maandag 27 juni 2016

Schapen spreekwoorden

Er zijn veel spreekwoorden die betrekking hebben op schapen. Iedereen kent er wel een paar, bijvoorbeeld:
· Er gaan veel makke schapen in een hok.
· Hij heeft zijn schaapjes op het droge.
· Hij is zo mak als een lammetje.
Misschien is dit wel de bekendste:
· Als er één schaap over de dam is, dan volgen er meer.

Belhamel
Er zijn ook enkele spreekwoorden, gezegdes en namen, waarvan veel mensen niet weten dat deze uit de schapenwereld komen. Neem nu het woord “Belhamel”. Onze nationale dichter Vondel heeft rond 1600 gedichten geschreven over de “Belhamel”.
Een hamel is een mannetjesschaap, het is een ram. Een ehhh, hoe zal ik het zeggen? Een ram die geholpen is. Een hamel is de enige ram die het hele jaar bij de kudde kan en mag lopen.

Een hamel kan niets meer, dus de dames (ooien) denken: “La maar lopen joh, hij kan toch niets meer, dus hij valt ons ook niet lastig…”
De hamel op zijn beurt denkt: “Zo, dat heb ik toch maar mooi voor elkaar, al mijn broertjes en neefjes zijn na 5 maanden afgevoerd naar de “kinderboerderij”, omdat zij allemaal last kregen van “opspelende hormonen”. Want dan ontstaat er gedonder in de kudde, dus alle jongens (de rammetjes) moeten afgevoerd worden… Ik ben de enige MAN en ik loop hier mooi met 300 dames! Ik ben de macho, ik ben de koning!”

In vroegere tijden was er geen prikkeldraad, er waren geen hekken en er waren al helemaal geen flexnetten met accu’s.
De kudde liep maar ergens. En de herder was vaak zijn kudde kwijt. Het was in het jaar 412 na Chr. dat een zekere herder met de naam Jacobus Keutel het zo ontzettend zat was om elke morgen maar weer op zoek te gaan naar zijn kudde, dat deze Jacobus besloot om de leider van de kudde te voorzien van een grote bel om zijn nek.
De leider van de kudde was dan in ieder geval op kilometers afstand te horen, want die grote bel maakte veel geluid. In die tijd was het overal stil, het enige wat de herder hoorde was ruisende rietkragen, de roep van de kievit, het gekwaak van een eend en… de bel van de hamel. De leider van de kudde liep (en loopt) voorop, de kudde volgt. Als men de leider, vaak een hamel met een bel, hoorde, dan wist men: “Daar moet dan ook de kudde zijn”.

De Hamel met de bel… de Belhamel!

Rammen!
Nog een wat minder bekend spreekwoord: “Ze rammen er op los!”.
Af en toe hebben de ooien van mijn kudde een meningsverschil. Ach, waar gaat het dan om? Vaak is het iets onbenulligs, zoiets als: “Dat plekje gras is van mij, ik was er het eerst om te eten, jij moet weg” of  “Wat heb jij een rare jas (vacht) aan, het staat je niet” of  “Jouw kind heeft geen manieren, het poept gewoon op het fietspad!”
Enfin, de dames zijn beledigd en stoten dan de koppen tegen elkaar. “Ze rammen er op los”. Toch raar, want er is geen ram te zien. Het echte “er op los rammen” gebeurt eigenlijk alleen bij de mannen, de rammen. En de boeren proberen dit eigenlijk altijd voor te zijn.
Ik heb er nog nooit mee te maken gehad, want ik loop altijd met een grote kudde. 

Zoals ik schref: in de zomer worden de rammetjes weggehaald bij de kudde. Er blijven alleen ooien over. In het najaar komen de rammen weer bij de kudde (de schapen noemen dat: De dag van het schaap!). Bij ons zijn dat er twee of drie. Deze rammen zorgen dan voor het voortbestaan van de kudde. Ze blijven dan enkele weken. En zo plannen we de geboortes van de nieuwe lammetjes keurig vlak vóór Pasen. De draagtijd van een ooi is 5 maanden min vijf dagen.

