zondag 28 februari 2016

Waar is James?

Het is januari. Ik rij vroeg in de ochtend in het donker naar Midden-Delfland. Het belooft een koude en natte dag te worden. Vandaag ontvang ik weer een bedrijf bij de kudde. Deelnemers zijn HBO en/of universitair opgeleid. Het zijn allemaal leidinggevenden en komen uit Noord en Midden Nederland. Vertrekken 's ochtends vroeg van huis of nemen zondagavond een B&B in de buurt. Rond 9.00 uur rijden deze mensen dan een hele andere wereld in dan dat ze gewend zijn.
Om bij onze boerderij te komen is voor hen al een beleving en een uitdaging.

Na een korte introductie, trekken de leidinggevenden hun (vaak nieuwe) laarzen aan en ik neem de groep mee. Ik loop dan naar de verlengde A4, die pal langs onze boerderij gaat. Ik vertel het een en ander over het breedste ecoduct van Europa, die over de verlengde A4 is aangelegd. De vaart de Zweth is opgenomen in het ecoduct en loopt dus zo over de A4 heen. Vlonders, een ondiepe plas, watervogels, een schril begin van diverse planten en boompjes vormen een begin van een groen oase. Een interessant begin, de wandeling gaat verder en na 10 minuten komen we bij het weiland aan, waar de kudde verblijft. De schapen zijn verspreid en grazen over het hele weiland.

De groep deelnemers is langzaam in poldersferen gekomen. De eerste opdracht voor de groep is het ophalen van de kudde en vervolgens moet de kudde over de dam naar een ander weiland gebracht worden. Degene die nu verwacht dat ik een uitgebreide info geef over het hoe of wat, komt van een “koude kermis thuis”.
Nee, dit zijn allen leidinggevenden en deze mensen zijn gewend om problemen op te lossen, te sturen én… goed te communiceren (hoop ik). Het lastige is dat de groep geen énkele kennis heeft over dit onderwerp, alles is nieuw én… de hond is vandaag moe en blijft aan de kant. Deelnemers moeten de taak van de hond overnemen. Dus overleg volgt. Er moet een plan gemaakt worden en men moet dit (als hond) gaan uitvoeren. Communiceren is: praten én... luisteren!

Zet 15 enthousiaste leidinggevenden bij elkaar en er wordt héél veel gepraat. Ja, er wordt ook wel geluisterd, maar… het duurt wel even, voordat er geluisterd wordt!
Elke groep heeft zijn eigen dynamiek, elke groep communiceert weer anders en voert de opdracht anders uit. Ik observeer en analyseer. Soms corrigeer ik, heel soms roep ik de groep terug en confronteer de groep met dingen die fout gaan, bv stress bij de dieren. Als de opdracht voltooid is volgt een korte feedback. Er volgen verschillende opdrachten. Een van de laatste opdrachten is: “Wie is nu de leider van de kudde en… hoe heet de leider?”

Maar vandaag moet ik improviseren, de leider is niet aanwezig!!!

Terug naar vanochtend... Ik parkeer de auto bij de boerderij en wandel naar Holy met hond Kita. Het begint net een beetje licht te worden, als ik bij de kudde aankom. Ik loop het weiland in en ik stuur Kita in een boog om de kudde heen. Het weiland is erg drassig, de schapen lopen voorzichtig. Oppassen! Een schapenpoot kan ook zwikken, zeker met deze bagger, dus geen druk zetten met de hond.
Het duurt langer dan ik gehoopt/verwacht had, maar uiteindelijk zijn we van het zompige weiland af en lopen we over het fietspad richting de boerderij. Als ik “haast” heb, en dat heb ik vanochtend, loop ik voorop, de kudde volgt en Kita zorgt aan de achterkant voor enige druk, zodat de achterblijvers toch aansluiten bij de kudde.
Op alle andere rustige ochtenden zoek ik dan even de leider van de kudde op, geef haar wat biks en dan weet ik “die blijft mij wel volgen”.

Gezien de beperkte tijd deze ochtend heb ik dit liefelijke tafereel achterwege gelaten. De kudde heeft knap de gang er in, dus de noodzaak om echt met de leider voorop te lopen is nu niet aanwezig. Maar na een half uurtje kijk ik toch over mijn schouder naar achter om te kijken waar de leider zich bevindt. Tja, ik zie haar zo snel niet, het zijn toch 150 dieren en... ik ben meer met mijn gedachten bij het bedrijf dat ik deze ochtend ga begeleiden, dan bij 007.

