maandag 29 december 2014

Gelukkig!

Tweede kerstdag in de vroege ochtend ben ik weer op zoek gegaan naar de kudde samen met vriend Arie. Arie is ook herder en heeft ook een hond: een grote waakhond, dus niet geschikt voor bij de kudde.
Arie loopt vaak mee in het weekend en heeft zich geconformeerd aan het herderschap: lange jas, hoed, herdersstok. Alleen de hond ontbreekt, best jammer, want zonder hond moet je zelf veel meer hollen!

Wijselijk heeft Arie dus de keuze gemaakt om dan maar met mij en mijn border collie Kita op pad te gaan, maar... dan moet de kudde er wel zijn!
De hele ochtend gezocht maar niets gevonden en rond 12 uur waren we weer terug bij boerderij.
Het is lekker weer en we kijken uit naar de bezoekers. Via dit blog en kranten hebben we een oproep gedaan om mee te helpen met het zoeken naar de kudde. We vroegen ons af hoeveel bezoekers er zullen komen 50? 100?

Om 14 uur komen de eerste bezoekers bij de boerderij. Vrijwilligster Lucia had zelf kerstkoekjes gebakken en dat smaakte best bij een kop koffie. Rond 14.30 uur begonnen de bezoekers met de speurtocht en een goed half uur later had de groep eindelijk de kudde gevonden. De kudde liep tussen de bosschages in de buurt van Schiedam.

"Ik ben meneer Kerst Man en hoe heet jij?"
Tussen de kudde liep een opgewonden standje, rood pak aan, met witte baard en een stomme muts op. Deze meneer had de kudde meegenomen en was de weg kwijtgeraakt, maar hij was ook figuurlijk de weg kwijt, wat een druktemaker!
Gelukkig waren er heel veel kinderen meegekomen, zij konden de netten open zetten en zij wisten de weg terug naar de boerderij. Alle kinderen hielpen mee: de wegen moesten afgezet worden voor het aankomend verkeer en de achterste schapen moesten aansluiten bij de kudde.

De kinderen sluiten het erf van de boerderij af.
Rond 16.00 uur was de kudde gelukkig weer op de boerderij. Er was warme chocolademelk en iedereen warmde zich aan het kampvuur. Herder Arie en ik kijken terug op een geslaagde middag, er waren tussen de 200 en 250 bezoekers, we hebben veel blije gezichten gezien en de kudde is weer terug!

Lekker warm!
Dank aan alle bezoekers en natuurlijk ook de vrijwilligers van Vockestaert. Ik wens je een fijne jaarwisseling.

P.S. Als je nog wilt weten wat de uitslag was van de speurtocht, vraag het via info@lexthoen.nl




zondag 21 december 2014

Een vreemde kennis

Vrijdagavond bij de kerstborrel van Vockestaert sprak ik even de beheerder. Hij gaf aan dat ik het weekend niet met de kudde hoefde te lopen, want een Amerikaan, een kennis van hem, zou de kudde verplaatsen van Holy naar onze boerderij.
Zo vlak voor de kerstdagen vond ik dit eigenlijk wel best, want ik heb het druk zat. Een weekendje vrij kwam prima uit. De beheerder zelf zou het weekend weggaan, maar hij zou mijn telefoonnummer geven aan zijn kennis.

Ik maakte met iedereen een praatje, kreeg mijn kerstpakket en wilde vertrekken. Door de volle rumoerige zaal liep ik naar de gang en kwam de beheerder nog even tegen. “Wie is die kennis eigenlijk?” vroeg ik hem. “Kees Man,” zei hij vaag met een mond vol pinda’s. “Nooit van gehoord,” dacht ik, ik groette hem snel en ging naar huis met een kist vol natuurproducten uit onze mooie streek Midden-Delfland.

Zaterdagavond krijg ik een “appie” op mijn telefoon: “Herder, ben met kudde walking, I lost the way, kan you helpen? Batterij tel. bijna op, gr. Kerst”
Ik begreep er weinig van en appte terug: “Wie is Kerst?”
Binnen 5 minuten een reply: “I am friend of beheerder, I walk with kudde Vockestaert, heb toestemming, my name is Kerst”

Toen begon het mij te dagen... Die Amerikaan was natuurlijk verdwaald in onze polders. Ik belde hem direct. Tuuuut… tuuuut... “Yes, you’re talking with Kerst Man, met wie spreek…” Tuuuut... tuuuuut...
Verbinding verbroken. “Verdorie,” dacht ik, “zijn batterijen zijn natuurlijk op.” Zondagochtend vroeg ben ik direct met mijn hond Kita gaan zoeken in de polders... maar niets te zien! Geen kudde!

Wat een ramp! Ik heb toen gelijk de politie gebeld! “Meneer de herder, het zijn geen kinderen meer, het zijn volwassen dames, dus dat heeft momenteel bij ons geen prioriteit”
“Ja maar, ja maar…” stamelde ik… “Meneer, goedendag en succes met zoeken…” Tuuut... tuuut...

Ik zit nu met mijn handen in mijn haar, ik zie maar één uitweg en dat is om al mijn kennissen en lezers van dit blog in te schakelen om mee te helpen:

Kom tweede Kerstdag om 14.00 uur naar de boerderij aan de Woudweg 26, Schiedam. We gaan dan rond 14.30 uur op zoek naar die Amerikaan, die meneer Man, Kerst Man, ja, zo heet hij…. En daar is dan ook de kudde… En dan brengen we de kudde naar de boerderij!
We warmen ons daarna bij het kampvuur en eten soep, drinken glühwein of chocomel en enne, enne… en dan hebben we toch met z’n allen een fijne kerst!

Een kerstoproep van een wanhopige herder.



zondag 7 december 2014

Een en tachtig

Het dinsdag begin december en bij het begin van de ochtend is er rijp te zien op de grasvelden. Het heeft licht gevroren en het is fris in de polder.

Met dit weer blijven veel mensen thuis, het nodigt de mensen niet uit om een lekkere wandeling te gaan maken. Voor mij is het een rustige, stille dag, geen dagjesmensen en geen groep bij de kudde. Ik zie in de verte een enkele hondenbezitter en zwaai gemoedelijk naar hem of haar.
De dag kabbelt voort, tijd voor een krantje is er wel maar ik vind het te fris om lang stil te zitten, ik kuier wat langs de rietkragen en ruim wat blikjes powerdrank, wietzakjes en lege zakjes chips op. Deze (jeugdige) vissers recreëren naar harte lust in hun tentjes langs de waterkant, maar hebben blijkbaar net dat stukje opvoeding gemist waarin verteld werd dat men na afloop ook de rotzooi op moet ruimen en mee moet nemen.

Ik besteed nog wat tijd om met de jonge hond Spyck te trainen. Spyck zit niet vast aan een lijntje, ze loopt rustig mee met de kudde. Samen de kudde drijven in voorwaartse richting doet ze goed. Spyck beheerst het “op 12 uur” blijven nog niet. Dit is ook moeilijk te oefenen met 150 schapen. Normaal gesproken beginnen de lessen met een jonge hond met 4 tot 6 schapen en dan is er veel beter en sneller overzicht voor de handler (herder). Werk aan de winkel voor het komende jaar.

