Ik breng al kuierend de ochtend door, eet een boterhammetje, drink een bakkie koffie, neem in gedachten enkele nieuwe ideeën door, kuier weer een stuk en neem de veranderde natuur waar: de ooien zijn gedekt, de bladeren vallen en de winter zal over enkele weken zijn intrede doen.
Ondanks het mooie weer is het erg rustig in de polder. Aan het einde van de middag zie ik in de verte een stel met de fiets in de hand wachten totdat ik met de kudde, lopend over een smal pad, arriveer op de parkeerplaats.
Er worden enkele vragen gesteld over de kudde die ik enthousiast beantwoord. Beleefdheidshalve vraag ik aan het stel: “Lekker aan het fietsen in de polder?” De vrouw antwoord: “Ja, lekker hoor, maar HIJ (knikkend naar haar man) moest nog naar een vogel.” Nieuwsgierig vraag ik: “Vogel?” “Ja,” antwoordt de man enthousiast, "gisteren op Waarneming.nl las ik dat de buidelmees in dit gebied is gesignaleerd. Maar helaas, ik heb hem niet kunnen vinden vanmiddag.” “Jammer.” zeg ik, “Ik heb hem ook niet gezien.” Enigszins teleurgesteld nemen we afscheid.
Mijn tocht gaat verder en nog geen half uur later vlakbij de nachtweide, kom ik op het wandelpad tussen het riet een man tegen. Typisch een “vogelaar” dacht ik. Groene jas, spijkerbroek, een ingeklapt statief onder de snelbinders en de onmisbare verrekijker aan een touwtje hangend op zijn buik. “Rustig in de polder.” zeg ik, doelend op het feit dat er ondanks het mooie weer nagenoeg geen mensen in de polder zijn.
“Ja, klopt”, antwoordt hij, ”Heb wel een zilverreiger en wat ooievaars gezien, maar het is inderdaad rustig.” Oja, dacht ik, die zit natuurlijk in een andere “wereld” dan ik. Dus snel schakelen “Ehh…. Maar meneer heeft u al de buidelmees gezien?” Hij kijkt mij aan of hij water ziet branden… “Maar ehhh, hoe? Ehh... Heeft u hem wel gezien dan, herder…?” stotterde hij. “Nee,” antwoordde ik op de bluf, “maar ik heb hem wel gehoord, dacht ik.” De vogelaar maakt snel zijn jas open en haalde zijn camera te voorschijn, binnen een minuut liet hij een filmpje zien dat hij deze middag gemaakt had van... de buidelmees.
Vol enthousiasme begon hij bij de beelden te vertellen over dit zeldzame vogeltje. 200 meter verderop voorbij de houten brug, bij wat riet had hij de opnames gemaakt. Het was een mooi vogeltje, insecten etend van een lisdodde, roodbruin ruggetje, een opvallend zwart gezichtsmasker en een vaal witte onderkant met de grootte van zeg maar.. een meessie. De vogelaar klapt zijn camera dicht en neemt met een grijns van oor tot oor en pretoogjes afscheid van mij. Tja, ik begrijp dat wel, een vogelaar is altijd alleen, honden en hondenbezitters zijn zijn vijanden, maar nu, nu was hij iemand tegengekomen die mee kon praten over de buidelmees. Wij waren gelijkgestemden!
Dezelfde week, vrijdagmiddag weer gelopen met de kudde. Ik ben weer in de buurt van de waterpartij met lisdodden. Ik wil niet zeggen dat “ze” in files liepen, maar ik kwam ze overal tegen op de onmogelijkste plekken, de mannen met de verrekijkers. Zoekend, sluipend en soms helemaal de verkeerde kant op lopend. En dan fluister ik: Psssttttt, buidelmees?” “Ja”, knikt de verrekijker. “Verkeerd,” fluister ik, “teruglopen, 2de bruggetje links, bij de lisdodde.” Dankbaar gaat een duim omhoog, tjaa, gelijkgestemden, hè!
P.S. ‘s Avond nog even gegoogled op “buidelmees” want ik weet heel weinig van vogels en het klopt: roodbruin ruggetje, opvallend zwart gezichtsmasker en een vaal witte onderkant (het staat in België zelfs op de rode lijst als zeldzaam).
foto: Marek Szczepanek |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten