen om Billy heen. Maar Billy loopt, met enige stress, alle kanten op onder zoveel druk, maar ze blijft op het fietspad.

Wat blijkt… Billy wil best graag aansluiten bij de kudde, maar dan moet ze van het fietspad af en… daar ligt een greppeltje, 15 cm diep, 50 cm breed, begroeid met gras, je moet het weten anders zie je het niet eens. Maar deze greppel is voor dit dier een te grote obstakel. ZE KAN HET NIET, ZE DURFT HET NIET!

Ineens heb ik een flashback. Dit doet mij denken aan mijn vorige leven, toen ik nog docent L.O. was (gymleraar) ik heb eens een leerling (14 jaar) gehad met obesitas, laten we hem Leen Z. noemen. Hij kon in de gymles eigenlijk niets, ja... met voetballen stond hij op doel, zijn lichaam nam de helft van het doel in, dus die ballen kwamen er niet in. Ik prees hem de hemel in, want elk mens, elke leerling, heeft zijn eigen specifieke kwaliteiten.
Ik had een klik met hem, nee… wij hadden een klik, het was wederzijds… ik kreeg van hem het vertrouwen en Leen kwam meestal met plezier, op deze nieuwe school, naar de gymles toe.

Een paar keer paar jaar, vlak voor de raportvergadering gaf ik de Coopertest. Zoveel mogelijk rondjes lopen op een atletiekbaan in twaalf minuten. Zes rondjes levert het cijfer zes op . Leen kwam voor de les schoorvoetend naar mij toe: “Mees,… dat haal ik nooit!” “Leen, doe je best, dan komt het goed!” was het enige wat ik tegen hem zei. Leen liep minder dan 3 rondjes en werd diverse keren ingehaald door zijn klasgenoten.
Na het omkleden kregen de leerlingen hun behaalde cijfer te horen. Een enkele puber behaalde een acht of een negen, maar de meesten hadden gegokt op zes rondjes en kregen dus een zes. Tot slot kreeg Leen Z. zijn cijfer te horen… het was een zeven. Leen zei niets, maar gaf mij snel een knipoog.

Wat volgde was een grotesk protest van alle zessen-halers: “Belachelijk, hoe kan dat? Slaat nergens op! Die dikke loopt 3 rondjes….” Ik verhief mijn stem, “Als jullie met dezelfde inzet als die Dikke hadden gelopen, hadden jullie een negen kunnen halen.” Verontwaardigd verlieten de leerlingen het sportveld. Mijn collegae hebben dit niet altijd in dank afgenomen (was niet volgens de normen) maar ik had er een goed gevoel over. Leen Z. ook. En misschien, wat later… de andere leerlingen toch ook wel…

Billy=Leen Z., Leen Z.=Billy.

Abrupt stop ik met prikken, ik stuur mijn honden weg en mompel in mijzelf: “Eikel, die je bent!”

In een drafje loop ik het weiland in, Billy achterlatend op het fietspad. Ik stuur Kita naar voren om de leider 007 te laten stoppen en om te laten draaien. Na vijf minuten is de hele kudde omgedraaid, 300 dieren lopen nu weer terug naar het fietspad… naar Billy. We gaan het fietspad op en we lopen nu over het fietspad naar de boerderij. Billy loopt nu rustig mee met de kudde. Ik open het hek bij de dam bij de boerderij. En alle schapen lopen een voor een over de dam. Halverwege zie ik Billy….

Ze loopt over de dam…
Ik kijk haar even aan en…
Ze geeft mij vlug een knipoog…
Denk ik.

Billy, foto: Jeannemieke Hectors