Verder nog wat meegemaakt? Ja…

Aan het einde van de middag zie ik in een van de vaarten tussen het riet door een kano met daarin een man. Doodstil, hij beweegt niet. Ik kijk het een minuutje aan en de man beweegt nog steeds niet! “Verdorie,” denk ik, “Die man is onwel geworden, verdomme, nou moet ik zo meteen nog het water in ook.”
Ik loop naar het riet toe en spreek de man toe, gelukkig hij beweegt. Hij was bezig met om foto’s terug te kijken op zijn toestel. Niets aan de hand dus, ik ben een beetje opgelucht en we raken aan de praat. We delen onze interesses, de natuur, Midden-Delfland, de schaapskudde etc.

Al pratende kwam ik er achter dat ik hem al meer gezien heb op de wateren in Midden Delfland. “Bent u regelmatig op het water?” vraag ik hem. “Meneer, èlke dag, het hele jaar door, behalve als het vriest! Ik woon in Delft, pak mijn fiets en elke dag rij ik naar Schipluiden, want daar ligt mijn kano en dan vaar ik over de Vlaardingse Vaart naar de Vlietlanden. Ik vind het heerlijk om foto’s te maken, Ik heb wel zo'n modern toestel, maar ik laat nog gewoon de foto’s afdrukken op papier.”

“Zeker wel koud zo stil op het water?” vraag ik hem. “Welnee meneer, bij U daar op de kant is het koud, want u voelt de wind. Ik vaar meestal langs de rietkragen en dan ben ik in de luwte.” “Tja,” zeg ik, “Dat is wel slim, maar laat ik dat nou maar niet proberen, want dat wordt een zooitje met al die schapen in het riet.” We praten nog even kort over wat 'wij, buiten-mensen' in de winter voor kleding moeten hebben en het gesprek loopt ten einde. Tot slot vraag ik hem: “Mag ik u naar uw leeftijd vragen?”

“Ik ben 81…”

Hij steekt zijn hand op en peddelt langzaam verder…  en ik neem mij voor om tegen niemand, maar dan ook echt tegen niemand, te zeggen dat ik het deze dag koud heb gehad. Ik zet mijn kraag op, steek mijn handen diep in de zakken en ik loop tegen de oostenwind in naar de boerderij, nog een uurtje te gaan. In gedachten neem ik mij voor dat ik met mijn kudde in de Provence (Frankrijk) loop, 25 graden met een heerlijke zonnetje. En het helpt... een beetje, brrrrrrrr.


dinsdag 25 november 2014

Gelijkgestemden

Vorige week dinsdag was het een heerlijke dag in de polder, een schraal novemberzonnetje, weinig wind en alle tijd voor mijzelf, want er was geen groep gepland.

Ik breng al kuierend de ochtend door, eet een boterhammetje, drink een bakkie koffie, neem in gedachten enkele nieuwe ideeën door, kuier weer een stuk en neem de veranderde natuur waar: de ooien zijn gedekt, de bladeren vallen en de winter zal over enkele weken zijn intrede doen.

Ondanks het mooie weer is het erg rustig in de polder. Aan het einde van de middag zie ik in de verte een stel met de fiets in de hand wachten totdat ik met de kudde, lopend over een smal pad, arriveer op de parkeerplaats.
Er worden enkele vragen gesteld over de kudde die ik enthousiast beantwoord. Beleefdheidshalve vraag ik aan het stel: “Lekker aan het fietsen in de polder?” De vrouw antwoord: “Ja, lekker hoor, maar HIJ (knikkend naar haar man) moest nog naar een vogel.” Nieuwsgierig vraag ik: “Vogel?” “Ja,” antwoordt de man enthousiast, "gisteren op Waarneming.nl las ik dat de buidelmees in dit gebied is gesignaleerd. Maar helaas, ik heb hem niet kunnen vinden vanmiddag.” “Jammer.” zeg ik, “Ik heb hem ook niet gezien.” Enigszins teleurgesteld nemen we afscheid.

Mijn tocht gaat verder en nog geen half uur later vlakbij de nachtweide, kom ik op het wandelpad tussen het riet een man tegen. Typisch een “vogelaar” dacht ik. Groene jas, spijkerbroek, een ingeklapt statief onder de snelbinders en de onmisbare verrekijker aan een touwtje hangend op zijn buik. “Rustig in de polder.” zeg ik, doelend op het feit dat er ondanks het mooie weer nagenoeg geen mensen in de polder zijn.
“Ja, klopt”, antwoordt hij, ”Heb wel een zilverreiger en wat ooievaars gezien, maar het is inderdaad rustig.” Oja, dacht ik, die zit natuurlijk in een andere “wereld” dan ik. Dus snel schakelen “Ehh…. Maar meneer heeft u al de buidelmees gezien?” Hij kijkt mij aan of hij water ziet branden… “Maar ehhh, hoe? Ehh... Heeft u hem wel gezien dan, herder…?” stotterde hij. “Nee,” antwoordde ik op de bluf, “maar ik heb hem wel gehoord, dacht ik.” De vogelaar maakt snel zijn jas open en haalde zijn camera te voorschijn, binnen een minuut liet hij een filmpje zien dat hij deze middag gemaakt had van... de buidelmees.

Vol enthousiasme begon hij bij de beelden te vertellen over dit zeldzame vogeltje. 200 meter verderop voorbij de houten brug, bij wat riet had hij de opnames gemaakt. Het was een mooi vogeltje, insecten etend van een lisdodde, roodbruin ruggetje, een opvallend zwart gezichtsmasker en een vaal witte onderkant met de grootte van zeg maar.. een meessie. De vogelaar klapt zijn camera dicht en neemt met een grijns van oor tot oor en pretoogjes afscheid van mij. Tja, ik begrijp dat wel, een vogelaar is altijd alleen, honden en hondenbezitters zijn zijn vijanden, maar nu, nu was hij iemand tegengekomen die mee kon praten over de buidelmees. Wij waren gelijkgestemden!

Dezelfde week, vrijdagmiddag weer gelopen met de kudde. Ik ben weer in de buurt van de waterpartij met lisdodden. Ik wil niet zeggen dat “ze” in files liepen, maar ik kwam ze overal tegen op de onmogelijkste plekken, de mannen met de verrekijkers. Zoekend, sluipend en soms helemaal de verkeerde kant op lopend. En dan fluister ik: Psssttttt, buidelmees?” “Ja”, knikt de verrekijker. “Verkeerd,” fluister ik, “teruglopen, 2de bruggetje links, bij de lisdodde.” Dankbaar gaat een duim omhoog, tjaa, gelijkgestemden, hè!

