Posts tonen met het label ooien. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ooien. Alle posts tonen

zondag 18 september 2016

Het Zikavirus?

Het schoolreisje met de kudde naar Kijkduin is uiteindelijk goed verlopen. De dames hebben een twee uur lang op de trappen bij de Pokémonpaal van Kijkduin gezeten. Zij hebben in een flits “Misty” en even later ook nog “Groudor” (Pokémonfiguurtjes) voorbij zien komen maar uiteindelijk onder zachte dwang van Kita en Spyk zijn ze teruggelopen naar de polders van Midden Delfland. Het was een heel avontuur maar gelukkig… nu is de rust teruggekeerd.

Heet
Afgelopen dinsdag heb ik weer een heerlijke dag gehad in de polders. Ik had een leuk stel bij mij die voor de rust een dagje mee wilde lopen. Prima. Maar het was deze dinsdag tropisch heet. Ik kon het goed merken aan de dieren. Het was eigenlijk te warm voor de dieren om een lange tocht te maken. We hebben daarom ook maar veel schaduw van de bomen langs de nieuwbouwwijk in Schiedam opgezocht.

Vooral Billy (obesitas-schaap) had het te kwaad. Ik zag wel dat er verschillende dieren op hun knieen lagen om het gras te eten. Op zich is dit geen natuurlijk gedrag. Schapen eten staand en als ze gaan herkauwen doen ze dat of staand of liggend, maar knielend dat zie zie je zelden.

Ik heb het vreemde gedrag wel opgemerkt maar wijtte dit aan de extreme hoge temperaturen en heb er verder niets meegedaan.
Achteraf! Had ik maar eerder aan de bel getrokken! Dat verwijt ik mij zelf nu wel.

In de namiddag zet ik de dieren in de nachtwei, zodat ze de schaduw van de verschillende aanwezige bomen kunnen opzoeken. Ik ga opgetogen en dankbaar naar huis voor deze mooie dag in de polders van Midden-Delfland.

Afzetting?
Twee dagen later (donderdag) krijg ik een telefoontje van een bewoner uit de nieuwbouwwijk van Schiedam. Deze wijk heeft uitzicht op de weides waar de kudde regelmatig aan het grazen is.
Bewoner: “Herder, kunt u naar de kudde komen, want er is iets vreemds aan de hand. Politie is aanwezig en verschillende velden worden afgezet met rood/wit lint.”
Ik: “Wat is er aan de hand dan?”
Bewoner: “Ik weet het niet, maar zo te zien, mag er niemand bij de kudde komen, ik zie verschillende politieauto’s en misschien wel 40 mensen die achter de linten staan.”
Ik: “Heeft u de beheerder/de boer gebeld?”
Bewoner: “Nee, ik heb alleen uw nummer.”
(Ik deel regelmatig mijn visite/herderskaartje uit aan mensen die belangstelling hebben voor de kudde. Wie weet wil men in de toekomst nog eens een familiedag bij de schaapskudde organiseren en dan hebben ze alvast mijn kaartje.)
Ik: “Oke, dank u wel, ik kom er aan.”

Actie!
Snel bel ik de boer.
Ik: “Er is, denk ik, iets mis met de kudde.”
Boer: “Ja, ik weet het, ik ben net gebeld door GZH (Groen Service Zuid Holland), maar ik zit nu in Zeeland, ik kom er aan, hoop er over 2 uurtjes te zijn.”
Ik: “Enig idee wat er aan de hand is?”
Boer: “Verschillende schapen huiduitslag, spier en gewrichtspijn, er schijnen diverse dieren van de pijn op hun knieën te liggen.”
Er schiet een pijnscheut door mij heen. “Holy schapenkeutels… dan had ik dit toch dinsdag moeten melden…”
Ik: “Wat zou het kunnen zijn?”
Boer: “Moeilijk te zeggen, misschien wel een overgekomen virus, misschien is het wel het Zikavirus... De halve wereld is in de zomer in Rio geweest, weet jij veel…”
Ik: “Tja, ik weet het ook niet, ik rij er wel naar toe en zie je daar vanmiddag dan wel.”

