Posts tonen met het label levenskunst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label levenskunst. Alle posts tonen

dinsdag 21 juni 2016

Prinsjes en prinsesjes

Het is dinsdagochtend 5.30 uur. Het regent pijpestelen. Ik draai mij nog even om en het enige wat ik denk: “Zo dadelijk niet vergeten om laarzen mee te nemen.”
Twee uur laten rij ik na een heerlijk gezond ontbijt naar de kudde. Inmiddels is het droog geworden, maar ik heb voor de zekerheid toch laarzen en regenbroek meegenomen.

Ik ben iets later dan anders, want ik begin niet met de grote kudde. Vandaag begin ik bij de boerderij, hier staat nog een kleine kudde van ongeveer 60 dieren. Deze kleine kudde gebruiken we voor de educatielessen bij de boerderij. Hier kunnen de kids gemakkelijk hun fiets parkeren, er zijn toiletten aanwezig, een hooiberg om even rustig te zitten en wat vragen te beantwoorden. Kortom een fijne locatie voor een school om er even uit de stad te zijn en wat nieuws te leren.

Ik krijg een telefoontje van de voorzitter van Vockestaert. Lucia. Zij coördineert de educatielessen van de basisscholen bij de kudde. “Ehhh... Lex, tja… ik krijg net een telefoontje van de juffrouw van de school, maar ze zien er van af, gezien het weer.”
Ik: “Maar.... het is DROOG!”
Lucia: “Ja ik weet het, Lex, dat heb ik ook tegen de juf gezegd.”
Ik: “Dus??”
Lucia: “Dus, de school komt niet, het gras is nat en dan kunnen de kinderen ziek worden… ik heb mijn verontwaardiging uitgesproken, maar de juffrouw wordt geleid/gestuurd door enkele verontruste ouders…”

Even wil ik de discussie aangaan met Lucia, maar zij is enkel de boodschapper van dit belachelijke nieuws. Ik dank haar voor de mededeling en rijd vervolgens naar de grote kudde. De dinsdag is mijn “vrije dag” bij de kudde. Ik probeer deze dag voor mijzelf te houden. Ik probeer dan geen groepen te plannen.
Maar de educatielessen voor scholen gaan via Vockestaert en gezien de grote vrijheid die ik heb bij de kudde is het logisch dat ik op de dinsdagen beschikbaar ben voor scholen.

Om 11.00 uur komt er nog een fokker met 11 border collies langs om te kijken of er een border geschikt is om “het drijven” op te pakken en om 12.30 uur loopt een collega van mij uit de psychiatrie een middagje mee met de kudde ter onthaasting. Al met al is de “vrije dag bij de kudde” toch aardig gevuld. Deze afzegging van de school komt dus niet echt ongelegen, zo heb ik toch nog een paar uurtjes voor mijzelf bij de kudde.

Maar toch… Ik loop me toch een beetje op te fokken… Afzeggen omdat het gras nat is… en misschien valt er deze ochtend nog wel een buitje! Omdat de kindertjes ziek kunnen worden…..!
Waar gaan wij heen? Hoever zijn we gezonken?
Wij laten ons vandaag de dag leiden door buienradar. Schooldirecties en onderwijsgevenden laten zich steeds meer leiden door mondige ouders.

Vroeger werd er gewoon niet gegeten tijdens de schooluren, moet je nu eens gaan kijken op die scholen. Eerst kwamen de broodblikjes om 10.00 uur uit de kast met een pakje schoolmelk. Maar dat is allemaal verleden tijd. De schoolmelk is vervangen door de mierzoete fristi's en tweedrankjes. De boterhammen hebben plaats gemaakt voor de donuts en liga’s met chocolade erop.
De juf op school is de strijd met de ouders allang zat, altijd die discussies…. (Moeder: mijn prinsje lust geen brood, hij moet echt een ligaatje eten hoor, anders redt mijn prinsje het niet tot 12.00 uur) Juf heeft het opgegeven, naast het gewone onderwijs geven, zijn de extra taken megabelastend en zij gedoogt dus maar het ongezonde voer dat ouders hun kind meegeven.

50% van de Nederlandse kinderen heeft overgewicht. De vakleerkrachten gymnastiek worden wegbezuinigd, de sportverenigingen lopen leeg. En de kinderen kunnen nergens meer buiten spelen.
“Allemaal de schuld van de overheid,” hoor ik sommige ouders zeggen.
Maar… elk kind heeft tegenwoordig wel zo’n veeg-telefoon of zo’n tablet waar urenlang spelletjes (gegamed??) op gedaan worden.
Dan denk ik weleens: “Ga toch lekker naar buiten, ga de polder in…”

“Maar er rijden geen trams naar de polder en we hebben het eigenlijk te druk om dat te doen…” zeggen de ouders dan.
“Gelukkig dat de scholen dat dan maar oppakken, want de stadskinderen weten echt niet meer wat kroost is, waar melk vandaan komt, wat een ooi is en wat uiers zijn…”
We zijn nu dus ook al zover dat ouders zich gaan bemoeien met wel of geen educatielessen in de polder. Het gras is nat, het miezert misschien en straks kan ons prinsje of ons prinsesje wel eens heel ziek worden."
Alle ouders hebben het beste met hun kind voor, maar soms denk ik wel eens: “We zijn wel aan het doorslaan.”

