Posts tonen met het label lammertijd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lammertijd. Alle posts tonen

donderdag 22 februari 2018

Het is zover...!

Je wordt wakker en je kijkt eens om je heen. Je kent de plek waar je bent, want je bent hier eerder geweest. Het is een herrie om je heen maar het voelt veilig en vertrouwd. En ook al mis je de buitenlucht en de vrijheid, hier op de boerderij is het droog en behaaglijk. Dat moet ook, want binnenkort ga je hier bevallen. Misschien wel van je eerste kroost.

Binnenkort ben je moeder en dat is een pittige taak. De meeste gezichten ken je. Het is het team van Vockestaert. Je ziet ze met plezier hun werk doen. Ze zijn enthousiast en maken jullie geboorteplekken zo comfortabel mogelijk en zorgen dat alles goed op orde is. Je kunt op ze bouwen. Je loopt nog wat rond en je maakt je klaar om geschoren te worden. Niet iets waar je naar uitkijkt, want je moet dan even stilzitten en dat ligt niet in je aard.
Rondwandelen in de polder dat ligt je beter. Maar ja, dat scheren doen ze niet voor de lol. Het verlost je van je ouwe vacht en tijdens je bevalling heb je er geen last van. Je wordt wat onrustig en je voelt dat het niet lang meer gaat duren. Jouw kroost is klaar om geboren te worden en jij bent klaar om dadelijk samen in de wei te lopen.

Het is zover. Je hebt al veel lammetjes om je heen geboren zien worden. Je zondert je iets af en je wilt wat meer ruimte. Even een moment voor jezelf zonder geduw van anderen. Je ziet dat de vrijwilligers van Vockestaert in de buurt zijn en je geeft je over aan de bevalling. Plots is je kind daar. Ze ligt in het hooi en als je je omdraait ben je de trotse moeder van een gezond lammetje. Je likt haar schoon en geeft ze wat duwtjes is de goeie richting. Opstaan, hop, hop. Met trots zie je dat ze gaat staan en samen sta je zo hard mogelijk te blaten. Even de juiste toon en klank afspreken zodat je elkaar later in de kudde kunt vinden. Je bent onder de indruk dat je zo'n unieke band hebt samen.


Saampjes naar een plekje voor jullie samen. Even goed wennen aan elkaar. Een plekje waar je even samen kunt bijkomen en elkaar goed kunt leren kennen voor je de kudde in mag. Na een paar daagjes neem je je kroost mee naar een grotere groep en is het een krioel van jewelste, overal lammetjes. Gelukkig weet je dat je tegen die tijd weer samen lekker in de groene wei graast, want uiteindelijk ben je een hele trotse moeder en dat mag iedereen weten!

Je hoopt dan ook dat iedereen op Tweede Paasdag naar je dartelende kroost komt kijken, want dan is het weer lammetjesdag bij Vockestaert!

Ben Determann

Februari 2018

zondag 27 maart 2016

Lente!

Het is lente geworden. De koeien hebben maanden op stal gestaan en gaan weer de wei in.
Meestal gooit de boer de staldeuren open en het vee springt, holt, dartelt de wei in. Soms wordt er zelfs een bekende Nederlander voor gevraagd om officieel de staldeuren te openen. Vorige week zag ik een foto in de krant. De eer kwam Sven Kramer toe. Het schaatsseizoen zit er op en Sven kon nu wel even tijd maken om een deur op te doen. Wat zijn boerenachtergrond is weet ik niet, maar het levert de boer met zijn koeien in ieder geval weer wat publiciteit op.
De deuren gaan open… en de grote kolossen hollen en springen de wei in, de vrijheid tegemoet. Je ziet de dieren genieten. Ze weten het… het mooie leven gaat nu beginnen!