De dekrammen hebben ergens achter een boerderij op een verlaten veldje 10 maanden “droog” gestaan. Zodra de dekrammen bij de kudde gezet worden, hebben ze maar aan één ding te voldoen en dat is zorgen voor het nageslacht. Ik hoef dan niets uit te leggen aan de schapen………, de natuur doet zijn werk…… en de rammen lopen elkaar ook niet in de weg. Er is een overvloed aan appetijtelijke dames. Keuze genoeg.

En de dames? Ach… de dames zijn ook blij, zijn smachten naar een nieuw moederschap. Maar o wee, als de kudde kleiner is, veel kleiner is. Ik heb het zelf nooit meegemaakt maar ik heb mij wel laten informeren door de boeren in dit gebied. Als het een kleine kudde betreft en de rammen ervaren dat er eigenlijk te weinig dames voor twee of drie rammen zijn, dan zien ze elkaar als echte concurrenten. Ze vechten elkaar de tent uit. Ze nemen dan alle twee een behoorlijke aanloop en knallen (rammen) met de koppen tegen elkaar, tot... de dood volgt.

Het is menig maal gebeurd dat de boer de volgende ochtend op het land komt en dat hij dan een dode ram treft. Doodgevochten... en het vreemde is dat bijna altijd de kleinste ram het overleeft, volgens zeggen. De kleinste ram zorgt op het laatste moment van zijn “stormram” dat hij ónder de grotere ram duikt. Hierdoor raakt de grootste ram enkel de lucht en de kleinere ram raakt (ramt) de keel en borstkas van de grotere ram.

Op leven en ...
Het is een luguber verhaal. Sommige bloglezers vinden dat ik eigenlijk niet over “de dood” moet schrijven (zie hier). Enkel over dartelende lammetjes en boterbloempjes… Maar het is de realiteit, het is de natuur…

Zo zijn er dagelijks in het prachtige Midden-Delfland zaken, waar ik als herder aan blootgesteld word, zaken die spelen op leven en dood… Het is emotioneel, schrijnend, maar het is de realiteit:
· De zwaluw maakt een duikvlucht over de ruggen van de schapen, om insecten te vangen en te verorberen.
· De buizerd stort naar beneden en vangt een muis en vreet dat lieve muisje met huid en haar op.
· De reiger staat roerloos in het ondiepe water te wachten, te wachten... en slaat dan meedogenloos toe, het kikkertje spartelt nog even na en verdwijnt dan in de lange hals.
· De boeren proberen rekening te houden met de nesten van weidevogels, maar Reinaert, de sluwe vos? Hij heeft daar geen boodschap aan… In de nachtelijke uren slaat hij toe en weet een kievitsnest te vinden met alle rampzalige gevolgen van dien.
· Zelfs een loslopende kip heeft geen enkel ontzag voor een worm die zich meldt aan de oppervlakte van het maaiveld.

Volgende keer misschien toch maar een leuker verhaaltje maken….
Zo komt trouwens het gezegde: “Iemand een veeg geven” ook uit de schapenwereld…
Toch maar eerst even aan de blogmaster vragen wat de minimum leeftijd is van de blog-lezende kinderen…

foto: Jeannemieke Hectors


dinsdag 21 juni 2016

Prinsjes en prinsesjes

Het is dinsdagochtend 5.30 uur. Het regent pijpestelen. Ik draai mij nog even om en het enige wat ik denk: “Zo dadelijk niet vergeten om laarzen mee te nemen.”
Twee uur laten rij ik na een heerlijk gezond ontbijt naar de kudde. Inmiddels is het droog geworden, maar ik heb voor de zekerheid toch laarzen en regenbroek meegenomen.

Ik ben iets later dan anders, want ik begin niet met de grote kudde. Vandaag begin ik bij de boerderij, hier staat nog een kleine kudde van ongeveer 60 dieren. Deze kleine kudde gebruiken we voor de educatielessen bij de boerderij. Hier kunnen de kids gemakkelijk hun fiets parkeren, er zijn toiletten aanwezig, een hooiberg om even rustig te zitten en wat vragen te beantwoorden. Kortom een fijne locatie voor een school om er even uit de stad te zijn en wat nieuws te leren.