007 is het leiderschaap met oormerk 007. De verplaatsing van Holy naar de boerderij gaat verder voorspoedig en ik ben ruim op tijd bij de boerderij. Ik “parkeer” de kudde op het weiland bij de boerderij en heb nog even de tijd om de kudde te controleren. “Hé, waar is nou toch 007, de leider? 007 is spierwit en net wat groter dan alle andere schapen, dus ik herken haar vrij snel als ik aandachtig de kudde bekijk.

Ik loop 2 keer door de kudde, maar niets hoor, geen 007 te zien! Mijn leider! De opvolger van 39. Nummer 007 noem ik liefkozend James (ligt toch voor de hand, James Bond, ja toch?) Verdorie, holy schapenkeutels! Dit kan toch niet! Zou ik dan James achtergelaten hebben bij Holy, zou ze in een sloot liggen? Ik controleer altijd de sloten voordat ik ga lopen, maar nu, tja, druk, druk, druk, beetje donker...
Ik sprint het weiland af, mijn hond verbouwereerd achterlatend. Spring in mijn auto en sjees naar Holy, controleer snel alle sloten, maar geen schaap te zien, snel terug naar de boerderij. Deelnemers zijn reeds gearriveerd en drinken koffie in het voorhuis van de boerderij. Vrijwilliger Arie is al aan het werk op de boerderij, gehaast groet ik hem.

“Tis er?” vraagt hij bedenkelijk, want hij had al gezien, dat ik niet lekker in mijn vel zit.
“Ben, denk ik, een schaap kwijt, hij moet er zijn, maar kan hem nergens vinden, ben ook teruggereden naar Holy, maar niets te zien, misschien onderweg van een brug gedonderd, Arie, ik weet het niet, ik weet het niet!”
Arie, de rust zelve: “Lex, ga jij maar naar je groeppie toe, ik pak de quad (motor met vier wielen) wel en ga wel effe kijken in het gebied.”

De ochtend is bijna ten einde en ik ben bijna door mijn opdrachten heen. Ik zie Arie op zijn quad aankomen…maar zonder schaap, zonder 007… zonder James.
Arie stopt bij de groep en kijkt mij bezorgd aan: “Niks gevonden, Lex… alle sloten en bruggen nagelopen, snap er niets van!”
Overmand door emoties, knipper ik met mijn ogen en antwoord hem: “Oké, dank je wel, dan kijk ik vanmiddag nog wel.”

Ik vermaan mij, want ik heb nog steeds de groep leidinggevenden naast mij. Ik zet de deelnemers nog één keer aan het werk met een specifieke opdracht, daarna de afsluiting, een korte terugblik op de ochtend en ik spreek de hoop uit dat het “geleerde” van deze ochtend een spiegeling kan zijn met de werkvloer. “Wat gaat goed, wat gaat fout, hoe wordt er gecommuniceerd?”
Ik begeleid de groep naar de boerderij, de lunch wacht.

De soep is warm… maar ik heb geen trek…

Ik ga op zoek naar 007, naar James, mijn James.

Het is zoeken naar een “speld in een hooiberg”.

Naar een ”schaap in een polder”.

Een polder van meer dan 300 ha groot…….

Waar is James???

Toen James er nog bij was...

P.S. Tweede Paasdag is het Lammetjesdag op onze boerderij! Klik hier voor mer info.




zondag 21 februari 2016

Een herder met eelt

Vorige zomer zomaar een boek gelezen: “De man en het hout” van de Noor Lars Mytting. Later is dit boek besproken in De wereld draait door, waarin bekende Nederlanders hun enthousiasme voor hout hakken/zagen/klieven/stappelen/drogen deelden met televisiekijkend Nederland.
Naast de aangename warmte van de houtkachel biedt het bezig zijn met deze activiteiten ook veel voldoening:
Allereerst de zoektocht naar gratis hout, afspraken maken met de eigenaren, dan het hout ophalen met busje en hanger, dan het zagen, het klieven, het opstapelen, twee jaar laten drogen in drooghokken (per jaar geschikt), dan in kleine hoeveelheden de huiskamer in dragen, de kachel op een speciale manier aanmaken en tot slot de dag erna de asla legen.
De thermostaat een graad hoger zetten is vele malen gemakkelijker, maar tja, omschreven werkzaamheden brengen de houtliefhebber nieuwe sociale contacten, hij is veel buiten in de natuur, het lichaam wordt getraind, zijn zelfbeeld wordt groter (oerdrift van de man, zorg voor eten en warmte) en als hij, zoals ik, in een buitengebied woont zijn er eventuele klachten van buren niet van toepassing.

