zondag 29 maart 2015

Heeft een schaapskudde een meerwaarde?

Maart 2015, de lammetjes zijn geboren en er komt een school naar de boerderij. Het is groep 4, dus de kids zijn nog klein, 7-9 jaar. Altijd enthousiast maar met een nog een “korte concentratieboog” dat betekent dat ik als herder niet al te veel moet vertellen, maar veel moet laten zien en als het eventjes kan, de kinderen zelf aan het werk zetten.

Ik kom aan rijden en de kinderen, de “rij-ouders” en de juffrouw zijn er al. De juffrouw komt naar mij toe met een lief meisje aan haar hand. We begroeten elkaar en daarna spreekt ze mij ernstig toe: “Herder, dit meisje heet Kim en is een beetje bang voor honden, dus kunt u de hond vasthouden?”
In een flits denk ik: “Hond Kita moet straks om de kudde heen sprinten en ik heb geen touw van 200 meter bij mij…) maar vrolijk antwoord ik: “Tuurlijk doen we dat.” De kinderen mogen direct de wei in en mogen naar het hek van het tweede weiland rennen, want daar staat de kudde met alle lammetjes.

De kinderen (en ook de ouders) kijken hun ogen uit, want zoveel lammetjes hebben ze nog nooit gezien. Na een minuut of vijf begin ik met de demonstratie. Ik leg uit hoe een hond bij de kudde werkt en Kita gaat de kudde met lammetjes ophalen, de kids allemaal achter het hek. Nu komen ze wel heel erg dichtbij!
Kita zorgt voor druk, zodat alle schapen en lammetjes dicht op elkaar staan. Snel pak ik een lammetje en loop langs het hek zodat elk kind het lammetje kan aaien. Het is een geweldige herrie. “Want,” leg ik uit, “elke moeder en elk lammetje heeft een specifiek mekkergeluid. Ze zijn nu aan het mekkeren omdat ze elkaar zoeken.” Zo dadelijk doe ik het hek open, dan blijven jullie aan de kant.”
Zo gezegd, zo gedaan, de kudde komt in het eerste weiland, kinderen, ouders en hond blijven staan en… de kudde waaiert uit, de lammetjes vinden hun moeder en binnen vijf minuten is het stil! Zelfs de moeders van de kinderen zijn nu ook… eventjes… stil.

En dan komt de spannende opdracht. Ik zet de kinderen aan het werk. Hond Kita is moe en moet uitrusten, “Welk kindje wil meehelpen?” Alle dertig kindjes willen dat wel. Ze maken een lange rij en houden elkaars hand vast. We lopen naar de kudde en we zijn nu allemaal hondjes.
“Hondje Kita blaft nooit en luistert altijd naar de herder. Hondje Kita kan heel goed sluipen!” En ja hoor, 30 kinderen zakken door hun knieën en muisstil “sluipen” ze in een lange rij naar de kudde. De kudde ziet dit aankomen, maar omdat dit zo rustig gaat, grazen de schapen rustig door. Ik laat de kinderen om de schapen heen lopen, niemand schreeuwt, iedereen is heel rustig. Ik vraag de ouders om ook mee te helpen en zo wordt er langzaam een cirkel om alle schapen gemaakt. De schapen blijven rustig. Iedereen staat stil.

Nu vraag ik of de kinderen de cirkel aan hun kant iets kleiner willen maken. De druk op de kudde wordt iets groter en de schapen draaien hun kop richting ouders. Langzaam lopen de kinderen nog meer naar de schapen toe en de schapen lopen daardoor rustig naar de ouders toe, totdat... de druk te groot wordt en de schapen snel tussen twee moeders door naar de “vrijheid” lopen. Een schaap is een kuddedier en het gevolg is dat alle 200 schapen met lammetjes tussen de moeders doorlopen. Tot grote hilariteit van de kinderen want de ouders konden de cirkel niet gesloten houden.

Er wordt gelachen en er is tijd voor ontspanning na deze spannende opgave. Ik vraag de kinderen om naar het weiland naast de stal te lopen, want daar staan nog 5 schapen apart achter het net. Deze dieren zijn “leeg” gebleven: dit is een boerenuitdrukking, het betekent hetzelfde als: helaas hebben wij moeten constateren dat het moederschap niet voor hen is weggelegd.