Ik krijg een telefoontje van de voorzitter van Vockestaert. Lucia. Zij coördineert de educatielessen van de basisscholen bij de kudde. “Ehhh... Lex, tja… ik krijg net een telefoontje van de juffrouw van de school, maar ze zien er van af, gezien het weer.”
Ik: “Maar.... het is DROOG!”
Lucia: “Ja ik weet het, Lex, dat heb ik ook tegen de juf gezegd.”
Ik: “Dus??”
Lucia: “Dus, de school komt niet, het gras is nat en dan kunnen de kinderen ziek worden… ik heb mijn verontwaardiging uitgesproken, maar de juffrouw wordt geleid/gestuurd door enkele verontruste ouders…”

Even wil ik de discussie aangaan met Lucia, maar zij is enkel de boodschapper van dit belachelijke nieuws. Ik dank haar voor de mededeling en rijd vervolgens naar de grote kudde. De dinsdag is mijn “vrije dag” bij de kudde. Ik probeer deze dag voor mijzelf te houden. Ik probeer dan geen groepen te plannen.
Maar de educatielessen voor scholen gaan via Vockestaert en gezien de grote vrijheid die ik heb bij de kudde is het logisch dat ik op de dinsdagen beschikbaar ben voor scholen.

Om 11.00 uur komt er nog een fokker met 11 border collies langs om te kijken of er een border geschikt is om “het drijven” op te pakken en om 12.30 uur loopt een collega van mij uit de psychiatrie een middagje mee met de kudde ter onthaasting. Al met al is de “vrije dag bij de kudde” toch aardig gevuld. Deze afzegging van de school komt dus niet echt ongelegen, zo heb ik toch nog een paar uurtjes voor mijzelf bij de kudde.

Maar toch… Ik loop me toch een beetje op te fokken… Afzeggen omdat het gras nat is… en misschien valt er deze ochtend nog wel een buitje! Omdat de kindertjes ziek kunnen worden…..!
Waar gaan wij heen? Hoever zijn we gezonken?
Wij laten ons vandaag de dag leiden door buienradar. Schooldirecties en onderwijsgevenden laten zich steeds meer leiden door mondige ouders.

Vroeger werd er gewoon niet gegeten tijdens de schooluren, moet je nu eens gaan kijken op die scholen. Eerst kwamen de broodblikjes om 10.00 uur uit de kast met een pakje schoolmelk. Maar dat is allemaal verleden tijd. De schoolmelk is vervangen door de mierzoete fristi's en tweedrankjes. De boterhammen hebben plaats gemaakt voor de donuts en liga’s met chocolade erop.
De juf op school is de strijd met de ouders allang zat, altijd die discussies…. (Moeder: mijn prinsje lust geen brood, hij moet echt een ligaatje eten hoor, anders redt mijn prinsje het niet tot 12.00 uur) Juf heeft het opgegeven, naast het gewone onderwijs geven, zijn de extra taken megabelastend en zij gedoogt dus maar het ongezonde voer dat ouders hun kind meegeven.

50% van de Nederlandse kinderen heeft overgewicht. De vakleerkrachten gymnastiek worden wegbezuinigd, de sportverenigingen lopen leeg. En de kinderen kunnen nergens meer buiten spelen.
“Allemaal de schuld van de overheid,” hoor ik sommige ouders zeggen.
Maar… elk kind heeft tegenwoordig wel zo’n veeg-telefoon of zo’n tablet waar urenlang spelletjes (gegamed??) op gedaan worden.
Dan denk ik weleens: “Ga toch lekker naar buiten, ga de polder in…”

“Maar er rijden geen trams naar de polder en we hebben het eigenlijk te druk om dat te doen…” zeggen de ouders dan.
“Gelukkig dat de scholen dat dan maar oppakken, want de stadskinderen weten echt niet meer wat kroost is, waar melk vandaan komt, wat een ooi is en wat uiers zijn…”
We zijn nu dus ook al zover dat ouders zich gaan bemoeien met wel of geen educatielessen in de polder. Het gras is nat, het miezert misschien en straks kan ons prinsje of ons prinsesje wel eens heel ziek worden."
Alle ouders hebben het beste met hun kind voor, maar soms denk ik wel eens: “We zijn wel aan het doorslaan.”