P.S. ‘s Avond nog even gegoogled op “buidelmees” want ik weet heel weinig van vogels en het klopt: roodbruin ruggetje, opvallend zwart gezichtsmasker en een vaal witte onderkant (het staat in België zelfs op de rode lijst als zeldzaam).


foto: Marek Szczepanek

zondag 16 november 2014

Pech in de polder

Het is al november, maar het is heerlijk weer: 12 graden, weinig wind en een zonnetje, dus veel volk 's middags in de polder. Fietsers, wandelaars, vissers, hardlopers en af en toe ook wat scootmobielen.
In de winter zie je niemand, dan zijn het lange dagen, maar nu? Ach, er is altijd wel een praatje of er gebeurt wel iets.

Zo ook deze middag. Ik sta met de kudde op een breed fietspad. Ik ben in gesprek met een voorbijganger en hond Kita ligt op het fietspad voor de kudde, zodat de kudde niet beweegt.
Achter de kudde sluiten een scootmobiel en een fietser aan.
Op de scootmobiel zit een 80-jarige man in een rare houding, laten we hem maar meneer Scoot noemen. Meneer Scoot helt helemaal naar rechts en op de fiets zit een bezorgd kijkende thuisverzorgster. Laten we haar mevrouw Thuis noemen.

“Is er iets?” vraag ik aan mevrouw Thuis. “Ja, meneer Scoot heeft een lekke band en ik ben erg bang dat hij omvalt, maar hij wil niet stoppen. Hij wil alleen maar doorrijden. Het is goed dat de kudde hem nu even tegenhoudt, want ik durf zo niet verder met hem te rijden.”
Ik kijk naar de scootmobiel en jawel, de band is er al helemaal af en meneer Scoot rijdt op zijn velg.

Op de achterkant van de scootmobiel staat een telefoonnummer en mevrouw Thuis heeft, nu er even pauze is, gelukkig de tijd om te bellen. Mevrouw Thuis krijgt de hulpdienst aan de lijn en deze wil weten waar we zijn, zodat hij met een kraanwagen meneer Scoot op kan halen. Vragend kijkt mevrouw Thuis naar mij: “Waar zitten we, hoe heet het hier?” “Ehh tjaaa… ik noem dit altijd Schapenpad 3. Maar daar hebben de hulptroepen niets aan,” zeg ik. Snel bedenk ik een oplossing: “Laat de noodhulp maar naar het parkeerterrein aan de Holyweg rijden, daar zijn wij dan ook over een half uurtje.”

Mevrouw Thuis geeft dit door en kijkt vervolgens naar mij en vraagt: “Hoe dan?” “Laat mij maar even,” en ik spreek meteen meneer Scoot aan: “Meneer Scoot, vanaf nu bent u de hulpherder, U moet halfgas geven en achter de kudde blijven. Ik loop aan de rechterkant naast u en als u er uit dondert, gas los en dan vang ik u op.”

Zo gezegd, zo gedaan. Meneer Scoot en mijn twee honden zetten de kudde in beweging. Ik heb mijn handen vol. Hond Kita weet precies wat er van haar verlangd wordt, maar Spycky (9 maanden oud) wil, als ik haar niet in de gaten houdt, alle kanten opvliegen. Opletten dus!! Meneer Scoot hangt inmiddels half uit z’n karretje en leunt stevig tegen mijn linkerschouder.

In tegengestelde richting zie ik een wandelend echtpaar en een racefietser aankomen. Tegelijkertijd ben ik in gesprek met mevrouw Thuis, die schuin achter mij fietst. Ja, ik wil toch iets meer weten van meneer Scoot.
Meneer Scoot blijk nog zelfstandig te wonen en is goed aanspreekbaar. “Mooi!” denk ik, “Als het fout gaat dan is het wel makkelijker om direct met hem te communiceren.” De racefietser is inmiddels noodgedwongen gestopt en kijkt met z’n mond open, stomverbaasd naar deze bonte stoet.

Het wandelend echtpaar kijkt bezorgd: “Tia? Hartaanval?” “Nee,” zeg ik geruststellend: “Lekke band, maar ik heb geen plakspullen bij me.”
Uiteindelijk komen we uit bij de parkeerplek aan de Holyweg. Ik neem afscheid van mevrouw Thuis, zij kijkt gelukkig en tevreden, want nu is er rust en controle. Daarna wend ik mij tot meneer Scoot, hij heeft een grote grijns op zijn gezicht en geef ik meneer Scoot een hand. En dan hoor ik hem voor het eerst iets zeggen: “Gozer, ik vond het geweldig, ik ben de eerste herder in Nederland met een scootmobiel!!!” Met een glimlach en een drijfnatte rug zeg ik: “Succes straks met de wegenwacht”

Ik loop verder met de kudde en mijn twee maatjes. Jaaaaa… Er gebeurt altijd wel iets moois, als ik met de kudde loop.

De schapen bij de kooi 's ochtends vroeg.

vrijdag 7 november 2014

Kleuren in de polder 2

Het is herfst in de polder, sommige bomen verliezen al hun bladeren, andere bomen laten de prachtige herfstkleuren nog zien (bruin, geel en oranje). Ik loop op een zondag over de weilanden en neem na een uurtje even de tijd voor een “bakkie” (zwart).

Ik parkeer mijn kudde (wit met gele, groene en rode kleuren op hun rug) op een klein stukje land (groen) en klap mijn stoeltje (bruin) uit op het fietspad dat haaks staat op de Woudweg, tegenover boer Rodenburg. De Woudweg is een smalle weg waar twee auto’s elkaar eigenlijk niet kunnen passeren. Het fietspad is nog smaller en in het midden van het fietspad bij de Woudweg staat een paaltje om te voorkomen dat er een auto het fietspad op rijdt.

Ik zit ca 50 m van het paaltje af en geniet van de rust en van mijn bakkie koffie.

Na enige tijd zie ik in mijn ooghoeken een stel op fietsen (blauwe) aan komen, ze rijden over het fietspad richting Woudweg.
Ze zien mij zitten en doordat ik half het fietspad blokkeer gaan ze achter elkaar fietsen. Vrouw voorop en de man volgend. De man (groene jas) ziet aan mij dat ik een herder ben: lange jas, hoed en staf (alles bruin). Schichtig kijkt hij om zich heen, links, rechts, links om te kijken waar de kudde is.

En ja hoor, daar ziet hij ze allemaal: onze gekleurde dames. Gefascineerd blijft hij al fietsend naar rechts kijken, naar de kudde. Vrouw (rode jas) heeft niets in de gaten en fietst stoïcijns rechtdoor... En dan….? Dan hoor ik plotseling een geweldig oerklap en een schreeuw!!!! De man (groene jas) was boven op het fietspaaltje geknald. Zo’n rood-witte… je kent ze wel.

Hoe dit verder afloopt? Dat vertel ik misschien de volgende keer…

Wij deden niets!

dinsdag 4 november 2014

Kleuren in de polder 1

Van tijd tot tijd krijg ik leuke reacties op mijn blogverhalen. De meeste reacties kreeg ik van het verhaaltje dat op 16 september geplaatst is. Dat verhaal ging over een muisje en het was een verhaal met allerlei kleuren. Hieronder een andere kijk op "kleuren in de polder".