En ach... natuurlijk geldt dit niet voor alle ouders. Zo zie ik bij de afgelopen lammetjesdag honderden kinderen met hun ouders dwars door de storm lopen om een leuke middag te hebben. Misschien is het maar een kleine minderheid, maar die kleine minderheid, de schreeuwers, bepalen wel wat er gebeurt op school. En voor deze groep ouders wil ik adviseren:
Stop met het pamperen van uw prinsje of prinsesje. Laat uw kind, kind wezen! Een kind moet vies worden, vuil worden, vallen, opstaan, weer vallen, slootje springen, vlotbouwen, nat worden, in de regen lopen, een pleister op de knie, een scheur in zijn broek, het koud krijgen…
Kortom… weerstand en ervaringen op doen, in de stad, in het dorp en… in de polder!
De tablet en veeg-telefoon zijn een verrijking van ons bestaan, maar als het daar bij blijft is het een verarming van de opvoeding.

O ja, op deze plotselinge vrije ochtend ging het toch om 9.55 uur even regenen, wel 8 minuten lang...
Erg hè?

foto: Jeannemieke Hectors

zondag 29 mei 2016

Stilte

Het is half mei 2016, een mooie dag in de polder. De hele dag is er wel aanspraak bij de kudde. De ene keer is het een wandelaar, dan weer een opa met kleinkind op de fiets, of een bekende komt even een praatje maken.
In de middag als ik bij het fietspad staat, hoor ik regelmatig een brul van een wielrenner. Dat zijn de Westlanders die de luxe hebben om op een dinsdagmiddag hun trainingsrondje te kunnen maken. Tijd voor een praatje is er dan vaak niet (“er moet getraind worden!”) maar een brul is voor mij voldoende, de meesten ken ik, het is goed zo.

Ontmoeting
Aan het eind van de middag ontvang ik 2 jonge mensen bij de kudde, het is een stel.
De contacten zijn gelegd via de mail. Ik ken ze niet. Nooit ontmoet. De vraag per mail was: “We willen graag een ervaring op doen met natuurbeleving.”

20 minuten voor de afgesproken aankomsttijd is er nog even telefonisch contact. De bezoekers komen uit de stad. Uit Den Haag en zijn nog nooit in Midden-Delfland geweest. Via de telefoon waarschuw ik mijn contactpersoon nog even om niet op de navigatie te vertrouwen, want het is al menig keer gebeurd dat bezoekers over de nieuwe verlengde A4 gestuurd worden en dan is men soms wel een uur heen en weer aan het rijden. Want de afslag naar onze boerderij is niet in het systeem opgenomen.

Iets verlaat komt er een knots van een auto aanrijden. Het stel stapt uit en… ik zie een jong stel, net even in dertig, schat ik. Laat ik ze Marieke en Carlos noemen. Beide goed, netjes gekleed. Het zijn hoogopgeleide mensen. Hij advocaat. Zij werkzaam in de psychiatrie.
Mijn eerste indruk? Hmmmmm…. leuk stel, maar meer een stel wat je vaker op de boulevard van Scheveningen ziet. Of op Denneweg in Den Haag, een straat met allemaal leuke restaurantjes, “The place to be”, dus tja, hoe zeg je dat? Een yuppenstel ? Ja… en dat wil natuurbeleving? Goed, ik zie wel. Ik ga er open in.

Praten en luisteren
Wat volgt is toch een bijzondere aangename middag met twee jonge mensen die vol overgave naar mij luisteren.
Ik vertel met passie over mijn kudde, over mijn hond, over Midden-Delfland, over de leider van de kudde. Over de groepen die ik bij de kudde ontvang, over autistische kinderen, over mensen die ernstig ziek zijn en hun troost en toch ook hun kracht vinden bij de kudde.

Na een uurtje neem ik een “break”. Ik ga op enige afstand van het stel, gewoon even lekker in het gras zitten. Hond Kita naast mij. De meeste schapen zoeken iets verder een bosje op, waar ze heerlijk hun vacht kunnen schuren tegen de bomen. “Nog een weekje en dan gaat de jas uit” denk ik. “Het wordt warmer, het wordt tijd dat ze geschoren worden.”

