woensdag 16 juli 2014

Stress in de polder

In mijn vorige verhaal gaf ik al aan dat het werkwoord “kuieren” een echt herderswoord is. Wij herders kuieren wat af. Beetje om je heen kijken, stukje wandelen, hier en daar een praatje, alles lekker relaxed. Het is iets anders dan je vervelen, want bij kuieren ben je altijd wel bezig: je observeert de border collie of een lam dat mank loopt, je kijkt naar de buizerd of het valkje dat aan het bidden is, je volgt een wegschietende haas en gaat daarna opzoek naar zijn leger. In de verte probeert een mevrouw haar loslopende hond haastig vast te lijnen als ze de kudde ziet.
Er is altijd wat te beleven in de polder.

Nu terug naar de titel van het verhaal. Aan het einde van een mooie kuiermiddag loop ik met de kudde terug richting de boerderij. Ik heb bezoek bij de kudde en ik besluit om samen hen het laatste stukje over de Woudweg te lopen.
Vlak voor de verlengde A4 wordt de Woudweg gekruist door een fietspad, gemarkeerd door twee roodwitte paaltjes. Daar aangekomen sla ik met de hamel (de leider van de kudde) linksaf en ik zie een bestelbusje de kudde naderen. De bestuurder (laten we hem “meneer S” noemen) remt af, stopt en bekijkt de kudde, een mooi moment om even te onthaasten.
Inmiddels zijn de eerste 50 schapen de hamel gevolgd en lopen alweer op het fietspad, de rest, zo'n kleine 350 schapen, volgt gemoedelijk.


Plotseling geeft meneer S een dot gas. Ik kijk over mijn schouder en zie dat de bestelbus naar links uitwijkt. Hij omzeilt de kudde en vliegt het fietspad op! 400 schapen en een blind paard hebben gezien dat daar in het midden op het fietspad een roodwitte paal staat...

Maar meneer S (juist: de S van Stress...) zag blijkbaar deze paal over het hoofd en vliegt er tegen aan. Hij beseft op dat moment dat er blijkbaar iets fout gaat en zet de bus in zijn achteruit, schiet naar achter en in plaats van beduusd uit zijn auto te komen, geeft meneer S weer gas en scheurt nog een keer naar voren nu óver de roodwitte paal heen. Of er een bom ontploft! Met een rotklap staat de bestelbus stil... De roodwitte paal zit vast aan de onderkant van het chassis.

Inmiddels is mijn kudde bijna in zijn geheel op het fietspad, ik loop terug naar de weg om daar mijn hond Kita af te leggen. Daardoor krijg ik even de tijd om bij de bestuurder te informeren wat er nu aan de hand is.
Terwijl er verschillende voorbijgangers helpen om de wagen los te krijgen, zit meneer S zit nog steeds achter het stuur met het raampje open. Beleefd maar wel verontwaardigd vraag ik hem: “Waarom schiet je nu het fietspad op, je kan toch even wachten?”
Een vreemd antwoord volgt stotterend: “Ehhhh, mijn TomTom zei dat ik ehhh,  linksaf moest…”  Ik doe nog een kleine poging met de opmerking: “Maar dat kan niet want linksaf is een fietspad,” maar mijn kudde loopt gestaag door.

Ik ga weer op pad en enkele omstanders schudden hun hoofd. “Wat een stresskip,” hoor ik ze zeggen. Ik wil ze uitleggen dat meneer S eens zou moeten gaan “kuieren” maar dat kan niet, want ik moet opschieten (!), mijn kudde loopt al 300 meter verderop, zonder hond!
Met “anti-kuierpassen” haast ik mij naar voren…

Wat een stress in de polder…


donderdag 10 juli 2014

Haast in de polder

De allereerste keer dat ik met de kudde in de Zouteveensepolder liep, kan ik me nog goed herinneren.
Het was begin november 2010. Ik kreeg van de beheerder de opdracht om vanaf de boerderij naar Holy te lopen (ongeveer 2,5 km). De beheerder wenste mij succes en ik ging op pad. Nog nooit had ik met 400 schapen over de openbare weg gelopen, het zweet stond op mijn rug.

Met flinke stappen zette ik koers richting Holy. Ik spoorde mijn hond Kita telkens aan. En met mijn stok porde ik af en toe een achterblijvend schaap om toch vooral maar haast te maken om bij de voortgaande kudde te blijven. Ik liep zelf ook van links naar rechts achter de kudde om maar vooral tempo te houden met de kudde. Al snel stak ik de Breeweg over.

“Voort, voort, voort,” dacht ik, want ik wilde de beheerder niet teleurstellen. “Ik zal hem eens even laten zien hoe wij, Westlanders, dat aanpakken.” Ja, ik ben een Westlander en Westlanders weten van aanpakken. Je moet van A naar B en dat doe je dan zo efficiënt mogelijk en niet te zeuren… maar opschieten!
Na een uur was ik bijna bij Holy, Kita liep met zijn tong uit z’n bek en de schapen vertoonden hetzelfde gedrag. Dus ik kon tevreden zijn!

Plotseling verscheen met een noodvaart een pick-up. Met piepende remmen kwam dit mobiel tot stilstaand, het portier werd opengegooid, de motor bleef draaien en er stapte een man uit, het was… de beheerder! Armzwaaiend kwam hij op mij afgelopen, het rood stond tot in zijn nek en hij vroeg met luide stem: “WAT BEN JIJ AAN HET DOEN???”
Beteuterd antwoordde ik: “Ik moest toch naar Holy lopen met de kudde?”
De beheerder zag mijn schrik, temperde zijn stemvolume en zei: “Ja maar beste jongen... je bent veel te snel, daar moet je een paar uur over doen, de schapen hebben amper tijd om te eten, ze zijn bekaf."

Op dat moment legde hij mij een nieuw werkwoord uit: “KUIEREN”. Dat is zoiets als je ergens naar toe moet, maar dan moet je dat héél langzaam en rustig doen. Wij Westlanders kennen dat niet, maar ik had mij voorgenomen als beginnend herder om alles te willen leren.
Wel dat “KUIEREN” heb ik mijzelf wel aan moeten leren. Nu ben ik inmiddels bijna 4 jaar verder en ik kuier wat af met de kudde en ik moet zeggen, het is even wennen, maar het bevalt me nu best.

“KUIEREN” is het tegenovergestelde van “zich haasten”of “haast hebben”.
We hebben altijd haast, we moeten dit en we moeten dat… ik hoor nooit iemand zeggen: “Ik ga vanmiddag kuieren” en toch zouden we dat af en toe eens moeten doen, gewoon: “KUIEREN”.
Vanmiddag kuierde ik met de kudde over de Woudweg, er kwam een bestelbus aan en hij zag dat ik “kuierde” en hij had “haast”.
Dat gaat niet goed samen, hoe dat afliep, schrijf ik in het volgende blog.

De kudde op het viaduct over de A4 op de Woudweg.