Na de intensieve en prachtige wandelweken in de Morvan (Frankrijk) ben ik zaterdagavond laat thuis gekomen. De koffers vol met vieze kleren blijven op zondagochtend nog even in de gang staan, want ik wil éérst naar de kudde. Zodra ik mijn schapenschoenen aantrek en een hoed opzet staan de honden Kita en Spyck te trappelen van ongeduld. Ze zijn nog schoon en droog en mogen dus voorin de bus. Spyck de jongste, op de grond, naast het gaspedaal en moeder Kita op een kleedje op de bank, naast mij.

Als we bij Schipluiden de polder in rijden, wordt Kita meestal onrustig: of ze ruikt de polder of ze merkt het aan mijn rijgedrag. Maar steevast voorbij Schipluiden gaat ze zitten en kijkt naar buiten en begint te snuiven. Aangekomen bij de boerderij aan de Woudweg, sprint Kita uit de auto en rent naar het hek. Ik zet Kita nog even vast aan het hek, want ik wil eerst nog even 15 min "trainen" met Spyck de pup van 8,5 maand. Deze jonge hond is er echt aan toe om aan het werk gezet te worden, want ze vertoont af en toe "verveelgedrag".

Daarna gaan we met z’n allen op stap, het is een mooi spul bij elkaar. Maar wie zijn "we" dan wel? Allereerst de 2 genoemde honden, natuurlijk mijn kameraad nummer 39, de leider (de hamel) van de kudde, gevolgd door 150 dames (de ooien) en twee vreemde schapen, die een paar weken aan het logeren zijn. Het zijn eigenlijk een soort "winterschilders", want zij zorgen in deze periode voor een kleurrijk geheel.

Zij hebben een "klimbroekje" aan en aan dat klimbroekje zit "een kleurpotlood". Vandaag is het de kleur rood. Geel en groen zijn al door de logees gebruikt toen ik op vakantie was. Dat kan ik zien aan de ruggen van de ooien. Veel schapen hebben reeds de kleur geel of groen op hun rug.

Hoe werkt dat nu met zo’n "winterschilder"? Dat gaat als volgt: de winterschilder, onze logé, is een ram (mannetje) en maakt een date met de ooi (een vrouwtje) als er een klik is (en dat is er snel) dat belooft de ram zijn geliefde "eeuwige" trouw, waarop de ooi dan zegt: "Oké, dan wil ik wel een kind van jou".
Dit is niet de plaats om uitvoerig de details te vermelden, maar het komt er op neer dat de "liefdesdaad" vrij snel (dus eigenlijk in een wip) gedaan wordt. Aan het einde van dit gelukzalige moment doet de logé (de dekram) een stapje terug en veegt op datzelfde moment met het dekblok (het rode kleurpotlood) over de rug van de ooi. Deze kleur is watervast en blijft er maanden op zitten.

Doordat de ooien nu gekleurd zijn weet de boer/herder welke ooien er gedekt zijn en nog belangrijker: wanneer de ooien gedekt zijn. De draagtijd is 5 maanden min 5 dagen. Dus de boer/herder weet dan precies wanneer de ooi “af moet lammeren” (wanneer het lammetje geboren wordt). Waarom nu de verschillende kleuren? De cyclus van een schaap is 17 dagen. We beginnen met geel, na 17 dagen vervangen we de dekblokken voor groen, en weer 17 dagen later door rode dekblokken.

Na 5 maanden weet de boer dat alleen de ooien met de gele kleur naar binnen moeten voor het aflammeren. 17 dagen later komen de ooien met groene kleur naar binnen en de geboren lammetjes van de gele ooien gaan dan al weer na een volgende stal. En weer 17 dagen later komen de rode ooien naar binnen en verhuizen de ooien en lammetjes van de groene kleur naar de volgende stal.

ram met dekblok en ooien

zondag 26 oktober 2014

Hond Kita op vakantie in Frankrijk

Wandelvakantie
Een paar keer per jaar verzorg ik wandelvakanties in Frankrijk, in de Morvan, een prachtig natuurgebied met meren, bossen, landerijen en met een middengebergte van 300 tot 900 m hoogte.

De wandelgroep, ongeveer 25 personen, loopt elke dag in een andere omgeving. Als gids ga ik altijd voorop en natuurlijk gaat hond Kita altijd mee. Ze loopt dan 100 m vooruit, gaat aan de kant liggen en wacht totdat ik eraan kom en hoopt dan op een commando. Maar in zo’n wandelweek ben ik gericht op de wandelaars en ben dus (voor de “buitenwereld”) weinig bezig met de hond. Maar lichaamstaal of een fluisterend woord is voor Kita al voldoende om de volgende run in te zetten.

Al snel verwondert de groep zich over het gedrag van de hond. Kita weet al heel snel de routes die ik met de groepen loop. Bij een kruispunt in een bos weet zij al dat ik daar hoogstwaarschijnlijk linksaf ga. Ze gaat dus links het pad in, gaat liggen en wacht totdat ik er ben.
En na één dag al hoor ik de wandelaars zeggen: “Die hond wijst ons de weg”. De focus van de Kita is altijd op mij gericht en laat dus een onvoorwaardelijke trouw zien. Volgzaam, alert en met plezier is mijn maatje dus de hele dag bij ons. Dat gaat zo de hele week door. Als ik stop voor een anekdote of een korte vertelling, ligt Kita aan de kant te wachten en zodra ik beweeg, beweegt Kita.

Demonstratie
Op de laatste dag van de afgelopen wandelweek gebeurt er iets bijzonders. Deelnemers genieten, houden zich kranig, maar ik zie dat enkelen moeite hebben met het tempo, dus las ik af en toe een rustmoment in.

Het is aan het einde van de middag, we lopen over een heuvelachtig landschap met wat bossen en weilanden. Ik stop bij een hek bij een weiland en verderop lopen zo'n 10 schapen te grazen. De groep sluit aan en luistert. Eindelijk tijd voor een korte demo. Ik geef aan dat ik op 30 m afstand nog steeds kan fluisteren met mijn hond, "Maar..." zeg ik:“Ik heb géén toestemming, ik ken de schapen niet en Kita kent de schapen ook niet! Dus als er iets gebeurt, dan roep ik Kita direct terug.”

Het is muisstil, ik open het hek en Kita rent de wei in, direct fluister ik het commando “lie down” en direct ligt Kia af in het weiland, 30 m vanaf het hek. Ik fluister het sluipcommando “easy” en Kita sluipt naar de kudde. Dan, op 50 m afstand, leg ik haar weer af. Ongeloof op de gezichten van de wandelaars. Dan leg ik uit dat ik Kita op “12 uur” ga leggen. Met andere woorden ik stuur Kita in een boog om de schapen heen, zodat Kita achter de schapen is. De schapen behoren dan te schrikken, zoeken elkaar op en worden door de hond naar voren naar mij, de herder, gebracht.