Marieke zit ook verderop in het gras en maakt foto’s van de dieren, met een prachtige achtergrond van de weilanden en de diverse bomen. Carlos is iets doorgelopen en staat midden in de kudde. Hij beweegt niet kijkt enkel maar, de schapen staan grazend en schurend om hem heen.

En?
Marieke: “Kom even lekker zitten joh…”
Carlos: “Nee, ik blijf hier even staan, ik wil dit voelen...”
En zo blijft Carlos, minuten, minuten lang, op delfde plaats gewoon staan… om zich heen kijkend…
Marieke maakt nog meer foto’s…
Ik aai mijn hond….
Carlos kijkt enkel om zich heen, naar de schapen…

En zo is een ieder even een tijdje met zijn eigen gedachtes bij…….?
Ja, wat is het, waarbij…? De natuur? De stilte? De rust? De schoonheid van het landschap? Of de stilte, de stilte waarin je heel bewust de vele geluiden van de dieren hoort?
De kievit, het lammetje, een opvliegende fazant, de kikkers…
Ik heb geen vooropgezet plan, ik heb geen draaiboek, we hebben ook niets van te voren overlegd, maar dit voelt gewoon goed…

Weer terug
Na enige tijd sta ik op en we gaan weer verder op pad met de kudde.
Ik leer Marieke om met de leider op kop te gaan lopen en we lopen over de Woudweg naar de boerderij. Het einde van de “natuurbeleving” is daar.
Het stel bedankt mij en vertelt mij dat deze middag ze meer gebracht heeft dan ze gedacht hadden. Het heeft ze rust gegeven maar ook inspiratie!
En heel informatie, ze wisten niet dat er zoveel mogelijkheden waren bij een kudde.

Ze vragen mij of ze over een maand of twee, als ik er voor open sta, nog een keer mee mogen lopen, maar dan in stilte…
Even schrik ik… “Heb ik te veel gepraat? Had ik mijn mond meer moeten houden?”
Snel geeft Carlos een korte uitleg. “Als je met elkaar afspreekt om een stuk te wandelen en dan niet te praten dan ervaar je de wandeling heel anders dan als je in gesprek bent met elkaar, wij doen dat wel eens als we in een park lopen. Maar hier is er zoveel meer rust. Ik zou dat wel eens willen ervaren.”
“Ik laat het even bezinken en ik kom er op terug,” zeg ik en we nemen hartelijk afscheid.

Stilte?
Er gaat een dag overheen, ik maak een wandeling, alleen, met mijn honden in de duinen. Ik denk ineens aan een vriend van mij die een week lang in een klooster heeft gezeten, het was een stilteweek.
Hij kwam als een ander mens weer terug in de maatschappij.
Diezelfde avond zit ik achter de computer en zoek op Google: “stilte weekend in klooster”

En waarachtig…
Een scala aan sites worden tevoorschijn getoverd.
Stilte-retraite-bezinning-spirualiteit-mediatie………
Wat een aanbod! Ook nog even naar de prijzen gekeken…
Zo heeee…. Ik heb mijn hele leven geld verdiend, door heel, heel veel te praten... maar zo kan het dus ook.
Een klein ondernemer-stemmetje in mijn hoofd zegt: “Zou dit niet iets heel verfrissend/vernieuwend kunnen zijn? En ik denk aan nieuwe teksten…

“Wees stil en laat enkel de schapen spreken”
“Ervaar de kudde in stilte”
“Gehaastheid slaat om in stilte voor jezelf bij de schapen”
Of misschien wel:
“Kom in stilte tot jezelf en ervaar de kracht van de schaapskudde”

Als ik acht gegadigden heb, dan ga ik het organiseren……. In stilte.



zaterdag 21 mei 2016

Ik stop als herder, als…

Het is de koudste Pinksteren sinds 80 jaar. Ik ga op pad met de kudde om 8.00 uur, het is amper 7 graden. Het zal een rustige zondag worden, denk ik; met deze kou zullen de mensen wel naar IKEA gaan en de polder mijden.
Rond 9.30 uur doe ik mijn eerste bakkie bij de schapen. Ik zie enkele mountainbikers voorbij flitsen en verder is het stil in de polder. Ik zit op mijn krukkie met een “bakkie” en ik mijmer. Mijmeren, dat heb ik moeten leren… “Vroeger” moest alles sneller… Er was een probleem… snel over nadenken… beslissing nemen… en hup door... volgende zaak…

Mijmeren
Lang nadenken... een beetje dagdromen… mijn gedachten de vrije loop laten… overwegen…
Ik heb de hele dag de tijd, ben alleen, dus wat maakt het uit hoelang ik er over doe. Meestal doe ik dat in stilte, maar soms mijmer ik hardop, ik vertel dan mijn honden Spyk en Kita wat mijn overwegingen op dat moment zijn.
Ik tuur over het water van de Zweth en praat zachtjes tegen de honden: “Is dit nu een brede sloot of een smalle vaart? Wanneer spreekt men nu van “sloot” en wanneer van “vaart”? En wanneer is het nu een rivier?”
Kita kijkt mij aan en haar ogen zeggen mij: “Lekker boeiend, baas” en Spyk heeft al he-le-maal niets met dit geneuzel en is al driftig aan het graven op zoek naar een mol of muis.