Snel roep ik: “Niet aan het net zitten, dat mag niet! Want er staat stroom op.” Een moeder kijkt mij verschrikt aan… “Komt goed”, fluister ik… “Kinderen leren snel…”
Bij de 5 schapen aangekomen laat ik nog het een en ander zien, wat de hond kan en het uur is omgevlogen. Ouders en kinderen lopen opgewekt door het weiland terug naar de auto’s. ik loop achter de groep aan en kijk tevreden naar de kids voor mij, met m’n hondje naast mij.

Eén meisje drentelt een beetje heen en weer en blijft dan staan en kijkt mij én de hond aan. Het is Kim, ze staat op 5 m afstand. “Het is wel een lief hondje, hè,” zegt ze tegen mij. Ik stop, leg Kita af in het gras en ik zeg tegen Kim: “Ja, dit hondje blaft niet, bijt niet, gromt niet, het hondje wil alleen maar werken en als ze moe is wil ze geaaid worden.”
Ik hurk naast m’n hond en ik aai de hond. Kita sluit haar ogen. Ik nodig Kim uit om naast mij te komen staan. Ze staat nu links naast me en rechts van me ligt de hond en ik aai nog steeds de hond. “Zou je de hond durven te aaien?” (Kinders en ouders zijn inmiddels bijna van het weiland af). “Ja!” antwoordt ze zachtjes.
Ik maak ruimte en ze aait zachtjes de hond!!!
Ik ga staan, hond links, meisje rechts van me. “Kom we gaan een stukje lopen.” Kita volgt gedwee, de hondenriem hangt slap en terwijl we wandelen, geef ik Kim de slappe riem. Ik loop nog steeds tussen hond en het meisje in, maar net iets langzamer zodat ik schuin achter Kim loop. Ze loop nu dus eigenlijk “alleen” met de hond.
Ik fluister tegen het meisje: “Zeg hard: lie down, tegen de hond!” Dat doet ze en… de hond gaat liggen...! Ik wacht even, ik steek mijn duim op en Kim glimlacht… “Zeg hard: Volg, tegen de hond!... en ik zet bijna tegelijk met Kim een stap naar voren en de hond volgt!... Na 5 minuten loopt ze alleen met de hond aan de losse riem over het weiland naar de auto’s en ik loop er 3 meter achteraan…. Met een brok in mijn keel.

foto: Jeannemieke Hectors

P.S. Wil je ook onze schapen en lammeren komen bewonderen? Kom op Tweede Paasdag naar onze lammetjesdag!

maandag 23 maart 2015

Heideschapen of weideschapen?

Het scheelt maar één letter, maar er is een groot verschil tussen heide- en weideschapen.
De meeste schapen die wij zien in de polders en op de dijken zijn weideschapen. Deze dieren hebben korte poten, een dikke kop en zitten goed in het vlees.
Op de Veluwe en in Drenthe zien we meer de heideschapen. Dit zijn sobere dieren die niet bijgevoerd worden, want ze zijn gewend om zelf op zoek te gaan naar eten. Ze hebben langere poten, hebben een smallere kop (wel zo gemakkelijk bij de geboortes) en minder vlees.

Als oud-marathonloper maak ik bij demonstraties wel eens de vergelijking met de atletiek. Die weideschapen dat zijn kogelstoters en die heideschapen, tja... dat zijn de Kenianen onder de marathonlopers! U begrijp ik heb een sterke voorkeur voor de laatste groep. Zaterdag een paar weken geleden heb ik weer een sterk staaltje van de heideschapen gezien (de Kenianen!!!).

Ik ben uitgenodigd om de Westlandse schaapskudde (bestaande uit 100 Groot Heideschapen, allen drachtig!) van Wateringen naar Naaldwijk te brengen. Pr-vrouw Heleen had er bewust voor gekozen om dit op vrijdagmiddag om 13.30 uur te doen. Spitsuur in het Westland: overvolle wegen, iedereen wil nog een laatste klus doen of is op weg naar huis!

We zijn met 7 man: 5 verkeersbegeleiders en 2 herders met honden. De schapen staan op een schraal stuk weiland en weten het: zodra het hek open gaat, gaan we naar een nieuwe verse wei met heerlijk mals gras!
En ja hoor, direct gaat de beuk er in, het wordt een heuse speedmars. Herder Pieter met 2 honden op kop om de kudde een beetje af te remmen, ik zelf loop met hond Kita achteraan met 5 verkeersbegeleiders, goed herkenbaar aan hun reflectorhesje. Het is een hoog 60+ gehalte wat ik om mij heen zie.
Ik zie al snel dat enkele 60+ begeleiders af en toe een dribbeltje inzetten om de kudde bij te kunnen houden. Er verschijnt een glimlach op mij gezicht en ik denk: “Echte Kenianen!”

Het is hectisch op de weg: heel veel verkeer, iedereen zwaait, maakt foto’s of een filmpje. Aan alle kanten begrip, de duimen gaan omhoog. Na 2 km kijk ik om mij heen en ik mis een verkeersbegeleider, zijn naam is Peter. Ik ken hem niet, hij had zich via Facebook aangemeld.
Peter, een Bourgondisch type met een verwaarloosde muggenbult op navelhoogte, hobbelde mee, maar nu loopt hij 100 meter achter de kudde tussen de file volgauto’s.

Snel schreeuw ik over de kudde heen naar Pieter “Hééé, Pieter, we hebben een achterblijver!” Pieter kijkt snel over zijn schouder naar achter en roept: “Schaap?” “Nee! Begeleider!” Pieter haalt zijn schouders op en roept: “Jammer dan, de kudde is niet te houden…”
Pieter is ook oud marathonloper, dus ik denk wel een beetje te weten hoe hij denkt... Na 2 minuten kijk ik weer achterom en…verdraaid! Ik zie die hele Peter niet meer!

“Het zal toch niet waar zijn? Hartaanval???”

"O nee, o nee,"denk ik. Ik zie zaterdag al de krantenkoppen: “Schaapskudde eist eerste dodelijke slachtoffer...” Vertwijfeld blijf ik staan, de kudde laat ik gaan en de eerste auto’s passeren mij. En dan gelukkig, bij de achtste auto gaat er een raampje open. Ik zie een arm er uit komen en de lachende kop van Peter, hij schreeuwt: “Herder, het gaat super, mooi dag zo, ik kom er straks weer bij!” “Ach die kogelstoters…” denk ik en ik draai mij om probeer met een stevige pas de kudde te achterhalen.

Inmiddels zijn we via het Poeldijkse Pad bij de Dijkstraat van Honselersdijk gekomen. Wat een drukte! Alles loopt uit, geen mens meer in AH, zelfs het personeel van bakker Scholtes komt naar buiten.
Via de valbrug naar het veilingterrein. Daar wil een haastige Poolse vrachtwagenchauffeur de kudde van achter inhalen. Hij heeft geen oog voor deze folklore en wil over de linkerhelft van de rijweg naar voren. Ik overzie het gevaar en sommeer de verkeersbegeleiders met gevaar voor eigen leven op de linker weghelft te gaan lopen om zo toch maar de vrachtwagen tegen te houden. Meneer bindt in en kiest eieren voor zijn geld. Eén verkeersbegeleider durft hij nog wel aan, maar drie begeleiders en die 100 drachtige meiden van de Westlandse schaapskudde, dat wordt te riskant.

met dank aan de Facebookpagina van de Westlandse schaapskudde
We komen bij een van de drukste kruispunten van het Westland: Dijkweg/Elsenburgerweg. We halen alles uit de kast! Alle verkeersbegeleiders (Peter is inmiddels gereanimeerd en doet weer dapper mee) schieten naar voren en zetten aan alle kanten het verkeer vast.

Als laatste loop ik over het kruispunt. Voor mij zie ik een soort Sinterklaasoptocht én een carnavalparade tegelijk. En voort gaat de kudde, tot aan het industrieterrein, vlak bij de watertoren van Naaldwijk. En dan, dan is er eindelijk rust. De kudde komt achter netten te staan. Het zit er op. We bedanken elkaar en ik zie iets verderop begeleider Peter tegen een lantaarnpaal aanleunen, met een glimlach en een opvallend rood hoofd.

En ik…? Ik kijk naar de Kenianen achter het net.

maandag 16 maart 2015

Boerenverstand

Begin maart 2015, het is lammertijd. Uit belangstelling ben ik even op de boerderij. Het is er gezellig druk, coördinator/ boer Aad en herder Arend hebben hun handen vol om alles goed te laten verlopen. De verloskundigen worden geassisteerd door enkele stagiaires van het Lentiz Maasland afdeling dierenverzorging. Inmiddels zijn er 60-70 lammetjes geboren, er zullen uiteindelijk wel meer dan 200 lammeren worden geboren, denk ik.

Mooi al die geboortes… Goed… als “de nood aan de man (vrouw?) komt”, wil ik best een keer assisteren bij een bevalling. Als boer Aad het vraagt wil ik wel naast zo’n schaap gaan liggen en een minuut of vijf mee helpen puffen om moeders te ondersteunen, maar bevallingen zijn niet echt mijn ding. Het valt mij op dat er veel meerlingen worden geboren. Vorig weekend is er zelfs een vierling geboren, tot grote vreugde en blijdschap van vrijwilligster Elly.