En ach... natuurlijk geldt dit niet voor alle ouders. Zo zie ik bij de afgelopen lammetjesdag honderden kinderen met hun ouders dwars door de storm lopen om een leuke middag te hebben. Misschien is het maar een kleine minderheid, maar die kleine minderheid, de schreeuwers, bepalen wel wat er gebeurt op school. En voor deze groep ouders wil ik adviseren:
Stop met het pamperen van uw prinsje of prinsesje. Laat uw kind, kind wezen! Een kind moet vies worden, vuil worden, vallen, opstaan, weer vallen, slootje springen, vlotbouwen, nat worden, in de regen lopen, een pleister op de knie, een scheur in zijn broek, het koud krijgen…
Kortom… weerstand en ervaringen op doen, in de stad, in het dorp en… in de polder!
De tablet en veeg-telefoon zijn een verrijking van ons bestaan, maar als het daar bij blijft is het een verarming van de opvoeding.

O ja, op deze plotselinge vrije ochtend ging het toch om 9.55 uur even regenen, wel 8 minuten lang...
Erg hè?

foto: Jeannemieke Hectors

zondag 12 juni 2016

Gay pride in de polder?

Het is een heerlijke dag in de polder. De zon staat hoog aan de hemel en het is warm. Ik loop op sandalen. Ik heb mijn herdershoed op. Ik heb een hekel aan een zonnebril. Als ik hem op heb dan ben ik hem binnen een week kwijt of ik laat weer eens ergens liggen. Nee, die hoed is een goed alternatief. En… ik vind het prettig als ik een gesprek met iemand aan ga dat ik hem of haar recht in de ogen aan kan kijken en andersom dus ook. Dus voor deze herder… geen zonnebril.

Ik heb ook een korte broek aan, lekker luchtig... na afloop altijd even controleren of er geen teken op bezoek zijn gekomen. Een korte broek met deze temperaturen “werkt” prettig. En verder? Tjaaa… ik heb ook mijn lange waxcoat-jas aan. Beetje tegenstrijdig met dit weer… maar dat is nu eenmaal zo. Vijf jaar geleden begonnen als herder. Herkenbaarheid als herder vond en vind ik belangrijk. Dan kan ik natuurlijk zo’n reflectorhesje met de naam Vockestaert erop aantrekken, maar ik heb toch een andere keuze gemaakt. Bevalt me prima, ik hoeft nooit uit te leggen wie of wat ik ben. Daar in de polder loopt niet de politieagent, niet de verpleegkundige of brandweerman, nee daar loopt gewoon… de herder.

Maar nu vandaag, ik twijfel een beetje: lange jas, korte broek. Misschien zet ik de bezoekers in de polder wel op het verkeerde been?
Snel verwerp ik die gedachte. Ik ga met dit weer geen lange broek aantrekken omdat er heel misschien één wandelaar vindt dat dit niet zo hoort.
Ik ben trouwens vandaag ook “op het verkeerde been gezet”. Onderstaande foto heeft mij vandaag “getriggerd”.


“Holy schapenkeutels,” denk ik. “Dat vind ik nu eens een gave actie van de boeren uit Midden-Delfland.” Afgelopen week kwam het dorp Schipluiden negatief in het nieuws. Het nieuws haalde de landelijke kranten en zelf op de tv werd er aandacht aan besteed.
De TU-student Bram Tielen is weggepest uit een studentenhuis in Schipluiden om zijn homoseksuele geaardheid.
Verontwaardigde boeren hebben direct actie ondernomen. Het gemaaide gras wordt in deze tijd altijd ingepakt in zwarte grote balen. Voer voor de winter. I.p.v. zwart plastic hebben ze nu gekozen voor roze plastic.

“Mooie actie” denk ik….” Of zou het een andere actie kunnen zijn?” Ik laat mijn gedachten de vrije loop... Ja maar natuurlijk... dat is het!

Midden-Delfland wil “de stad naar de polder” brengen. Gaaf zeg! Dit wordt de nieuwe Gay Pride, niet in Amsterdam, maar in Midden-Delfland.
Dat met die bootjes door de grachten, tja dat kennen we nu wel. Nee het wordt tijd voor iets anders, iets nieuws! Wat een pr-stunt van de gemeente Midden-Delfland!

Ik zie het al helemaal voor mij: tientallen trekkers met boerenkarren met daarop hossende homo’s en lesbo’s. De boeren, gehuld in roze kiel, rijden hun trekkers zigzaggend om de roze strobalen, hobbelend over de weilanden.
De stoet eindigt bij het gemeentehuis in Schipluiden en heel Nederland, nee……. heel de wereld…. zal zien dat niet enkel de stad Amsterdam maar ook het boerenland zich sterk maakt voor de acceptatie van anders-geaarden.

Bij het gemeentehuis zijn grote tribunes gebouwd. Op de Viptribune zie ik mensen die veel betekenen voor Midden-Delfland. Voorzitter van de Midden-Delfland Vereniging Koos Karssen, Marja van Bijsterveldt, bestuurslid van Vockestaert en toekomstig burgemeester van Delft, van Aertsen en Aboutaleb, respectievelijk burgemeester van Den Haag en Rotterdam, zitten gemoedelijk naast elkaar met een programmaboekje in hun handen. Beide maken zich sterk voor “de groene long” tussen beide steden en ondersteunen ook dit nieuwe initiatief van de boeren. En op de eerste trekker zit voorop de motorkap een jongen te zwaaien... juist ja... het is Bram Tielen, hem wacht een warm onthaal, alsof heel Schipluiden wil zeggen: “Sorry Bram, dit had nooit mogen in het studentenhuis… welkom in Schipluiden!”

De rest van de dag loop ik heerlijk kuierend door de polder met mijn kudde, maar de roze strobalen blijven spoken in mijn hoofd.

De dag nadert zijn einde, ik zet de kudde in de nachtwei en zie plotseling beheerder Aad komen aansjezen met zijn pick-up. Hij stapt uit en begint, zonder dat ik er naar vraag, een enthousiast betoog over de roze strobalen.
Aad: “ Is voor het goede doel, we ondersteunen hiermee Pink Ribbon, een stichting die zich sterk maakt voor mensen met borstkanker, onderzoek naar behandeling, nazorg etc. Jij kent veel mensen, dus zegt het voort en verkoop effe die roze balen…. Ze kosten 25,- euro per baal, grote joekels, maar ja dan heb je ook wat…. De mazzel, Lex, want ik moet weg, heb nog overleg met de boeren…..”
“Oké Aad, ga ik doen, goede zaak, je hoort van me…..”
Hoe breng ik die grote...? Maar weg is Aad. Ik stap mijn busje in, op weg naar huis! En weer denk ik aan die roze strobalen…. Oké, geen Gay Pride in de polder… maar wel een goede actie van de boeren om zich in te zetten voor Pink Ribbon.

Ik besluit om daadwerkelijk die roze dingen te gaan verkopen. Gelukkig krijg ik de luisteraars op mijn hand, ik heb er inmiddels 8 verkocht! Maar… ik loop tegen een logistieke hobbel aan.
Op een verjaardag kom ik in gesprek met vriend Henk. Henk wordt enthousiast van mijn verhaal en besluit om ook één baal van 25,- euro te kopen.

Maar ….
Henk woont aan de Parklaan in Den Haag…
3 hoog…
zonder lift….
En Henk heeft enkel twee goudvissen….

Toch nog maar even met beheerder Aad overleggen of er misschien “een kleiner alternatiefje” bedacht kan worden...

Misschien… een klein roze schapenoormerkje??

zondag 5 juni 2016

Kleine dingetjes

Het is een gewone dag, een dinsdag, mijn vaste dag bij de kudde. Dit keer geen groep, geen bezoekers, gewoon even lekker alleen met de kudde. We zien wel wat de dag brengt, er gebeurt altijd wel iets...
En ach, als er niets gebeurt, dan is is het ook goed. Ik loop met de kudde en mijn hond, meer heb ik die dag eigenlijk niet nodig. En... je leert ook hier in de natuur te genieten van de kleine gewone dingen.