Slootjes
“Als ze het er nu gewoon bij zetten, dan is het makkelijk,” denk ik. “Wij hebben in het Westland de Wennetjessloot, dat is makkelijk dan weet je direct, dat het een sloot is. Neem nu de Bonkevaart, iedereen weet dat de Bonke een vaart is… in Friesland…
De Bonkevaart! Misschien wel de bekendste vaart van Nederland. Aan het eind van deze vaart is de finish van de …ELFSTEDENTOCHT!
Holy schapenkeutels... de Bonkevaart, wat een naam! Wat een herinnering!

Elfstedentocht
Mijn gedachten gaan terug naar 1986, naar 26 februari. Dertig jaar geleden! De dag van de veertiende Elfstedentocht. Ik weet het nog als de dag van gisteren. De hele dag zat ik voor de televisie. De ELFSTEDENTOCHT… de Tocht der Tochten.
Om 4.30 uur was ik er uit en zat ik al voor de televisie. De wedstrijdrijders staan achter grote stalen hekken, het is een kooi, ze willen eruit, maar… ze moeten wachten tot 5 uur, je ziet de spanning, je hoort de spanning en je proeft bijna de spanning van deze sportmensen… en dan is het zover!
Het startschot, de hekken gaan open en ze rennen, ze rennen, ze rennen met hun schaatsen in hun handen naar de oever.
Trekken daar op een bankje hun schaatsen aan, hun schoenen achterlatend, maken ze de eerste bewegingen op het ijs, zwaaien haastig nog even naar het publiek en… verdwijnen in het donker.

Bijna 15.000 schaatsers hebben een kruisje behaald. Allemaal Kanjers, maar de meesten zijn nu verdwenen in de vergetelheid. Ja, we hebben het nog wel eens over een zekere W.A. van Buren, hij heeft de Tocht volbracht, werd nog opgewacht door zijn moeder.
De Media heeft er veel aandacht aanbesteed. En moeder Bea was trots op haar zoon. Ik snap dat wel… mijn moeder kwam ook wel eens kijken als ik een marathon liep. Maar voor mij hoeft al die aandacht niet perse. Van Buren is een kanjer, hij heeft hem uitgereden, maar is niet meer of minder dan de andere 15.000 kanjers die ook een kruisje behaald hebben.

Winnaars
Er steken er maar twee boven uit en dat zijn:
Evert van Benthem, voor de tweede keer werd hij de winnaar van de Elfstedentocht. Hij was de snelste in een prachtige tijd van 6.55 uur. Niet veel later kwam de eerste vrouw over de finish op de Bonkevaart.
En Tineke Dijkshoorn. Tineke was de eerste, de snelste vrouw van de 862 gestarte vrouwen. En… Tineke kwam uit onze streek, ze woont nog steeds in Schipluiden. Ik vond het ge-wel-dig! Ik besloot dat als ik deze twee winnaars tegen zou komen dat ik dan om een handtekening zou vragen. Op zich is dat voor mij vreemd, want ik heb nog nooit aan iemand een handtekening gevraagd.

Enfin, het is er nooit van gekomen, we zijn nu 30 jaar verder… Evert is gaan boeren in Canada en Tineke woont in Schipluiden. Ik rijd elke week als ik naar de schapen ga door Schipluiden, maar ben haar nog nooit tegengekomen. Na 30 min “mijmeren” zijn zowel de honden, als de schapen het zat en ik zie dat ze op pad gaan. Ik klap mijn krukkie in, pak mijn herdersstaf en kuier achter de kudde aan.

Pinksteren
De koude eerste Pinksterdag verloopt als elke koude dag... weinig tot geen gesprekken… Stilte…Natuur… Het samen zijn met mijn honden, kortom… Genieten! En aan het einde van de dag zet ik de schapen achter de netten op de nachtwei.
Pinksteren… Een Christelijk feest. Men viert de dag waarop de Heilige Geest verscheen aan de achtergebleven apostelen…

Op het moment dat ik de schapen op de nachtwei zet zie ik aan de overkant van het water twee dames die foto’s nemen van de kudde. Dat gebeurt vaak en ik schenk er geen aandacht aan. Ik controleer nogmaals de netten en sta op het punt om met mijn honden naar mijn auto te lopen. De dames zijn inmiddels “omgelopen” en komen nog even bij mij om een praatje te maken. De dames zijn, schat ik, begin in de zestig.