Ai!
Dat wil zeggen... zo behoort het spelletje te gaan, maat het loopt dit keer anders! De schapen zien misschien voor het eerst van hun leven een hond. De schapen groeperen (kuddegedrag) en de leider kijkt Kita strak aan. Kita neemt dezelfde positie in en kijkt de kudde aan (the eye). In zo’n situatie moet de hond zoveel “druk” uitoefenen dat de kudde terugdeinst en Kita sluipt dan naar de kudde, zodat de kudde in beweging blijft.

De leider van de kudde deinst echter niet terug. Uit nieuwsgierigheid of om zijn kudde te verdedigen stapt de leider, gevolgd door de overige schapen, langzaam op Kita af!
Helaas... Kita geeft te weinig druk en wijkt uit naar links. Gevolg: de kudde loopt ook naar links. Daarna wijkt Kita uit naar rechts, de leider ook, dus ook de kudde loopt naar rechts. Voor de buitenstaander is dit een koddig gezicht: “Ooh, kijk eens, de schaapjes volgen allemaal de hond, geweldig!”

Voor mij als herder is dit een situatie die ik te allen tijden wil en moet voorkomen. Als het mijn eigen kudde in Midden Delfland is, zal ik direct ingrijpen en snel mijn assistentie verlenen om samen “druk” te zetten op de kudde zodat de kudde toch uitwijkt en mijn hond aanspoort om de kudde langzaam op te “drijven”.

Applaus
Maar… dit is niet mijn kudde, dit is niet mijn land, dus fluit ik snel mijn hond terug naar het hek. 10 meter voor het hek fluister ik nog één keer: “lie down” en direct ligt Kita af. Ik open het hek en roep Kita. Langzaam loopt Kita naar het hek toe (jammer baas, ik had nog zoveel zin...). Op het moment dat Kita door het hek gaat, klappen 25 vermoeide wandelaars luid voor de hond.

Ik was van plan om alles uit te leggen, maar… ik laat het maar zo. We vervolgen onze weg en met trots luister ik naar de complimenten en de verbazing die men uitspreekt over Kita.

In het midden de oude hamel van onze eigen kudde.

zondag 5 oktober 2014

Als er een schaap over de dam is...

Een groep uit de psychiatrie gaat met mij op stap met de kudde. We kiezen voor een gebied met veel smalle paadjes en kleine platte bruggetjes. De schapen hebben niet veel met water en zeker niet zo'n smal plat bruggetje. Ze stoppen dan ook altijd voor een brug. Als ik met de leider (de hamel) voorop loop, is het geen probleem: de hamel volgt mij en de kudde volgt de hamel. Hond Kita zorgt er voor dat de achterste schapen ook meekomen.

Maar als ik met een groep loop, ben ik achter de kudde. Samen met enkele deelnemers hoed ik de kudde: we drijven de schapen rustig naar voren. Aangekomen bij een platte brug, zie je steevast hetzelfde patroon: de schapen stoppen voor de brug. Als de hamel voorop loopt, is er geen probleem. Maar vaak gebeurt het dat de hamel ook achter de kudde bij mij blijft. Hoe lossen we dit op?

Voorzichtigheid is dan geboden. Ik waarschuw de deelnemers om rustig te blijven en enige afstand te houden. Bij te veel druk ontstaat er immers stress bij de kudde en dan willen de schapen allemaal tegelijk over die smalle brug.
De deelnemers stoppen, alles is onder controle, maar door de drukte vergeet ik mijn eigen hond, en die wil natuurlijk vlak achter de schapen zijn, dus... Toch nog enige stress voor de brug! Ik wil Kita terug sturen, maar het is al te laat.

Een deelnemer, die vooraan bij de brug staat, ziet het gebeuren. Zwaaiend met z'n armen schreeuwt hij: "Er is een schaap in het water gedonderd." Ik sta zelf helemaal achteraan de kudde en schreeuw gemaakt paniekerig terug: "Doe wat, anders verzuipt dat beest!"

8 van de 10 deelnemers staan aan de grond genageld, weten zich geen raad, maar 2 deelnemers nemen het initiatief, ze stappen in de slootkant en doen verwoede pogingen om het schaap te redden. Inmiddels ben ik door de kudde lopend, gearriveerd bij de brug.
Als het een lammetje is dan geef ik in zulke gevallen enkel advies wat de deelnemer(s) moet(en) doen. Als het een volwassen schaap is, zal ik assistentie moeten verlenen.
Dit keer is een een volwassen schaap, kop en nek steken nog net boven het water uit. Met de kromming van mijn herdersstaf trek ik een voorpoot van het schaap naar me toe. We pakken het schaap bij zijn vacht en voorpoten beet en met vereende krachten trekken we het schaap op het droge (al gauw met al dat water in zijn vacht 80 kg).

Het schaap sprint de brug over om bij de kudde aan te sluiten. Met m'n handen op mij knieën, speel ik de rol van zeer vermoeide herder. Ik zie dat de twee redders ook na staan te hijgen, we glimlachen, ik loop naar ze toe en geef ze een high five! De andere deelnemers hebben met bewondering toegekeken en een enkeling geeft complimenten aan de redders.
We vervolgen onze weg en na afloop drinken we met z'n allen koffie in de herdershut.

De redding is het gesprek van de dag, de twee redders raken niet uitgepraat en "boerin" Ellen, die voor de koffie en de taart zorgt, hoort alles met veel belangstelling aan.
De deelnemers stappen daarna in het busje met begeleiding en rijden terug naar de instelling. De duimen gaan omhoog, ik zie blije gezichten en ik kijk het busje na over het lange boerenpad.

Dit was voor hen meer dan alleen maar een leuke middag en een lekker stuk taart.
Natuurbeleving, respect voor de dieren, maar vooral... het vergroten van het zelfbeeld en zelfvertrouwen is vandaag aan de orde gekomen! Ik blijf het elke keer zeggen als ik weer een groep heb mogen begeleiden: "De primaire taak van de kudde is het begrazen van dit gebied, maar de meerwaarde zoals hierboven beschreven is, is vele malen groter!"

Gemeentes, provincie, lees dit verhaal! Verlaat het bureau, loop eens mee en ervaar de meerwaarde van de schaapskudde in onze polder!

We kunnen het best, achter elkaar aan!

zondag 28 september 2014

Een groep bij de kudde

Wekelijks heb ik wel een groep bij de kudde, een groep van een basisschool, een bedrijf, een gezin, maar ook vaak een groep uit de psychiatrie.
Cliënten die ambulant geholpen worden: ze wonen thuis en krijgen van tijd tot tijd ondersteuning van bijvoorbeeld een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, of chronisch psychiatrische cliënten: zij hebben ernstige psychiatrische problemen en verblijven in een instelling of een psychiatrisch ziekenhuis.

De laatst genoemde groep kwam deze week bij de kudde.
Sommige bezoekers zijn apathisch, willen amper een hand geven en willen eigenlijk alleen maar koffie, een sigaretje en rust in hun hoofd. Deze mensen zitten niet te wachten op een verhaal over begrazing, ecologische veranderingen in het landschap etc.
Nee, het enige wat hun aandacht kan trekken, is de hond! Daar begin ik dan ook snel mee. Het is fascinerend om te zien hoe de hond Kita kan en wil werken. Kita is de "eyecatcher" en als de deelnemers dit eenmaal een minuut of 20 gezien hebben, is het ijs gebroken. Dan worden er vragen gesteld.

