zondag 28 mei 2017

De laatste...!

Beste bloglezers,

In 2014 heeft de Schaapskudde Vockestaert mij gevraagd om mijn ervaringen en belevenissen als schaapsherder op te schrijven en dat te willen delen met u via een blog.
Met plezier ben ik daar aan begonnen. Geen hoogstaand proza, maar gewoon vanuit mijn hart, wat houdt mij bezig? Wat raakt mij? En hoe mooi is het niet om schaapsherder te zijn.

Inmiddels heb ik mijn 100ste verhaal geschreven. Ik vind het een mooie mijlpaal om “een stap op de plaats te maken” en ik nodig bij deze de andere herders van Vockestaert uit om de schrijverspen van mij over te nemen. Ik blijf wel gewoon herder, dus de kans dat we elkaar tegen komen in de polder van Midden-Delfland is groot en misschien ontmoet ik u nog wel eens op één van de lezingen die in de regio geef (zie ook www.lexthoenbuiten).

Langs deze weg wil ik ook mijn dank uitspreken naar Jeannemieke Hectors. Zij heeft alle verhalen geredigeerd en veel blogverhalen zijn ondersteund met haar prachtige foto’s.
Misschien is het erg cru om zo te eindigen...

Oké, nog ééntje dan!

Een tientje

Het is zo’n “dag met een gouden randje” zou mijn moeder gezegd kunnen hebben. Mijn moeder kon in de laatste jaren van haar leven genieten van de gewone kleine dingen om haar heen, een kaartje, een bezoekje, een foto van een kleinkind, een telefoontje of samen een “bakkie” op een terrasje.

Het is dinsdag, een warme dag in mei 2017.
Een heerlijk zonnetje, fluitende vogels, kwakende eenden, een tevreden grazende kudde en mijn onafscheidelijke hond, altijd bij mij. “Wat wil een mens nog meer?” denk ik dan.

Ik heb een uurtje gewandeld en het is tijd voor een korte stop. Het is nog vroeg en dus rustig in de polder. Ik kijk om mij heen en ik zie niemand. Midden in het land zet ik mijn krukje neer, ga er opzitten en kijk genoegzaam over de ruggen van de schapen de polder in. “Dit is genieten” mijmer ik.
Ik pak uit mijn binnenzak mijn mondharmonica en ik “speel” de blues. Nou ja... spelen? Het is meer zuigen en blazen op dat ding, maar ik heb er schik in. Ik val er niemand mee lastig. De schapen grazen gewoon door en weten niet beter. Enkel de hond Spyk schudt af en toe haar kop.

Een man
Na enige tijd kijk ik om mij heen en ik zie op een afstand van circa 100 meter een man met een fiets in zijn hand naar de kudde kijken. Als groet steek ik mijn hand even op. Geen reactie van meneer... “Ach… de afstand is zeker te groot,” denk ik. Ik stop mijn blaasinstrument weer terug in mijn binnenzak van mijn jas en geef de hond een kort signaal ten teken dat het mooi is geweest, deze rust.
Ik klap mijn krukje in en ik ga op pad. Ik volg de kudde over het land en al snel lopen we op een voetpad. “Gek, dat de schapen meestal een voetpad kiezen in plaats van het weiland...” Na enkele minuten hoor ik achter mij: “Meneer… meneer…” Ik kijk om, het is de man met de fiets die zojuist nog naar de kudde keek op afstand. Ik draai mij om en kijk hem vragend aan. Hij zegt niets maar hij heeft een briefje van tien euro in zijn hand en geeft het mij.

Met stomheid geslagen mompel ik: “Maar, nee, meneer…. Waarom?” De fietser schudt zijn hoofd en zegt: “Zo mooi wat u doet met de kudde!” Hij draait zijn fiets om, stapt op en fietst weg. Een gesprek is niet meer mogelijk… Ik kijk hem na en vervolgens kijk ik naar het tientje in mijn hand….

Nu krijg ik wel meer een fooitje, maar dat is altijd als ik iets gedaan heb, een demo met de hond voor een groep bijvoorbeeld of als ik een lezing verzorg, maar nu? Nu doe ik “niets”, ik doe gewoon mijn werk, ik loop met een schaapskudde in de polder en die beesten moeten gewoon dat gras opvreten…. “Wat overkomt mij?” mijmer ik.

Bevoorrecht
En weer besef ik dat ik toch echt een bevoorrecht persoon ben die dit werk kan en mag doen. De dag verloopt rustig, in de middag hier en daar een praatje met passanten, een half uurtje extra trainingsopdrachten voor de hond Spyk en een lammetje dat van de brug in het water valt, ach… 
Enkele jaren geleden zou ik mij rot geschrokken hebben en nu? Nu pak ik mijn herdersstaf en trek het lammetje op de kant en mekkerend gaat ze geschrokken op zoek naar haar moeder.

De temperatuur is in de middag aardig opgelopen en van tijd tot tijd ben ik Spyk eventjes “kwijt”, want dan ligt ze in de sloot om af te koelen. Dat beessie heeft het zwaar met deze temperaturen. Aan het einde van de middag zet ik de kudde in de nachtwei. De accu sluit ik aan op de flexnetten en ik rijd met de auto huiswaarts, hond Spyk total loss op de bodem met zijn kop naast het gaspedaal. “Goed gewerkt, beessie,” zeg ik tegen haar. “Vanavond vrij…” In gedachte laat ik de dag nog eens langs komen en ik denk aan dat tientje… Heel bijzonder…

Thuis aan de avonddis vertel ik aan vrouwlief wat mij deze dag is overkomen. Zachtjes en enigszins geëmotioneerd vertel ik dat de fietser mij tien euro gaf… liefdevol kijk ik mijn vrouw aan.
Zij stopt met eten en kijkt mij ook aan en vraagt liefdevol maar dwingend:

“Zou je nou niet eens die broek met die scheur in de vuilnisbak gooien?”


Foto: Lex Thoen