Ontmoeting
Mevrouw 1: “Wat een prachtig plaatje, de kudde zo op het weiland.”
Ik: “Ja, mevrouw, het blijft bijzonder, zo’n grote kudde, hier in Midden-Delfland.”
Mevrouw 2: “Ja herder, ik moet je nog steeds een keer bellen, want mijn dochter vertelde mij vorig jaar dat ik een keer mee mocht lopen met de kudde…”
Ik: “Help mij even, want ik doe veel toezeggingen.”
Mevrouw 2: “Vorig jaar heb je een kinderpartijtje voor mijn dochter en kleinkind georganiseerd en toen heb je tegen mijn dochter gezegd, dat ik een keer mee mag lopen, want dat is al jaren een grote wens van mij… ik ben Tineke Dijkshoorn.”
Ik: “Uit Schipluiden??”
Mevrouw 2: “Ja, dat klopt”

“Holy schapenkeutels,” denk ik, “Niet de heilige geest is neergedaald in Midden Delfland, maar, maar…. Tineke Dijkshoorn, de winnares van de Elfstedentocht van 1986!
Het is 30 jaar geleden en nu, nu verschijnt zij voor mijn aangezicht!”

Even overweeg ik om acuut een handtekening te vragen maar ik antwoord enkel: “Dat is prima joh, bel mij effe de komende weken en dan maken we vóór de zomer een afspraak.”
We nemen afscheid en ik kijk de dames na.
30 jaar!! wat een tijd…

Later
Ik kijk Kita aan en zeg tegen haar: “Nou Evert nog!”
Kita schudt moe haar kop en zegt wijselijk niets…
Ik mijmer verder…
Evert boert in Canada... maar komt zeker als hij klaar is weer terug naar Nederland, denk ik…
Ik heb 30 jaar gewacht op Tineke, kan best nog wel 30 jaar wachten op Evert… dan ben ik… ehhh... 92… dat is dan toch wel een mooie leeftijd om te stoppen als herder...

Ik kijk er naar uit...
Alle twee op een krukkie met een “bakkie”, kijkend over de Zweth.
Evert pratend over zijn koeien...
En ik pratend over mijn schapen...

Ja, ik ben eruit!
Ik stop als herder, als… ik 92 ben.
Jammer dat Spyk en Kita dat waarschijnlijk niet mee zullen maken.

Kita en een hele jonge Spyk, foto: Jeannemieke Hectors


zondag 20 maart 2016

De herder met zijn hond

Een schrijver schrijft een verhaal,
Een dichter creëert een gedicht,
Een fotograaf “wacht op dat éne moment en zet dat op de gevoelige plaat”,
En een herder?

Een herder maakt soms een selfie en zet dan wat woorden achter elkaar.
Onderstaande selfie heeft mij geïnspireerd om de volgende woorden achter elkaar te zetten.
(Mochten vrouw en kinderen dit blogverhaal lezen: ik hou allereerst van jullie)

De mens:
Ach kijk! Een schaapskudde, wat een mooi plaatje.
Of….
Ach kijk! Een schaapskudde met de herder. “Wat heeft u toch een mooi beroep, herder.”
Of….
Ach kijk! Een schaapskudde met de herder en… zijn hondje.
De herder…. met zijn hond.

Het schaap:
Let op! Een hond!
Dé afstammeling van de wolf. Onberekenbaar, onbetrouwbaar, je weet nooit wat hij gaat doen. Zo ligt hij stil in het gras, zo vliegt hij alle kanten op. Hij kan je heel lang stil en gemeen aankijken (“the Eye”) en soms, heel soms kan hij ook nippen (happen)! O ja, er loopt ook altijd zo’n man mee. Lange jas, hoed, stok, blaast af en toe op een fluitje. Kan geen kwaad. 
De hond… met zijn herder.

De herder:
De hond…
Mijn verlengde geest
Mijn armen en benen
Mijn hulpje
Onvoorwaardelijke trouw
Altijd vrolijk
Altijd eerlijk
Altijd willen werken.
Geen uitleg nodig, aan één woord genoeg hebben
Bij elke ochtendontmoeting een kwispelende staart
Een meerwaarde in mijn leven
Mijn troost
Mijn maatje

De hond… mijn hond.


zondag 24 januari 2016

Dieren

Mijn hele leven ben ik al omringd door dieren. In mijn kindertijd: poezen, duiven, en natuurlijk honden, altijd een hond naast mij gehad. En de laatste vijf jaar, het zal u niet verbazen, begeef ik mij veel tussen de schapen.
Maar vandaag denk ik niet aan de schapen, niet aan de hond…

11 januari 2016
Koud, guur weer in de polder, paar graden boven nul, regen, regen, regen en een vervelende wind. Het is zo’n dag dat mensen aan mij vragen: “Vind je dit nou leuk?” “Waarom doe je dit toch?” “Kan je je ook ziek melden?”
Ik glimlach dan en antwoord altijd: “Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel.”