De volgende stap is dat de bezoekers voorzichtig zelf gaan drijven (zonder hond!). Dat is een prachtig gezicht: de hond aan de kant en de deelnemers lopen over de drassige weilanden om de kudde in alle rust ergens naar toe te brengen. Hoe rustiger de deelnemers, hoe rustiger de schapen. Deze activiteiten vergroten het zelfvertrouwen van de bezoekers.
Zij krijgen een positieve ervaring in een natuurlijke omgeving, de blauwe lucht, de groene weilanden, de rust en de wind door de haren. Geen gehaast, geen stress... tenzij de kudde over een single track (smal paadje) gestuurd moet worden.

En soms doe ik dat met een groep. En dan moet je plotseling over een smal bruggetje van 80 cm breed, 300 schapen vinden dat eng en willen eigenlijk allemaal tegelijk er overheen. En ALS er dan een schaap van de brug af valt, hoe reageert de groep dan...? Dat moet wel fout gaan of....?
Hoe dat afloopt, schrijf ik ik een volgend verhaal!

Archieffoto: herder Ton met de kudde in 2012.


zondag 21 september 2014

Iedereen heeft zijn kwaliteiten

Van de week weer eens met de kudde gelopen zonder een groep. Ook wel weer eens lekker: alleen met de kudde en mijn hond Kita. En trouwens ook met de pup van Kita, Spyck (inmiddels 7 maanden oud). Echt een jonge hond: wil graag werken, met een goede drive en overenthousiast, zeker in het begin!

Om de schapen van de nachtwei te halen gebruik ik Kita. Ze werkt rustig en geeft veel minder “druk” dan de jonge Spyck. Eenmaal aangekomen in de te begrazen percelen laat ik Spyck los, om haar wat te trainen. Ze rent met volle passie om de kudde, linksom, rechtsom. Ze pakt het goed op, maar maakt natuurlijk nog veel fouten. Voor mij is het nu belangrijk om wel te corrigeren als het echt fout gaat, maar ik moet oppassen dat ik haar niet vergelijk met Kita. Spycky moet vooral enthousiast blijven om te willen werken, ze mag dus niet te veel op haar kop krijgen, want dat is dat niet goed voor haar zelfvertrouwen.

Maar… wat vinden de schapen en de evt. toeschouwers daar nu van? Wel… de schapen gaan liever met Kita op stap. Haar zijn ze gewend en ze is de rust zelve bij de kudde, dat voelen/weten de schapen. Géén stress en altijd tijd voor een hapje gras.

Spycky daarentegen zorgt voor een heel ander beeld: er is onrust in de kudde en alle schapen staan op een kluitje bij elkaar. Terwijl ik Spycky aan het trainen ben, zie ik dat ik al enige tijd gefilmd word door een oudere heer in een scootmobiel.

Niet wetende wat hij met die beelden gaat doen vind ik het, in het kader van de pr, toch beter om Spyck aan de kant vast te zetten en “voor het plaatje” verder te gaan met de ervaren Kita. Ik maak even kennis met meneer en leg kort uit dat Spyck nog eigenlijk een pup is die nog alles moet leren. “Maak ook even wat beelden van Kita, ik zal haar aan het werk zetten”. Alsof Kita het aanvoelt: uiterst geconcentreerd werkt ze precies en luistert subliem naar elk commando. Zonder het te laten merken ben ik toch wel trots op haar. 

Meneer blijft maar filmen en na 10 minuten leg ik Kita af, loop naar meneer toe en wil hem een hand geven. Hij pakt met beide handen mijn hand beet en zegt: “Geweldig, dank u wel, wat een prachtige dag!” Allebei hebben we een glimlach op ons gezicht en we nemen afscheid. Ik kijk hem na. Hij stuurt zijn scootmobiel behoedzaam langs 3 hoopjes schapenkeutels en rijdt vervolgens met gepaste snelheid kaasrecht over het smalle grindpad. Kijk… dat kan ik dan weer niet…


Lekker aan het werk: grazen.

dinsdag 16 september 2014

Een gevulde boezem

Elke week ontmoet ik passanten bij de kudde. De één zegt “Goedemorgen” en loopt door, de ander begint een heel verhaal.

Deze ochtend ontmoet ik een jonge moeder, joggingpak aan, het lange blonde haar losjes in een staart en naast haar een jonge aangelijnde hond (een zwarte). “Goedemorgen,” zeg ik, “lekker aan de wandel?” “Ja,” zegt ze, “de hond kan straks lekker los en het is hier zo heerlijk rustig.” We zeggen elkaar daarna gedag en een ieder gaat zijn weg.

Na 1,5 uur zie ik haar in de verte weer verschijnen en ze komt vrolijk naar mij toe met de hond, genaamd Victor, weer aangelijnd. Ze begint weer een praatje: “Victor was opeens met een muisje aan het spelen en dat vond ik zielig en toen heb ik het muisje maar opgepakt en meegenomen.” Ik kwam niet verder dan: “Ooh.” Ze ging verder: “Wil je het muisje zien?” “Ja hoor, leuk!” zei ik, maar voordat ik kon vragen waar dat muisje dan zat, opende ze haar sweater (een grijze).
Ze trok de rits helemaal naar beneden. Haar BH was nu goed zichtbaar (een rode). Ze trok haar BH (nogmaals... een rode)  schuin naar beneden en ja hoor, daar zat een klein veldmuisje (een bruine) piepend tegen haar welgevormde borst (een witte).


Ik ben niet verlegen en weet meestal snel een antwoord te geven, maar nu moest ik toch even naar woorden zoeken.  “Ehhh, leuk,” zei ik, “het muisje heeft het wel lekker warm zo.” Ze sloot haar BH (juist.. die rode), trok de rits van de sweater weer omhoog en zei: “Ja dat is wel lekker warm voor het beestje, nou, doei, ik ga weer!” en ze stapte met haar aangelijnde hondje (een zwarte) naar haar auto (een groene).

Ik keek haar na en dacht aan… het muisje. Tja, een bruin muisje lekker warm tegen een witte borst.
’s Avonds thuisgekomen vroeg mijn vrouw mij: “En , hoe was het vandaag?”  “Leuk, het was een héél kleurrijke dag.
En ik dacht aan het muisje, het was een witte... o nee, het was een bruine…..

woensdag 16 juli 2014

Stress in de polder

In mijn vorige verhaal gaf ik al aan dat het werkwoord “kuieren” een echt herderswoord is. Wij herders kuieren wat af. Beetje om je heen kijken, stukje wandelen, hier en daar een praatje, alles lekker relaxed. Het is iets anders dan je vervelen, want bij kuieren ben je altijd wel bezig: je observeert de border collie of een lam dat mank loopt, je kijkt naar de buizerd of het valkje dat aan het bidden is, je volgt een wegschietende haas en gaat daarna opzoek naar zijn leger. In de verte probeert een mevrouw haar loslopende hond haastig vast te lijnen als ze de kudde ziet.
Er is altijd wat te beleven in de polder.

Nu terug naar de titel van het verhaal. Aan het einde van een mooie kuiermiddag loop ik met de kudde terug richting de boerderij. Ik heb bezoek bij de kudde en ik besluit om samen hen het laatste stukje over de Woudweg te lopen.
Vlak voor de verlengde A4 wordt de Woudweg gekruist door een fietspad, gemarkeerd door twee roodwitte paaltjes. Daar aangekomen sla ik met de hamel (de leider van de kudde) linksaf en ik zie een bestelbusje de kudde naderen. De bestuurder (laten we hem “meneer S” noemen) remt af, stopt en bekijkt de kudde, een mooi moment om even te onthaasten.
Inmiddels zijn de eerste 50 schapen de hamel gevolgd en lopen alweer op het fietspad, de rest, zo'n kleine 350 schapen, volgt gemoedelijk.


Plotseling geeft meneer S een dot gas. Ik kijk over mijn schouder en zie dat de bestelbus naar links uitwijkt. Hij omzeilt de kudde en vliegt het fietspad op! 400 schapen en een blind paard hebben gezien dat daar in het midden op het fietspad een roodwitte paal staat...

Maar meneer S (juist: de S van Stress...) zag blijkbaar deze paal over het hoofd en vliegt er tegen aan. Hij beseft op dat moment dat er blijkbaar iets fout gaat en zet de bus in zijn achteruit, schiet naar achter en in plaats van beduusd uit zijn auto te komen, geeft meneer S weer gas en scheurt nog een keer naar voren nu óver de roodwitte paal heen. Of er een bom ontploft! Met een rotklap staat de bestelbus stil... De roodwitte paal zit vast aan de onderkant van het chassis.

Inmiddels is mijn kudde bijna in zijn geheel op het fietspad, ik loop terug naar de weg om daar mijn hond Kita af te leggen. Daardoor krijg ik even de tijd om bij de bestuurder te informeren wat er nu aan de hand is.
Terwijl er verschillende voorbijgangers helpen om de wagen los te krijgen, zit meneer S zit nog steeds achter het stuur met het raampje open. Beleefd maar wel verontwaardigd vraag ik hem: “Waarom schiet je nu het fietspad op, je kan toch even wachten?”
Een vreemd antwoord volgt stotterend: “Ehhhh, mijn TomTom zei dat ik ehhh,  linksaf moest…”  Ik doe nog een kleine poging met de opmerking: “Maar dat kan niet want linksaf is een fietspad,” maar mijn kudde loopt gestaag door.

Ik ga weer op pad en enkele omstanders schudden hun hoofd. “Wat een stresskip,” hoor ik ze zeggen. Ik wil ze uitleggen dat meneer S eens zou moeten gaan “kuieren” maar dat kan niet, want ik moet opschieten (!), mijn kudde loopt al 300 meter verderop, zonder hond!
Met “anti-kuierpassen” haast ik mij naar voren…

Wat een stress in de polder…


donderdag 10 juli 2014

Haast in de polder

De allereerste keer dat ik met de kudde in de Zouteveensepolder liep, kan ik me nog goed herinneren.
Het was begin november 2010. Ik kreeg van de beheerder de opdracht om vanaf de boerderij naar Holy te lopen (ongeveer 2,5 km). De beheerder wenste mij succes en ik ging op pad. Nog nooit had ik met 400 schapen over de openbare weg gelopen, het zweet stond op mijn rug.

Met flinke stappen zette ik koers richting Holy. Ik spoorde mijn hond Kita telkens aan. En met mijn stok porde ik af en toe een achterblijvend schaap om toch vooral maar haast te maken om bij de voortgaande kudde te blijven. Ik liep zelf ook van links naar rechts achter de kudde om maar vooral tempo te houden met de kudde. Al snel stak ik de Breeweg over.

“Voort, voort, voort,” dacht ik, want ik wilde de beheerder niet teleurstellen. “Ik zal hem eens even laten zien hoe wij, Westlanders, dat aanpakken.” Ja, ik ben een Westlander en Westlanders weten van aanpakken. Je moet van A naar B en dat doe je dan zo efficiënt mogelijk en niet te zeuren… maar opschieten!
Na een uur was ik bijna bij Holy, Kita liep met zijn tong uit z’n bek en de schapen vertoonden hetzelfde gedrag. Dus ik kon tevreden zijn!

Plotseling verscheen met een noodvaart een pick-up. Met piepende remmen kwam dit mobiel tot stilstaand, het portier werd opengegooid, de motor bleef draaien en er stapte een man uit, het was… de beheerder! Armzwaaiend kwam hij op mij afgelopen, het rood stond tot in zijn nek en hij vroeg met luide stem: “WAT BEN JIJ AAN HET DOEN???”
Beteuterd antwoordde ik: “Ik moest toch naar Holy lopen met de kudde?”
De beheerder zag mijn schrik, temperde zijn stemvolume en zei: “Ja maar beste jongen... je bent veel te snel, daar moet je een paar uur over doen, de schapen hebben amper tijd om te eten, ze zijn bekaf."

Op dat moment legde hij mij een nieuw werkwoord uit: “KUIEREN”. Dat is zoiets als je ergens naar toe moet, maar dan moet je dat héél langzaam en rustig doen. Wij Westlanders kennen dat niet, maar ik had mij voorgenomen als beginnend herder om alles te willen leren.
Wel dat “KUIEREN” heb ik mijzelf wel aan moeten leren. Nu ben ik inmiddels bijna 4 jaar verder en ik kuier wat af met de kudde en ik moet zeggen, het is even wennen, maar het bevalt me nu best.

“KUIEREN” is het tegenovergestelde van “zich haasten”of “haast hebben”.
We hebben altijd haast, we moeten dit en we moeten dat… ik hoor nooit iemand zeggen: “Ik ga vanmiddag kuieren” en toch zouden we dat af en toe eens moeten doen, gewoon: “KUIEREN”.
Vanmiddag kuierde ik met de kudde over de Woudweg, er kwam een bestelbus aan en hij zag dat ik “kuierde” en hij had “haast”.
Dat gaat niet goed samen, hoe dat afliep, schrijf ik in het volgende blog.

De kudde op het viaduct over de A4 op de Woudweg.

donderdag 26 juni 2014

Héél bijzonder

Het is maandag en voor mij een “gewone” werkdag. Dit keer ben ik dus niet bij de kudde van Vockestaert.
Ik ontvang een school bij mij op het outdoorcentrum in Monster. De kinderen hebben een verstandelijke beperking. Ze gaan vandaag o.a. kanovaren, boogschieten, steppen, vlotten bouwen en vuur maken.

Er is een klein groepje met 5 meisjes (10-11 jaar) dat niet bij het water mag komen. De docenten hadden mij gevraagd om voor dit groepje een alternatief te bedenken.
Mijn buurman heeft 2 schapen lopen op een landje en ik kreeg toestemming om daar met mijn hond iets te laten zien. Ik neem de vijf kinderen mee naar het weilandje en ik laat zien wat de hond Kita kan.