En de schaapskudde?
In februari komen de drachtige schapen naar binnen. Ze verblijven dan in een half open stal. Bij ons zijn het 20 tot 40 dieren die samen in een open stal staan. Daar hebben we de gelegenheid om de schapen bij te voeren. De bevalling (het “aflammeren”) gebeurt in de half open stal. Als het lammetje geboren wordt, wordt het lammetje door de moeder schoongelikt en het jonge dier probeert binnen een paar minuten al op eigen poten te staan. En als het lam direct begint met drinken bij de moeder dan is dat een zorg minder. Al snel wordt dan het lam opgepakt (de boer of bij ons de stagiaires) en naar een andere stal gebracht.

Bij het oppakken maakt het lammetje een geluidje, het mekkert! Er is maar één schaap dat reageert en dat is de moeder. De stagiaire laat het lammetje zien/ruiken aan de moeder en loopt achterwaarts naar de andere stal. Daar aangekomen komt lam en moeder in een aparte kraamkamer, een hok van 2 x 2 meter. Hier wordt “moeder en kind” vertroeteld met water, biks, hooi en evtentueel een warmtelamp.

Alles door elkaar
De laatste weken staat de grote stal he-le-maal vol met kraamkamertjes. Op deze manier is er een goede dagelijkse controle op moeder en kind. Na 2 à 3 weken is het lammetje zo hard gegroeid dat het met moeder naar weer een andere stal kan. In de nieuwe stal lopen dan tientallen moeders en soms wel 60 tot 80 lammetjes, allemaal los door elkaar. De lammetjes drinken nog steeds bij hun moeder, maar eten ook al af en toe wat biks. En dan is het eindelijk zo ver… het is tijd om naar buiten te gaan, de staldeuren gaan open... maar er ontstaat een heel ander tafereel dan bij de koeien.

De moederschapen lopen naar buiten en denken maar aan één ding! “WAAR IS MIJN KIND?” er lopen wel 80 lammetjes te springen, die niet weten waar ze aan toe zijn, zij komen voor het eerst in de grote schapenwereld, dat is wel even iets anders dan een stalletje! Ze zijn opgewonden maar vinden het ook wel een beetje eng voor de eerste keer, ze rennen achter elkaar aan en mekkeren. Daar reageren de moeders weer op en denken maar aan één ding: “Ik moet terug naar mijn kind!”

Paniek
Arie, een goede kennis van mij en vrijwilliger bij Vockestaert heeft een mooi filmpje van een minuut gemaakt, bekijk het eens, het geeft een goed beeld hoe groot de paniek kan zijn.
Zodra alle lammetjes buiten zijn (soms moeten ze daarbij even geholpen worden door boer/ herder/ hond/ vrijwilliger) is de paniek snel weg. Al mekkerend vinden moeder en lam elkaar snel en als ze elkaar eenmaal gevonden hebben, stopt direct het gemekker.

De kudde verblijft een week op de grote wei voor de stal en dan...? Dan gaan WE de grote wijde wereld in. Herder en hond nemen de kudde mee.
Is de kudde blij? Nee op dit moment nog niet. Er is genoeg gras op de grote wei, waarom zou de schapen dan willen vertrekken?

En er speelt nog iets… de herder wil de kudde meenemen om andere gebieden te gaan begrazen (dit is de primaire functie van de Vockestaertkudde) maar moeder wil alleen maar haar kind beschermen en... valt dus regelmatig mijn hond aan! En… een lammetje heeft nog nooit een hond gezien en weet dus niet dat de hond van de wolf afstamt. Een lammetje denkt: “hé, dat beessie heeft een ander kleurtje, maar daar kan ik vast wel leuk mee spelen!”

In het "echie"
In mijn volgende blogverhaal zal ik daar nog iets over schrijven, de komende week gaan we de polder in met de kudde. Het gevaar ligt op de loer!! Loslopende vreemde honden, appende fietsers, traktoren, skaters, auto’s en dan die bruggetjes waar de lammetjes vanaf donderen met de kans op verdrinking!

Bakkie koffie?
Krantje?
Uiltje knappen?
Niets daar van deze maand.
Het leven van een herder is keihard!
Zonder strijd geen overwinning!

Tweede paasmiddag: Lammetjesdag, we hebben ongeveer 250 lammetjes (check onze Facebook pagina voor de laatste updates) en dan de volgende dag… hup... op avontuur!



zondag 13 maart 2016

Schapenleed

28 maart 2016, 2de paasdag, lammetjesdag!

Een kleine 250 lammetjes staan in de stallen en willen allemaal naar buiten toe. De lente komt er aan, ontluikende bloemen en planten, ook de bomen lopen al uit, het gras groeit en vraagt om gegeten te worden, de lammetjes willen dartelend de wei in. De tijd van de bloemetjes en de bijtjes. Deze teksten zult u menigmaal de komende weken tegen komen in natuur- en weekbladen. De lente komt!

Maar... is het dan altijd "rozengeur en maneschijn?"

NEE… dat is het niet altijd. Natuurlijk schrijf ik deze blogverhalen om de kudde te promoten. Hoe meer lezers, hoe meer draagvlak om de kudde te behouden. Ik schrijf over de dingen die ik meemaak, dingen die mij raken. Het zijn “mijn belevenissen als herder” bij de kudde. Bijna altijd leuk of mooi, maar soms ook vervelend en triest. En daar schrijf ik vandaag over.

In de media wordt altijd het aantal lieve kleine lammetjes vermeld. Zelden of nooit leest men dat het fout gaat, over verstoten lammetjes, over lammetjes die na enkele dagen het niet meer redden, over doodgeboren lammetjes. Wist u dat er bijna 10 % van de lammetjes het niet halen? Op 250 lammetjes, is dat veel, maar het is wel de realiteit.

Onze 250 lammetjes worden in een paar weken tijd geboren. Het is een hele drukke periode. Coördinator Aad wordt ondersteund door 3 MBO studenten, jonge mensen die diergeneeskunde studeren. Het is geen 8 tot 5 stage. Ook 's nachts zijn er bevallingen en de studenten zijn er bij en proberen dit zo goed mogelijk te begeleiden. Maar worden ook geconfronteerd met dode lammetjes. 

Een ooi brengt een dood lam op de wereld. Veel tijd om hier lang bij stil te blijven staan is er niet. Er kan nog een tweede of derde lam komen. Zo niet dan staat de volgende ooi op het punt om te bevallen. Ik ben regelmatig op de boerderij. Er zijn enkele schapen die elk moment zullen bevallen. We hebben de dieren in verschillende stallen staan. Een ooi bevalt van twee kleine lammetjes, maar helaas… ze laat de lammetjes niet drinken. Ze verstoot de kleintjes. Er rest ons niet anders dan de lammetjes weg te halen, apart te zetten in een kraamhok en dan zo snel mogelijk met een flesje met warme melk de kleintjes proberen te redden. Dit worden dan de “paplammetjes”.

Bijna tegelijkertijd, in de andere stal bevalt 007, James, het leiderschaap. Dit dier heeft toch wel bij mij een speciaal plaatsje gekregen. Maar het valt niet mee, het wordt een zware bevalling. Er is een stuitligging, dus het wordt een moeilijke bevalling, de pootjes kunnen niet gepakt worden door de “verloskundige”. Het wordt een hele strijd en helaas... het lammetje komt dood op de wereld.

Veel tijd om te treuren is er niet “er moet er nog een van afkomen” hoor ik zeggen, het is een vakterm en het betekent dat er nog een lammetje in de baarmoeder zit. Ook het tweede lammetje wordt helaas dood geboren. 007 redt het maar net, ze is bekaf. Plotseling zie ik Aad naar de andere stal lopen en komt met de twee zo juist geboren paplammetjes aanzetten. Deze lammetjes worden direct ingewreven met de nageboorte van 007. Hierdoor krijgen de paplammetjes dezelfde geur als 007. Als je dit heel snel na de geboorte doet dan heb je kans dat de moeder dit als haar eigen kind(eren) ziet. 

En ja... hoor! De twee paplammetjes worden geaccepteerd door de nieuwe moeder. 007 is nu dus stiefmoeder geworden. Ze weet het alleen zelf niet. In de grote mensenwereld zou dit onacceptabel zijn. In de schapenwereld is dit toegestaan. Het schapenleed wordt hiermee beperkt. De 2 paplammetjes hebben een (nieuwe) moeder en hebben volop kansen op een mooi schapenleven.

Moeder 007 koestert “haar” kleintjes en geniet van het moeder zijn. Wat rest zijn de dode lammetjes… het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Nee… het is de realiteit bij een schaapskudde, die weinig belicht wordt. Schapenleed… het is er wel.
De twee dode lammetjes van James
Hieronder James en de adoptielammetjes in de potstal:

zondag 19 april 2015

Kareltje is gered

Inmiddels ligt de Lammetjesdag achter ons. Er kwamen ruim 900 bezoekers en het was een prima manier om ons te presenteren. Er zijn dit jaar meer dan 260 lammetjes geboren en ze dartelen nu gezellig met de moeders in de wei.

Beheerder/ boer Aad sluit een hectische periode af, de zorg voor al dat nieuwe leven is groot, de begeleiding van de verschillende stagiaires, de medische verzorging voor de dieren, het eten en drinken geven! Wat een werk!
Aad kwam eigenlijk handen en uren te kort in deze periode, maar het is allemaal goed gegaan. Allemaal? Natuurlijk hebben wij met zoveel dieren ook teleurstellingen. Soms wordt een lammetje dood geboren. We hebben dit jaar ook veel meerlingen gekregen. Met name de drielingen en de vierlingen (daar hadden we er twee van!) vragen extra zorg. En dan de lammetjes die op de een of andere manier verstoten worden door hun moeder. Daarin is de natuur hard!

De oorzaak van het verstoten is niet altijd bekend maar de algemene uitleg is dat de moeder denkt: “Dit lam is te zwak, die gaat het niet redden, dus ik ga er dan ook geen moeite voordoen.” Als de boer/herder er snel bij is dan wordt dit lammetje, dat dan “ten dode is opgeschreven” weggehaald bij de moeder en wordt dan mee naar huis genomen en daar krijgt het lammetje 6 x per dag een flesje melk van de boer. Dit zijn de zogenaamde pot- of paplammeren. Dit duurt een week of vijf, zes en als het paplam voldoende gegroeid is, komt het alsnog bij de kudde. Deze paplammeren zijn gehecht aan de mens en daar kan de herder in de toekomst misschien weer zijn voordeel mee doen. Denk maar aan hamel nummer 39 (zie eerder blogverhalen).

Maar wat te doen als er 10, 12 of 13 lammetjes geboren worden en direct verstoten worden door de moeders? Dan heeft boer Aad enkel aan het geven van de fles een dagtaak! Dus daar moet dan ook een oplossing voor komen. Er worden dan verschillende vrijwilligers benaderd en die willen gelukkig een aantal weken voor zo’n paplam zorgen. Maar ja, het aantal vrijwilligers die dat willen en kunnen is ook eindig.

Het is inmiddels een aantal weken geleden, ik sta voor een kraamhok en moeder ooi heeft een tweeling op de wereld gezet, één lam (Sandraatje) mag drinken bij haar, het andere lam (Kareltje) wordt verstoten en krijgt telkens een kopstoot van haar moeder. Kareltje mag wel rondlopen in het kraamhok, maar zodra Kareltje wil drinken en moeders dat ziet, dan geeft ze Kareltje een kopstoot.

Wat nu? Er zijn geen vrijwilligers meer. Als dit langer dan een dag of twee dagen duurt, moeten we afscheid nemen van het lam Kareltje.
Zijn er nog andere oplossingen? Ik zou het niet weten en ik besluit om mijn zoon te bellen.

Mijn zoon Manus is inmiddels wetenschapper, hij werkt op de universiteit in Wageningen en doet daar onderzoek naar de resistentie van Trips. Dat zijn hele kleine beestjes die schadelijk zijn in diverse tuinbouwproducten.

Hij weet er erg veel van en kan er gepassioneerd over vertellen. Ik heb hem mijn probleem voorgelegd, want ik denk: “ Als je, als bioloog, heel, heel veel weet van die kleine beestjes, die je amper kan zien, dan weet je ook veel van de wat grotere beestjes, want dat lijkt mij dan makkelijker.” Zoonlief heeft mij liefdevol aangehoord en gaf toen aan dat hij er even geen tijd voor had maar dat dit wel een interessant wetenschappelijk onderzoek kan zijn voor zijn vierdejaars biologiestudenten. Ik bedenk gelijk een naam voor dit studieproject:

“Red Kareltje, het verstoten lam, nu het nog kan!”

“Hé Manus, stuur je dan vanmiddag effe twee stuuts, dan blijf ik op de boerderij bij Kareltje en dan……”
“Hé Pa, ik begrijp je zorg, maar……..”
En dan volgt er een aannemelijke uitleg… Tja, hoe gaat dat…. Project moet gedragen worden door verschillende afdelingen, er moet een protocol geschreven worden en dan moet dat “nog even” naar Brussel, dan ben je zo 8 maanden verder voordat er ook maar een student mag beginnen.

Snel mijn achterneefje op de T.U. gebeld in Delft. Ik maak wel eens een mountainbiketochtje met hem en zijn vader, mijn neef, in de winter. Slimme gozer. Ik leg het probleem voor en hij ziet misschien wel mogelijkheden met een geïmplanteerd zendertje bij de ooi, want het gaat pas fout als de ooi ziet dat Kareltje gaat drinken: dan geeft de ooi een kopstoot. “Dus...” beredeneert hij bedachtzaam… “We moeten zorgen dat de ooi dat niet te zien krijgt.” “Hoe dan?” vraag ik. “Klein stroomstootje, dan laat de ooi het wel om naar achter te kijken en dan kan Kareltje rustig drinken, want de ooi kan dan niet zien wie Kareltje en wie Sandraatje is.

“Goed plan” zeg ik, “Vanmiddag effe regelen?”

Er volgt weer een aannemelijke uitleg… Dit gaat ook 8 maanden duren…

Gedesillusioneerd ga ik op een strobaal zitten en ik denk aan een heel oud liedje van Jacques Herb: “Een man mag niet huilen”. Op dat moment komt boer Aad binnen. Zachtjes leg ik uit wat er vanmiddag gebeurd is en dat er weinig of geen hoop meer is voor Kareltje. “Emmertje!” zegt Aad. Ik kijk hem vragend aan. “Emmertje!” zegt hij, terwijl hij met een stevige pas weg beent. Binnen twee minuten is hij terug, snijdt met een stanleymes de bodem van de plastic emmer eruit, stapt het kraamhok in, doet de emmer zonder bodem over de kop van moederschaap en stapt weer uit het kraamhok. “Effe afwachten… als de lammeren tegelijk gaan drinken dan werkt het niet, maar als de lammeren ná elkaar gaan drinken, dan gaat het goed komen, want dan heeft de moeder het niet in de gaten, wie wie is.”
En weg is hij, voor de volgende klus. Ik blijf alleen achter, Ik kijk naar de twee lammeren en ja hoor. Ik zie Sandraatje drinken en nog geen vijf minuten later zie ik Kareltje drinken. Geweldig!

Mijn nicht Gemma schrijft regelmatig artikelen over Midden-Delfland in de regiokranten en ze heeft ook enkele boeken geschreven en uitgebracht. Misschien zal ik haar eerdaags toch eens bellen met de vraag of zij een boek kan schrijven met de titel: “Boerenwijsheid”.

's Avonds zoon en neefje gebeld, “Probleem is nu opgelost, maar… jongens, blijf vooral meedenken want het zal volgend jaar ook nog wel eens voorkomen!”

En Kareltje? Kareltje dartelt vrolijk in de wei, eet nu ook al volop gras en weldra…zal Kareltje… Karel zijn!

foto: Jeannemieke Hectors