Elly, hoogopgeleid en een zware verantwoordelijke baan, heb ik in de zomer ontmoet tijdens een teambuildingssessie van een bedrijf bij de kudde. Zij werd geraakt door de hele ambiance en vroeg of ze betrokken kon worden in de toekomst als vrijwilligster.
Op verzoek van boer Aad is ze het weekend komen helpen met de bevallingen en uitgerekend dit weekend maakt zij mee dat er een vierling geboren wordt!
Voor haar een prachtige ervaring en ze kan er lyrisch over schrijven en praten, maar voor boer Aad…?

Aad kijkt als professional daar toch anders naar. De lammetjes komen zwakker en kleiner op de wereld en hoe zal het gaan met voeden? Het moederschaap heeft maar twee uiers. Het zal een hele klus worden om deze vier zwakke lammetjes in leven te houden. Snel worden moederschaap en de vier lammetjes in een apart kraamhok gebracht en de lammetjes komen onder de rode lamp voor extra warmte. Afwachten maar...

Natuurlijk zijn er bij zoveel geboortes ook wel eens tegenslagen. Nog geen twee dagen na dit bijzondere moment met de 4 lammetjes bevalt een ooi en… helaas de  twee lammetjes worden dood op de wereld gezet. De dode lammetjes worden direct bij de moeder weggehaald en moeders blijft geschokt en troosteloos achter. De stagiaires staan er beteuterd bij en weten zich moment even geen houding te geven. In een split second neemt boer Aad een beslissing: hij gebruikt zijn verstand, zijn “boerenverstand”.

“De vierling!” roept hij. De stagiaires begrijpen er niets van. Boer Aad snelt met grote passen naar het kraamhok met de vierling. Pakt twee zwakke “vierlinglammetjes” op en zet deze twee bij de rouwende moeder en… dat is het mooie van de natuur... de twee zwakke vierlinglammetjes proberen bij haar te drinken. De rouwende moeder accepteert dit en is plotseling weer de blije moeder.

Hoe gaat het dan met de moeder van de vierling? Dit schaap haalt opgelucht adem. De twee overgebleven lammetjes krijgen nu alle aandacht en krijgen nu voldoende melk zodat ook ze volop de kans krijgen om te groeien. Conclusie: beide moederschapen zijn gelukkig en zullen hun kroost met alle liefde op laten groeien, de vier lammetjes krijgen nu de kans om op te groeien tot volwaardige grote gezonde schapen. Kortom iedereen gelukkig!

Ik mag de vergelijking eigenlijk niet maken, maar toch komt deze gedachte bij me op: in derde wereldlanden sterven veel kinderen in het eerste levensjaar omdat de omstandigheden erbarmelijk zijn en/ of de moeder het baby'tje niet de juiste liefdevolle zorg kan geven. De baby'tjes worden te vondeling gelegd en als ze niet gevonden worden dan… sterven ze.
Nu zijn er jonge stellen in Nederland die graag zelf kinderen willen krijgen, maar dit is hun niet gegeven. Een adoptiekind kan een oplossing zijn, maar deze jonge stellen moeten dan soms een lange weg ondergaan, die soms jaren kan duren. Screening, testen, hun financiële situatie wordt bekeken en regels, regels, regels…

Toezeggingen, hoop, nog langer wachten en zelfs afzeggingen. Jonge echtparen gaan soms jarenlang door een emotionele achtbaan, met tot gevolg… hoop, onzekerheid, verdriet, twijfels en uiteindelijk berusting als ze dan toch te oud zijn (volgens de regels).

Het verhaal over de vierling gaat natuurlijk niet op, dat is te kort door de bocht, maar ik denk wel eens: “Nederland, is het nu echt allemaal nodig al die duizenden regels, verzonnen in de ivoren torens? Het kan soms toch ook anders. Hoe?

Gewoon, zoals boer Aad! Gebruik je boerenverstand!!!”




maandag 9 maart 2015

Nooit te oud om te leren

Het is lammertijd, de kudde is op de boerderij en er wordt nu niet gelopen met de kudde. Er zijn al heel wat lammetjes geboren, vorige week zelfs een vierling en dat is heel bijzonder.
Op 6 april, Tweede Paasdag organiseren we de lammetjesdag voor het publiek. Iedereen kan de lammetjes, meer dan 200, komen bekijken. Maar is nog veel meer te doen, er zullen demonstraties zijn met de honden, speurtochten, survivalparkoers, knutselen en yoga voor kinderen.