Het is ook maar net hoe je er mee omgaat. De Eskimo’s hebben ook geen keuze, stellen zich daarop in, accepteren het (een andere keuze is er niet) en leven hun leven.
Wij Westerlingen groeien op in luxe en comfort en hebben altijd keuzes: binnen blijven of naar buiten, met de fiets of met de auto. Veel mensen kijken tegenwoordig in de ochtend al op de buien-app en besluiten dan om ’s avonds maar niet weg te gaan, want het zou wel eens kunnen gaan regenen, dus bellen ze maar af…

Ik kijk bij koud, guur, nat weer naar de schapen. Zij zijn dan mijn voorbeeld. Zij berusten er in, de kont in de wind en afwachten maar, ze hebben geen keuze, ze weten niet beter, en ze zijn gewoon rustig.
Ik heb mij lang geleden voorgenomen om dat ook te doen, ik berust erin, ik neem het weer zoals het komt. Die instelling geeft rust, het geeft geen stress, geen gezeur en… in Nederland geldt: “Er is niets zo veranderlijk als het weer… dus…”
Mijn advies: probeer het eens uit, je wordt er een stuk vrolijker van!

Op zo’n gure dag zie ik nagenoeg geen sterveling in de polder, na een druk seizoen met vele groepen bij de kudde, vind ik het nu wel prima.
He-le-maal alleen. Nou ja… alleen? Ik heb altijd gezelschap! Natuurlijk de schapen en elk seizoen is anders.
Het voorjaar: met de lammetjes, het gemekker, de moeders die hun jong verdedigen tegenover de hond.
De zomer: tijd om te relaxen en bij warm weer is het zaak om de schaduw op te zoeken voor de dieren.
Het najaar: de periode met de dekram, de tijd voor de liefde.
De winter: rustig aan, tempo en afstand aanpassen aan de dieren, want de meeste dieren zijn drachtig en dan aan het einde van de winter: de lammertijd. Het nieuwe leven….

Naast de schapen heb ik natuurlijk altijd mijn hond of mijn honden bij mij. Echte maatjes, onvoorwaardelijke trouw, steun, onverbeterlijk, aanhankelijk, mijn steunpilaren.
En verder: de koeien, de paarden, de zwanen, de eenden, de hazen, de ratten, de mollen, de insecten, de vlinders, de wormen, de vissen en de vogels.

“Vreemd,” denk ik, “Mensen zitten een uur in een auto, betalen dan vijftien euro entree en kijken dan een uurtje naar dieren achter glas of in kooien en soms nog erger... kijken naar een dicht hok waar waarschijnlijk een groot wild dier in ligt te slapen. Ik begrijp het wel, het fascineert, maar hoeveel van die mensen hebben nu werkelijk het dierenrijk in dit mooie Midden-Delfland gezien?”

Over vogels: vandaag sprak ik nog even een “vogelaar”. De vogelaar is vaak goed herkenbaar. Op de fiets, verrekijker op zijn buik en een statief onder zijn snelbinders.

Ik sta op een brug en kijk over het weiland naar de grazende schapen. Een vogelaar komt aangefietst. Ik groet hem en hij remt plotseling en vraagt: “Goedemorgen, heeft u vandaag hier op de brug het ijsvogeltje gezien?”
Nu ben ik geen vogelkenner, verre van dat, maar in de loop der jaren vang ik wel eens het een en ander op en antwoord hem: “Dat is toch een blauw vogeltje met een oranje bruin borstje?”

“Ja, ja, ja” antwoordt hij gretig, met waarschijnlijk de gedachte dat hij met een “gelijkgestemde” te maken heeft. “Nee meneer, niet gezien.”
Vogelaar: “Jammer, jammer, want hij zit hier wel vaak op de brugleuning, maar ja, het is een schuw vogeltje, dus…” Even voel ik mij haast schuldig dat ik zo maar met mijn kudde over deze brug ben gekomen. Ik heb natuurlijk alle ijsvogeltjes weggejaagd. Snel vervolg ik het gesprek en zeg hem dat de blauwe reiger, de witte reiger en de niet veel voorkomende kleine witte reiger hier wel regelmatig te zien zijn.

Vogelaar: “Ja, ja dat weet ik, maar dit weekend was het even verderop bij de rietkragen bij de waterpoel een gekkenhuis, ik geloof dat er wel 50 vogelaars waren met statieven en kijkers, want de BUIDELMEES is gesignaleerd”
Ik: “O ja, is hij er weer? Vorig jaar was hij hier ook te zien” (ik heb vorig jaar een blogverhaaltje overgeschreven, vandaar dat deze kennis nog paraat was, een vogeltje wat zelden te zien valt).