Ik hang op en zoek op wikipedia de symptonen en oorzaken van het Zikavirus:
- Koorts
- Ontstekeningen
- Spierpijn
- Gewrichtspijn
- Vormen van huiduitslag
Veroorzaakt door de gele koorts mug (maar… komt niet in Nederland voor). In zeldzame gevallen: sexueel overdraagbaar…

Plotseling denk ik aan cabaretier Hans Teeuwen, hij heeft eens een lied gemaakt over Arjen de herdersjongen die schapen n……
Het - zal - toch – niet – waar – zijn…?

Ik spring in mijn bus en rij behoorlijk snel naar de polder toe. Daar aangekomen zie ik geen 40 mensen maar misschien wel 100 “ramptoeristen”.
Iets verder in het land lopen, achter de rood witte linten, drie mannen met witte pakken aan en met maskers over hun hoofden, zuurstoffles op hun rug.

“Holy schapenkeutels! Hier is meer aan de hand!!”denk ik.
Ik sta tussen de mensen, ik heb geen herderskleding aan en ben dus niet herkenbaar als herder. Het zoomt van de geruchten. Ik hoor zelfs het woord Ebola virus.

Snel google ik Ebola in op mijn smartphone:
- Koorts
- Spierpijn
- Gewrichtspijn
- Vreemde huiduitslag op de romp

Op dat moment zie ik Coen staan. Een natuurliefhebber en hof-fotograaf van de schaapskudde, hij stapt op mij af en schudt mismoedig zijn hoofd. We wisselen kort wat informatie uit en ik zeg hem: “Hier blijven staan worden we niet veel wijzer van. Zullen we via het de groene brug, over het bospad proberen bij de achterkant van de kudde te komen?”
Coen: “Is wel trikkie, maar ik wil wel graag weten wat de dieren nu hebben, als ik de kans krijg maak ik een foto.”
Ik: “Mooi, dan gaan we samen, dan maak jij een foto en dan stuur ik die direct naar mijn zoon, want die weet alles van trips…”
Coen: “Trips??”
Ik: “Laat maar... hij is bioloog, dus die weet alles…, geen tijd om uit te leggen, staat in laatste blogverhaal.”
Coen kijkt mij verbaast aan en haalt zijn schouders op.

Foto
Met gevaar voor eigen leven gaan we op pad… We verlaten de menigte en sluipen over het bospad, springen over een slootje en kruipen langzaam naar de kudde. Het is goed dat ik geen hond bij mij heb. Nu blijven de dieren rustig op hun plek.
Niemand te zien, heel in de verte zie ik de mensen in “asbestpakken” langzaam naderen. Geen tijd te verliezen!

Snel maak ik het geluid van een hitsige ram (werkt altijd) en al snel zie ik enkele geïnteresseerde ooien mijn kant op komen. Coen en ik liggen nog steeds in het gras om maar niet gezien te worden. Eén ooi nadert tot 4 meter en Coen krijgt een prachtige gelegenheid om dit schaap te fotograferen. Plotseling zakt het dier door zijn hoeven, ze steunt op haar knieën en mekkert treurig…

“Gewrichtspijn... ondraaglijke pijnen…” flitst er door mij heen. Vaag zie ik de huidvervormingen of abcessen op de vacht. Coen drukt af, twee, drie keer...
Ik haastig: “Staat het er op? Want ik zie de witte maanmannen dichter bij komen, druk zwaaiend met armen… Coen controleert zijn camera en antwoordt: “Voor de bakker!”
Ik: “Snel, wegwezen, voordat we ook nog eens de bereden politie achter ons aan krijgen.”

We sprinten weg, naar de sloot, springen er over heen, dwz ik…
Coen struikelt net voor zijn afzet en valt voorover in het water. In een split second weet hij zijn camera boven zijn hoofd te houden zodat dit instrument het enige is, dat nog droog blijft. Met het kroost in zijn oren en een kikker in zijn kontzak weet hij het vege lijf te redden en we vervolgen onze weg, achterom kijkend of het witte spook ons volgt.