Ik zie de kinderen voor het eerst en weet dus niet wat hun verstandelijke beperking is. Een meisje praat honderd uit en stelt alleen maar vragen, een ander meisje, laten we haar Christa noemen, kijkt voor zich uit en reageert niet op mijn vragen, ik zie ook geen mimiek. Ik ga aan de slag met Kita met de voor haar gebruikelijke commando’s: Away… Come Bye... Easy... LIE DOWN etc.

Na een minuut of twintig stop ik ermee, loop naar het deurtje van het hek, waar de kinderen vanaf die plek alles gezien hebben. Ik sta nog wat na te praten met de juffrouw en een paar kinderen.
Christa had nog geen enkele reactie vertoond. Plotseling buigt Christa zich licht voorover en zegt met een lage stem tegen Kita: “LIE DOWN” promp gaat Kita op de grond liggen en kijkt Christa aan. De juffrouw en ik kijken elkaar aan en ervaren dit als bijzonder.

Ik geef Christa een compliment dat ze goed met dieren om kan gaan.
De activiteiten gaan die dag verder, het is mooi weer er wordt gelachen, gezwommen en de kids hebben plezier. Aan het einde van de dag komt Christa naar mij toe en vraagt: “Wanneer komt de hond?” Ik vraag haar: “Zou je dat leuk vinden?”, maar ze reageert niet.

Toch besluit ik om direct Kita te halen. Na 2 minuten ben ik terug, ik zoek een rustige plek onder een boom, 20 meter van de joelende kinderen vandaan. Ik sta stil en wacht af wat er gaat gebeuren. Christa buigt zich licht voorover naar Kita en zegt weer met een lage stem: “LIE DOWN” en wéér gaat Kita direct op de grond liggen… zonder verder maar iets te zeggen, gaan we allebei op de grond zitten met Kita tussen ons in. 
Christa aait zachtjes de hond en ik? Ik vind dit héél bijzonder!

Kita

maandag 23 juni 2014

Hoe werkt het spelletje?

Hoe krijg je nu een kudde van 400 schapen naar links, naar rechts, vooruit of achteruit? Dat doe je natuurlijk met de hond. Ik heb een border collie, een pracht beest. Ze heet Kita.

Een herder gaat uit van twee principes in de natuur:
1. Schapen zijn vluchtdieren (vluchtgedrag) en bij onrust blijven ze bij elkaar (kuddegedrag)
2. De hond stamt af van de wolf, de wolf is een roofdier (jacht en/of drijfinstinct)

Als de hond recht op de kudde afstormt of sluipt (veel hondenrassen doen dit), dan zullen de schapen wegrennen/ vluchten. Als je als herder wilt dat de kudde bij je komt, dan moet de herder de hond niet recht op de kudde afsturen, maar de hond moet in een grote halve cirkel om de kudde heen lopen (de outrun), zodat de hond aan de achterkant van de kudde komt. De hond is dan op “twaalf uur”, de schapen schrikken zich op dat moment rot en vluchten weg van de hond (het roofdier).

De schapen komen niet altijd in een recht lijn “vluchtend” naar de herder toe, de hond zal daardoor aan de achterkant een zigzag beweging maken (al dan niet uit eigen initiatief), net zolang totdat de kudde bij de herder is. De herder zorgt ervoor dat de hond op tijd stopt (commando "lie down") dan stoppen de schapen ook met “vluchten”.
Conclusie: de hond is de vijand van de schapen, zet er maar eens een poes neer... er gebeurt niets!

Maar nu de praktijk.
Ik wil dat er in mijn kudde geen stress onder de dieren is. Dus moet mijn hond moet regelmatig stil liggen als de schapen aan het grazen zijn. Kita zal pas gaan bewegen als ik een signaal geef. Dat betekent dat Kita rustig 20 min stil kan liggen tussen de schapen. De lammetjes hebben het verhaal van de roofdier nog niet meegekregen van hun moeders. Vandaar dat de lammetjes regelmatig over mijn hondje lopen als ze in het gras ligt.
De onderstaande foto laat zien hoe een lammetje contact maakt met mijn hond.


Er komt een tijd dat het lammetje leert dat Kita geen “maatje” meer is maar een echt “roofdier”. Hoe dat gaat, beschrijf ik een volgende keer.




dinsdag 17 juni 2014

Bezit en geluk

Als herder krijg ik regelmatig groepen bij de kudde, scholen, bedrijven, groepen uit de psychiatrie en soms een familie, met kleine kinderen, erg leuk, maar soms ook met opgeschoten jongens en meiden. Dat is een uitdaging!
Meestal zet ik deze pubers aan het werk: de kudde opdrijven, zonder dat er gehold wordt, of de kudde over een smal bruggetje dirigeren. Ze zijn dan op een gezonde manier bezig en er is respect voor natuur en dier.

Onlangs hoorde ik bij de schaapskudde een discussie aan van enkele jongeren over “verlangens” en over “hebben”:
Puber 1: "Hoe meer je hebt, hoe gelukkiger je kan zijn.”
Puber 2: "Hoe meer je verlangt, hoe ongelukkiger je wordt als je het niet hebt.”
Het was even stil en zij keken mij aan.
Ik: "Het willen hebben van wat je verlangt, is......BEZIT,
Het verlangen naar wat je hebt, is......GELUK."

Pubers in koor: “Hoe kan je nou iets verlangen naar wat je al hebt?"
Een korte toelichting was noodzakelijk.
Ik: "Als je de loterij wilt winnen en je wint €100.000,- dan hebt je dat, dan is dat......BEZIT.
Als je verlangt naar het weekend om met echte vrienden of familie plezier te hebben op het strand of op het sportveld, dan is dat ….GELUK."

De schaapskudde, ruim 350 dieren, is elke dag in Midden Delfland. Maar de dinsdag loop ik met de kudde.
Ik verlang naar de dinsdag......dat is......GELUK!



dinsdag 3 juni 2014

Welkom!

Dit blog is een verzameling van de belevenissen van Lex Thoen. Lex is een van de herders van de schaapskudde en maakt minimaal een keer per week een tocht met de schapen.

De kudde is in 2009 aangekocht om het gebied de zuidrand van Midden-Delfland te onderhouden. Het is een oud veenweide gebied dat lastig te onderhouden is met gewone (zware) landbouwmachines. Het is een vrij kwetsbaar gebied en de grond is erg slap. De kudde speelt dus een mooie rol in het onderhoud van het gebied.

De zuidrand van Midden-Delfland grenst aan Schiedam en Vlaardingen en is rijk aan bloemrijke weiden, graslanden, bosschages, poelen, sloten, rietlanden en het wordt doorkruist met wandel- en fietspaden.

Geniet van de verhalen van Lex en heb je een keer zin om met hem opstap te gaan, neem dan contact met ons op. Lex vertelt je graag meer over de kudde en dit prachtige gebied!