Vogelaar gaat helemaal op in onze plots ontstane “vriendschap”.
Ik zie dat en gooi er nog een schepje bovenop: “En wat denkt u van onze ooievaarskolonie? Ik heb er wel 10 tot 12 geteld, allemaal op hetzelfde weiland aan de Woudweg!” en vervolg direct met: “Meneer, mag ik u iets vragen? Heeft u als kenner, als vogelaar, in dit gebied ook wel eens steenuiltjes gezien?”

Vogelaar: “Ja, ja, bij de Abtswoudseweg zijn wat steenuiltjes te zien, maar ze hebben een mooie schutkleur, dus ze zijn moeilijk waar te nemen.”
“Mooi,”antwoord ik. “Daar ben ik blij mee, want een maand geleden heb ik bij onze boerderij een steenuilenkast op laten hangen, dus ik hoop dat we in het voorjaar jonkies krijgen.”
Vogelaar kijkt mij aan met een blik van “vanaf nu zijn wij voor eeuwig vrienden”, hij bedankt mij en gaat vervolgens zijns weegs.
De rest van dag ben ik alleen, helemaal alleen… en ik denk enkel maar één dier, de hele dag... niet aan de schapen, niet aan mijn hond.

Nee, ik denk aan een kameleon. Het dier dat het vermogen heeft om telkens van kleur te veranderen.
Ik denk aan Dé Kameleon!

Aan Jones, Dé kameleon. Aan MENEER Jones moet ik schrijven, want het is... nee het was… een gentleman!
Meneer Jones: dank u wel voor al uw creativiteit, voor al uw veranderingen, u was een ware kameleon!
Meneer Robert Jones: dank u wel. U was vernieuwend, steeds verrassend en taboedoorbrekend.
Meneer David Robert Jones: dank u wel voor: “Het durven zijn wie je echt wil zijn”.
Meneer David Robert Jones: zelf uw geëngageerde dood is een artistiek kunstwerk. Twee dagen voor uw dood, op uw verjaardag, verscheen uw album Blackstar met verwijzingen naar het naderde einde.

De ziekte Kanker heeft uw lichaam opgeëist.
De ziekte heeft uw stem doen stillen.
De ziekte heeft uw geest laten vervliegen.
Maar... de ziekte heeft uw creaties niet mee kunnen nemen.
Tot in lengte der dagen zullen onze oren gestreeld worden door uw songs.

Meneer David Robert Jones, The gentleman…… The blackstar……. de kameleon…. dank u wel.

Zijn artiestennaam:

David Bowie.


zondag 7 juni 2015

Trijn

Trijn heeft ons land vertegenwoordigd op het songfestival. Nu was ik in deze periode in het land der schapen (Schotland) dus ik heb niet alles kunnen volgen. Was ik in Nederland gebleven, dan had ik het ook niet gevolgd, maar goed, heel veel mensen vinden dit leuk, dus prima… In alle vroegte, voordat ik de Highlands inloop, lees ik dat Trijn het niet gered heeft en... er is veel commotie geweest om haar jurk. Trijn ging er voor! Ze wilde alles uit de kast halen en ze wilde laten zien wat ze in huis (jurk?) had.

Het werd een grote discussie. Veel mannen kregen plotseling interesse in het songfestival en gingen er echt even voor zitten. Veel dames spraken er schande over, dit kon echt niet… Zij winnen uiteindelijk de discussie. De heren zappen over naar het darten of voetbal en Trijntje… Trijn verschijnt in gesloten broekpak en zingt een liedje. Alle mannen afgehaakt, geen stemmen, Trijntje redt het niet.

Heel Nederland in rep en roer en nu slaat minister Jet Bussemaker toe: “Dit kan niet, dit mag nooit meer gebeuren!” Voorpaginanieuws in alle kranten. Bussemakers stelt acuut een wet in om vanaf 2016 verplicht het vak muziek terug te laten keren op alle basisscholen. Alle basisschoolhoofden die ik zie op de journaaluitzendingen zijn zeer lovend over de daadkracht van deze minister van onderwijs. Dat belooft wat over 10 jaar, dan gaan we het songfestival vast en zeker winnen!!!

Meer muziek in het basisonderwijs, mooi hoor, gaan ze dit op de woensdagmiddag doen? Of… worden er weer andere vakken uit geknikkerd?

Als oud gymleraar zit ik weer met kromme tenen, veel sportdocenten zijn verdwenen uit het onderwijs, bewegingsonderwijs heeft geen prioriteit meer, er is geen schoolzwemmen meer, 50 % van de kinderen is te dik. Ja, er is wel gymles van de juf, beetje paaltjesvoetbal en misschien ook nog wel trefbal, maar… een salto maken met de minitramp? Levensgevaarlijk, mag ook niet, de juffies zijn niet meer bevoegd om met toestellen te mogen werken, dus de minitramp en andere turntoestellen staan onder het stof in het berghok.

Tot zover deze inleiding, ik kom er op terug.