Mijn gedachten zijn nu al bij het voorjaar, de hele kudde met lammetjes gaat de polder in en dan zullen we weer regelmatig vriendengroepen of families met de kudde gaan lopen.
Vorig jaar had ik in het najaar een leuke Westlandse familie bij de kudde. Broers en zussen en aanhang zoeken elk jaar iets leuks om gezamenlijk iets te ondernemen. Hun kinderen in de leeftijd van 16 tot 22 jaar zijn er ook bij en natuurlijk... Oma! Oma is in de tachtig, wat slecht ter been, loopt met een rollator, maar "het koppie" is nog goed en ze heeft een gezellige en prettige uitstraling. Kleinkinderen zijn gek op haar, dat zie ik meteen.

We beginnen met koffie en appeltaart in de hooiberg en na 3 kwartier gaan we op pad, zoveel mogelijk over de verharde paden want tja Oma, met rollator, gaat natuurlijk mee. Ik laat het een en ander zien wat de hond allemaal kan en al snel worden er vragen gesteld, ook over de schapen. "Waarom hebben zoveel schapen een rode kleur op hun rug?" Ik geef daar netjes antwoord op: "De ram met dekblok heeft de liefde bedreven met dat schaap en na de daad laat het dekblok een rode kleur achter op de rug van de ooi." Dikke pret bij de jongelui, vooral als er een kleinkind, 17 jaar, quasi belangstellend vraagt: "En wat is er dan gebeurd met dat schaap die een rode kleur op z'n kop heeft?" Voordat ik kan antwoorden zijn er al drie antwoorden gegeven door de kleinkinderen en ik zie twee moeders met rode oortjes de andere kant opkijken.
Oma schudt meewarig haar hoofd kijkt mij aan en zegt verontschuldigend: "Herder, vroeger was het allemaal wel anders." "Nee hoor, omi," antwoordt een uit de kluiten gewassen kleinkind, "Vroeger konden ze er ook al wat van, hè omi?"

Ik verander snel van onderwerp en vertel met trots dat ik speciaal contact heb met nummer 39, de leider van de kudde. "Nummer 39 volgt mij altijd en als 39 eenmaal achter mij aanloopt dan volgt de hele kudde."
Ik pak mijn zakje met biks, rammel er mee en 39 reageert direct (alleen 39 krijgt van mij biks). Hij komt naar mij toe, ik geef hem snel wat biks en loop een stukje van de groep weg. 39 volgt, want hij weet, er zit nog meer in dat zakkie en direct lopen de andere dieren achter 39 aan.
Hond Kita stuur ik achter de kudde, zodat er aan de achterkant druk ontstaat en zo beweegt de kudde binnen twee minuten in die richting die ik wil. We lopen nog een stuk en vertel nog meer over de kudde en de hond.

Het einde nadert, Oma is in de wolken en zegt: "Als ik opnieuw geboren word, dan wil ik herder worden!!" "Maar oma," zeg ik, "Je bent nooit te oud om te leren en nooit te oud om je droom te verwezenlijken." Oma glimlacht en zegt: "Ja... ja..." "Nee oma, echt waar, als u dat wilt dan kan het vandaag nog! Maar... dan pakken we het ook serieus aan! Niks weilanden of wandelpaadjes, nee, we gaan de grote weg op!"
Kinderen kijken mij nu enigszins angstig aan, want DIT stond toch echt niet in het "draaiboek". Snel zeg ik tegen dochterlief: "Komt goed, vertrouw me."

Ik geef oma het zakje met biks, breng haar naar de asfaltweg, 39 volgt al, en ik zeg tegen haar: "Oma, goed rammelen en blijf midden op de weg lopen!"
Met vertrouwen kijkt ze me aan en zegt: "Ik ga het gewoon doen!" En daar gaat ze... Over de weg, rammelend met het zakkie, met 39 pal achter haar aan en dan... 300 schapen en pas daar achter de kinderen en de kleinkinderen.

Auto's gaan aan de kant, duimen gaan omhoog. Wandelaars blijven verbouwereerd staan en zien oma, met rollator, voorop met daarachter een kudde schapen. Eén kleinkind, 19 jaar, spreekt vol trots de wandelaars aan en zegt: “Dat is MIJN oma en ze leert nu voor herder!”



zondag 1 maart 2015

Kleren maken de man!