Maar… gelukkig niets te zien. We lopen nu naar het bospad toe, hijgend staan we nu stil en hebben nu eindelijk de tijd om de foto’s aandachtig te bekijken.
Coen vergroot de foto en ik krijg nu een detail van de huid/schapenvacht te zien.

Ik slaak een zucht van verlichting en fluister: “ Holy… Schapen… Keutels….”
Coen haastig: “Wat is er , wat is er?”
Ik: “Coen, volgens mij is dit geen Ebola of Zikavirus, ik denk dat ik weet wat er aan de hand is met de dieren!”

Heeft u een idee? Bekijk de foto dan eens goed en geef de vermoedelijke oplossing door via info@lexthoen.nl
Onder de goede oplossingen wordt een prijs verloot.


zondag 19 april 2015

Kareltje is gered

Inmiddels ligt de Lammetjesdag achter ons. Er kwamen ruim 900 bezoekers en het was een prima manier om ons te presenteren. Er zijn dit jaar meer dan 260 lammetjes geboren en ze dartelen nu gezellig met de moeders in de wei.

Beheerder/ boer Aad sluit een hectische periode af, de zorg voor al dat nieuwe leven is groot, de begeleiding van de verschillende stagiaires, de medische verzorging voor de dieren, het eten en drinken geven! Wat een werk!
Aad kwam eigenlijk handen en uren te kort in deze periode, maar het is allemaal goed gegaan. Allemaal? Natuurlijk hebben wij met zoveel dieren ook teleurstellingen. Soms wordt een lammetje dood geboren. We hebben dit jaar ook veel meerlingen gekregen. Met name de drielingen en de vierlingen (daar hadden we er twee van!) vragen extra zorg. En dan de lammetjes die op de een of andere manier verstoten worden door hun moeder. Daarin is de natuur hard!

De oorzaak van het verstoten is niet altijd bekend maar de algemene uitleg is dat de moeder denkt: “Dit lam is te zwak, die gaat het niet redden, dus ik ga er dan ook geen moeite voordoen.” Als de boer/herder er snel bij is dan wordt dit lammetje, dat dan “ten dode is opgeschreven” weggehaald bij de moeder en wordt dan mee naar huis genomen en daar krijgt het lammetje 6 x per dag een flesje melk van de boer. Dit zijn de zogenaamde pot- of paplammeren. Dit duurt een week of vijf, zes en als het paplam voldoende gegroeid is, komt het alsnog bij de kudde. Deze paplammeren zijn gehecht aan de mens en daar kan de herder in de toekomst misschien weer zijn voordeel mee doen. Denk maar aan hamel nummer 39 (zie eerder blogverhalen).

Maar wat te doen als er 10, 12 of 13 lammetjes geboren worden en direct verstoten worden door de moeders? Dan heeft boer Aad enkel aan het geven van de fles een dagtaak! Dus daar moet dan ook een oplossing voor komen. Er worden dan verschillende vrijwilligers benaderd en die willen gelukkig een aantal weken voor zo’n paplam zorgen. Maar ja, het aantal vrijwilligers die dat willen en kunnen is ook eindig.

Het is inmiddels een aantal weken geleden, ik sta voor een kraamhok en moeder ooi heeft een tweeling op de wereld gezet, één lam (Sandraatje) mag drinken bij haar, het andere lam (Kareltje) wordt verstoten en krijgt telkens een kopstoot van haar moeder. Kareltje mag wel rondlopen in het kraamhok, maar zodra Kareltje wil drinken en moeders dat ziet, dan geeft ze Kareltje een kopstoot.

Wat nu? Er zijn geen vrijwilligers meer. Als dit langer dan een dag of twee dagen duurt, moeten we afscheid nemen van het lam Kareltje.
Zijn er nog andere oplossingen? Ik zou het niet weten en ik besluit om mijn zoon te bellen.

Mijn zoon Manus is inmiddels wetenschapper, hij werkt op de universiteit in Wageningen en doet daar onderzoek naar de resistentie van Trips. Dat zijn hele kleine beestjes die schadelijk zijn in diverse tuinbouwproducten.