Het is voorjaar en dit keer loopt een knul van 17 mee met de kudde, leuk en bijzonder, want het zijn vaak de mensen boven de veertig, die met mij mee lopen. Zij maken daar eerder tijd voor vrij. Jongelui trekken meestal hun neus op voor een herder en zien er helemaal niets in. Maar deze jonge adolescent wel. Zijn naam is Walter, hij volgt middelbaar onderwijs.
Hij toont daadwerkelijk interesse en stelt al na een half uur gerichte vragen over de hond. Met trots vertel ik over mijn hondje en laat verschillende manieren van communiceren zien.

Daarna slenteren we achter de kudde aan over een breed pad en Walter kijkt al enige tijd tegen de achterkant van de schapen aan en stelt dan schuchter de volgende vraag: “Ehhhh, wat zijn die dingen daar aan de onderkant…?” Ik kijk hem ongeloofwaardig aan, maar ik zie dat hij het echt meent. “Je bedoelt die dingen?” vraag ik hem. “Ja.” zegt hij. “O, dat zijn de uiers van het schaap.” “Uiers?” vraagt hij.... Even denk ik: “Komt dit stadsjoch uit een ei? Weet hij het echt niet?” Ik kijk hem aan en hij meent het echt, hij weet het niet… hoe leg ik hem dit nu uit? In een flits zegt mijn jarenlange onderwijservaring: “Simpel houden, spreek zijn eigen taal en kom met een voorbeeld” en dat doe ik.

“Ooo... uiers zijn TIETEN, het zijn schapentieten!” “ Maarre….. de lammetjes drinken toch niet meer…?” stamelt hij... “Het wordt steeds gekker!” denk ik en bedenk nog snel een voorbeeld. “Geeft jouw moeder jou nog de borst?” vraag ik hem. Lachend antwoordt hij: “Nee, natuurlijk niet” “Okee” zeg ik, “Maar ze heeft nog wel tieten?” vraag ik hem. “Ja” zegt hij lachend en ik zie dat hij het nu begrijpt.

Het gesprek gaat verder over de honden en we hebben een leuke ochtend. We nemen afscheid en Walter vindt het een hele mooie ervaring.

's Middags loop ik alleen verder en ik laat het ochtendgebeuren nog eens passeren in mijn hoofd. Ik geloof het haast niet, maar het is ECHT gebeurd. Grappig, maar eigenlijk ook uiterst droevig. En ik vraag mij af: “Wat doen ze tegenwoordig nog op die scholen in de stad? Wat leren kinderen nog van de natuur, van de dieren in de polders? Kinderen weten tegenwoordig niet meer waar de melk vandaan komt, kinderen weten niet meer wat “kroost” is en… kinderen weten dus ook niet meer wat een… UIER… is.

Extra muziek lessen vanaf 2016 op de basisscholen… het zal wel... maar minister Bussemaker… Het bovenstaande is geen verhaaltje, het is echt gebeurd!
Plotseling word ik boos op Trijn, op Trijntje, ze had gewoon die choquerende open jurk aan moeten doen! Dan was heel Nederland in rep en roer en men had dan echt schande gesproken over de borsten van Trijntje, tot in de Tweede Kamer toe!

En elke school zou dan de ochtend beginnen met een kringgesprek en het zou dan gaan over de borsten van Trijntje enne... enne… en dan zou in elke groep op elke school een peutertje van 5 jaar midden in het kringgesprek roepen: “Mijn mama heeft ook grote borsten en daar zit melk in voor kleine Carla, want die is net geboren en baby’tje Carla gaat drinken bij mama...” De kleuterjuffrouwen onderbreken dan deze guitige peutertjes en zullen dan zeggen: “Ja, het baby’tje gaat drinken bij mama, net als de jonge hondjes bij hun moeder, of de kleine poesjes bij de mama-poes, of net als de lammetjes bij het moeder schaap, die drinken uit de uiers van het moederschaap…

“UIERS? Wat is dat, vragen dan alle peuters? Alle juffrouwen schrikken zich dan dood en constateren dan hoever de kinderen uit de stad al verwijderd zijn van de natuur… Kinderen weten niet meer wat UIERS zijn…

Alle juffrouwen gaan dan boze en verontwaardigde brieven schrijven naar de minister van onderwijs, Jet Bussemaker en… ze gaat overstag. De scholen worden verplicht om in 2016 natuurlessen te volgen in polders, en, nee niet met de auto, de kinderen gaan fietsen of ze gaan lekker lopen (extra gymlessen) en onderweg mogen ze allerlei liedjes zingen (de extra muzieklessen) en dan eindelijk, in de polders leren de kinderen de natuur kennen, ze leren over de planten en het groen en ze leren wat UIERS zijn: gewoon… schapentieten…

Maar nee hoor… Trijntje trekt een broekpak aan…..