Het is winter en ik loop op een zondagochtend al vroeg met de kudde in de polder, de handen in de zakken van mijn lange herdersjas en de kraag hoog opgestoken. Ik heb mijn thermolaarzen aan en mijn onafscheidelijke hoed op. Het weer heeft nauwelijks invloed op me.
In de verte zie ik een jonge vrouw met kindje aan komen wandelen. Ze zwaait gemoedelijk naar me en ik zwaai terug. Ze loopt van het wandelpad af en komt mij tegemoet door het zompige gras. Ze zegt dan tegen haar dochtertje van ongeveer 5 jaar: “Ga maar aan de herder vragen of je het hondje mag aaien.”
Natuurlijk vind ik dat goed want ik vind het altijd leuk als mensen belangstelling tonen voor de hond of de schapen. Er volgt een kort praatje en we nemen met een glimlach afscheid. “Dag herder...” “Dag mevrouw, een fijne zondag nog…”

4 jaar geleden ben ik begonnen als herder en heb toen al vrij snel bewust gekozen voor “herderskleding”: lange jas, hoed en herdersstaf. Duidelijk voor iedereen, geen twijfel mogelijk!

Het is inmiddels 10.30 uur en ik zet de schapen even achter de netten. Ik heb afgesproken met een paar nieuwe herders op de boerderij. We drinken koffie in de herdershut en we bespreken onze nieuwe plannen om na de lammertijd op de zondagen met de kudde te gaan lopen.
We krijgen dan duidelijk een publieksfunctie, een mooi plaatje in de polder… nostalgie en misschien wel het visitekaartje van Midden Delfland? Wie weet?
Na de vergadering springen we op de fiets om het gehele gebied te verkennen, want de nieuwe herders moeten wel weten waar wel en waar niet gelopen mag worden.

We fietsen door het gebied en ik zie verschillende keren recreanten om kijken en mij nastaren. Ik sta er op dat moment niet zo bij stil, maar het roept inderdaad een beetje een vreemd beeld op. Ik fiets daar op een mountainbike met een lange jas en hoed op en een paar honden voor mij uit. Dit keer geen glimlachende jonge vrouw, die mij toezwaait maar opengesperde monden en vragende ogen: “Wat doet die vent met zijn lange jas op een mountainbike? Of … is ie z’n schapen misschien kwijt?”
Oké, geen tijd om alles uit te leggen, we verkennen het hele gebied en in de middag nemen we afscheid van elkaar met het gevoel: dat wordt een mooie periode, we gaan ervoor!
De rest van de middag loop ik weer alleen met de kudde en word menigmaal als herder aangesproken.

Het begint al te schemeren als ik bij mijn auto ben, de honden zijn vies en nat en gaan dus nu achter in de bus in de bench. Ik rij weg uit de polder en besef dat ik wel erg lang weggebleven ben op deze zondag. Ik bel vlug het thuisfront en zeg tegen vrouwlief: “Verrassing! Ik zorg voor het eten vanavond!”
Het is inmiddels warm in de auto en ik open de rits van mijn lange herdersjas. In Naaldwijk parkeer ik de bus en loop door de inmiddels donkere straten om ergens een pizza te scoren. Het is koud, mijn hoed diep over mijn ogen en mijn handen diep in mijn zakken van de open herdersjas. “Rits dicht, anders vat je kou,” zegt een stemmetje in mijn hoofd, “Joh, zeur niet, ben zo thuis,” denk ik terug. Ik kijk wat om mij heen en ik zie een vrouw op mij afkomen, maar ze steekt over.

Hè, verdorie, waar zat nou ook alweer die pizzaboer?
Toch maar even vragen, helaas niemand te zien. Ik sla rechts af en kom in een steegje, daar zie ik 2 meiden giechelen. Ik wil ze aanspreken, maar plotseling slaken zij een kreet en rennen weg. Ik snap er niets van. Gelukkig na 5 min vind ik die pizzaboer. Het is druk bij de balie, maar…. er staat niemand naast mij…. Met een pizzadoos stap ik iets later mijn auto in en laat de dag nog even passeren alvorens ik mijn vrouw verwen met een lauwe quattro formaggi.

“Vreemd,” denk ik, “Ik heb de hele dag dezelfde spijkerbroek, hoed en lange jas aangehad maar ik heb mij vandaag toch 3 keer anders gevoeld.” 

Kleren maken de man… of toch niet?

foto: Jeannemieke Hectors