Ik loop over de Woudweg richting de A4. Ter hoogte van boer Rodenburg wil ik linksaf slaan het wandelpad op. Ik leg mijn hond via een fluitsignaal voor de kudde op de Woudweg. Ik zie haar niet, ik loop namelijk achter de kudde om te kijken of alle lammetjes wel mee komen. De kleine donders hebben wel eens de neiging om in het water te vallen als ze van die gekke sprongetjes maken.

Aan de lichaamstaal van de schapen zie ik dat de hond inderdaad ergens voor de kudde op de weg ligt. De schapen stoppen, want ze willen niet naar de hond (wolf). Maar de druk van de kudde van achteren op de voorste schapen is groot. De voorste schapen worden min of meer gedwongen om verder te lopen... Naar voren gaat niet... Dan maar naar links denken de schapen, want daar is geen hond/wolf/blokkade...

Ik zie de 300 schapen, elkaar volgend, naar links gaan, het wandelpad op. Precies wat ik wilde. Als laatste verlaat ik de Woudweg en ik sla ook naar links en ik zie de hele kudde voor mij en dan? Het zijn de kleine gewone dingetjes die een dag mooi kunnen maken, die mij gelukkig maken.

Gewoon... Ik zie een jonge moeder met kinderwagen op het wandelpad.
Ze is overvallen door de kudde en is omringd door schapen. Ze staat stil, logisch want ze kan geen kant op. Ik zie dat ze foto's of een filmpje maakt van de wandelwagen en de schapen. Ik pak op mijn beurt ook mijn telefoon en maakt een foto van de jonge moeder met wandelwagen.
Daarna maak ik een kort filmpje, het enige geluid wat ik hoor is het mekkeren van de schapen. Ik volg langzaam de kudde en komt bij de jonge lachende moeder, ik groet haar en kijk even in de wandelwagen een babytje van 3 maanden, en ik zie een glimlach op zijn of haar snuitje... De schapengeluiden zorgen voor een rustgevend tafereel. Moeder glimlacht... babytje glimlacht en de herder... glimlacht....

Het zijn de kleine gewone dingetjes in het dagelijkse leven die een dag toch bijzonder kunnen maken.
Ik vervolg mijn weg en na verloop van tijd nemen we een pauze op een rustige verlaten plek. Ik klap mijn rugtas uit (is ook een krukje) en neem mijn rust. De schapen nemen de tijd om te herkauwen, de lammetjes doen een tukkie en ik? Ik mijmer... Ik zie de jonge moeder weer voor mij...
De glimlach...
Moeder... mijn gedachten gaan naar mijn Moeder...
Ook altijd een glimlach, onbewust kijk ik naar mijn handen... en ik denk aan het laatste uur dat mijn handen haar handen vasthielden...

Moeder,
Wat hebben jouw handen voor ons betekend?
Jouw handen hebben ons - gedragen
Jouw handen hebben ons - gevoed
Jouw handen hebben ons - gewassen
Jouw handen hebben ons - gekleed
Jouw handen hebben ons - beschermd
Jouw handen hebben ons - getroost
Jouw handen hebben ons - gestuurd
Jouw handen hebben ons …….losgelaten
Jouw handen hebben ook onze kinderen weer gedragen, gevoed, gewassen, gekleed, beschermd, getroost, gestuurd en ……. losgelaten.

Bij jouw laatste adem hielden jouw handen de handen vast van jouw twee jongens, jouw tweeling.
Nu, na zoveel jaar denk ik nog steeds aan haar, hier bij de schapen, ze zou het ook mooi gevonden hebben... mijn nieuw leven bij de schapen.

Gewoon... buiten zijn, de rust, de natuur van Midden-Delfland en... Genieten van de gewone kleine dingetjes die een dag bijzonder maken. Vandaag was ik gewoon buiten, er gebeurde eigenlijk niets...
Maar...
Gewoon-buiten...
Is... Buitengewoon!