Hij weet er erg veel van en kan er gepassioneerd over vertellen. Ik heb hem mijn probleem voorgelegd, want ik denk: “ Als je, als bioloog, heel, heel veel weet van die kleine beestjes, die je amper kan zien, dan weet je ook veel van de wat grotere beestjes, want dat lijkt mij dan makkelijker.” Zoonlief heeft mij liefdevol aangehoord en gaf toen aan dat hij er even geen tijd voor had maar dat dit wel een interessant wetenschappelijk onderzoek kan zijn voor zijn vierdejaars biologiestudenten. Ik bedenk gelijk een naam voor dit studieproject:

“Red Kareltje, het verstoten lam, nu het nog kan!”

“Hé Manus, stuur je dan vanmiddag effe twee stuuts, dan blijf ik op de boerderij bij Kareltje en dan……”
“Hé Pa, ik begrijp je zorg, maar……..”
En dan volgt er een aannemelijke uitleg… Tja, hoe gaat dat…. Project moet gedragen worden door verschillende afdelingen, er moet een protocol geschreven worden en dan moet dat “nog even” naar Brussel, dan ben je zo 8 maanden verder voordat er ook maar een student mag beginnen.

Snel mijn achterneefje op de T.U. gebeld in Delft. Ik maak wel eens een mountainbiketochtje met hem en zijn vader, mijn neef, in de winter. Slimme gozer. Ik leg het probleem voor en hij ziet misschien wel mogelijkheden met een geïmplanteerd zendertje bij de ooi, want het gaat pas fout als de ooi ziet dat Kareltje gaat drinken: dan geeft de ooi een kopstoot. “Dus...” beredeneert hij bedachtzaam… “We moeten zorgen dat de ooi dat niet te zien krijgt.” “Hoe dan?” vraag ik. “Klein stroomstootje, dan laat de ooi het wel om naar achter te kijken en dan kan Kareltje rustig drinken, want de ooi kan dan niet zien wie Kareltje en wie Sandraatje is.

“Goed plan” zeg ik, “Vanmiddag effe regelen?”

Er volgt weer een aannemelijke uitleg… Dit gaat ook 8 maanden duren…

Gedesillusioneerd ga ik op een strobaal zitten en ik denk aan een heel oud liedje van Jacques Herb: “Een man mag niet huilen”. Op dat moment komt boer Aad binnen. Zachtjes leg ik uit wat er vanmiddag gebeurd is en dat er weinig of geen hoop meer is voor Kareltje. “Emmertje!” zegt Aad. Ik kijk hem vragend aan. “Emmertje!” zegt hij, terwijl hij met een stevige pas weg beent. Binnen twee minuten is hij terug, snijdt met een stanleymes de bodem van de plastic emmer eruit, stapt het kraamhok in, doet de emmer zonder bodem over de kop van moederschaap en stapt weer uit het kraamhok. “Effe afwachten… als de lammeren tegelijk gaan drinken dan werkt het niet, maar als de lammeren ná elkaar gaan drinken, dan gaat het goed komen, want dan heeft de moeder het niet in de gaten, wie wie is.”
En weg is hij, voor de volgende klus. Ik blijf alleen achter, Ik kijk naar de twee lammeren en ja hoor. Ik zie Sandraatje drinken en nog geen vijf minuten later zie ik Kareltje drinken. Geweldig!

Mijn nicht Gemma schrijft regelmatig artikelen over Midden-Delfland in de regiokranten en ze heeft ook enkele boeken geschreven en uitgebracht. Misschien zal ik haar eerdaags toch eens bellen met de vraag of zij een boek kan schrijven met de titel: “Boerenwijsheid”.

's Avonds zoon en neefje gebeld, “Probleem is nu opgelost, maar… jongens, blijf vooral meedenken want het zal volgend jaar ook nog wel eens voorkomen!”

En Kareltje? Kareltje dartelt vrolijk in de wei, eet nu ook al volop gras en weldra…zal Kareltje… Karel zijn!

foto: Jeannemieke Hectors