Maar wat heeft dit te maken mijn nieuwe sportproject bij de schaapskudde?

Vorige week al vermeldde ik dat ik een prachtige plek in de polder gevonden: een geriefbosje.
Het heeft de vorm van een cirkel met een diameter van circa 15 meter. In de zomer is het een dichte begroeiing, nauwelijks toegankelijk. De bomen staan aan de buitenkant dicht op elkaar en vormen een groene buffer.
Na inspectie blijkt dat het binnen in een grote rommelplek is met omgevallen bomen en takken. De schapen grazen rustig rondom het geriefbosje. Ze lopen niet weg, want de hond ligt voor de toegang naar het fietspad, dus zullen de schapen daar niet naar toe willen.

Ik sta in het bosje en kijk om mij heen. Stel je nu eens voor dat al dat rotte hout, al die takken en omgewaaide bomen er niet zouden zijn, dan ontstaat er een prachtige, spannende plek, die van buiten niet te zien is. Ik zie het zo voor mij: alle grote stammen worden tegen de buitenkant in een cirkel gelegd, alle takken worden versnipperd en vormen een natuurlijke bodem. Er ontstaat een natuurhuis. Ik maak een kleine opening in de buitenkant, zodat de schapen naar binnen kunnen. Op de boomstammen zit een klas kinderen en aandachtig luisteren zij naar een spannend verhaal van de herder. Ze aaien de schapen en genieten van de geheime plek in de polder, want niemand kan ze zien.

Zo zie ik het voor mij, tja… je moet toch wat met je vrije tijd.

Nu aan het werk.
Overleg met de beheerder/coördinator Aad van de kudde.
Ik: “Mag ik dat oude verrotte hout in het geriefbosje opruimen?”
Aad: “Waar is dat goed voor? Wat hebben de schapen daaraan?”
Ik: “Educatielessen, brengt het stadskind in de polder, mooie pr voor onze kudde!”
Aad: “Je doet maar, als je de schapen maar in de gaten houdt.”
Ik: “Tuurlijk, dat is het belangrijkste en tussendoor als ik wat tijd heb, ruim ik de rotzooi in het natuurhuis op.”
Aad: “Succes!”

Ik: “Ehh, Aad, heb jij een kettingzaag? Er liggen een paar stammen op de grond van 50 cm dik en zijn 8 m lang, die zijn niet te verplaatsen.”
Aad: “Ja, maar dat gaat zomaar niet, het is openbaar gebied, GZH is de beheerder van dat gebied, dan moet er een vergunning aangevraagd worden om te zagen en… dan moet je ook een certificaat hebben om te mogen werken met een kettingzaag en beschermkleding, kettingzaagbroek, oorbescherming, veiligheidsbril, handschoenen etc. etc.”
Ik: “O, nou, laat dan maar, ik heb geen certificaat voor een kettingzaag en dat is veel te veel poespas...”

De week daarop.
In alle vroegte loop (sluip) ik met de kudde weer op mijn vaste dag de polder in. Schichtig kijk ik om mij heen. Onder mijn lange jas heb ik mijn houtgereedschap verborgen.

Aangekomen bij het geriefbosje laat ik de kudde grazen, de hond ligt op de uitkijk en ik? Ik sluip het bosje in, pak het gereedschap, een lange hakbijl, onder mijn jas vandaan, hang mijn jas aan een tak en ik begin. Ik begin met sjouwen, trekken, plaats takken aan de zijkant en eindelijk is er ruimte om te hakken en ik denk aan de schrijver Noor Lars Mytting, “De man en het hout”, ik denk aan zijn beschrijving van de noeste gespierde mannen in de Noorse wouden.
Ik hak, ik hak en ik hak.
Het zweet staat op mijn rug, af en toe kijkend naar de schapen of alles goed gaat en mijn hond stimulerend, dat hij vooral daar moet blijven liggen, want dan is hij héél erg braaf!

“Arm beestje”, denk ik, die snapt er niets van wat baassie allemaal aan het doen is. Ik hak, kreun en steun… een toevallige passant met hond kijkt beschaamd de andere kant op en denkt waarschijnlijk: “Nou, nou, dat is wel een héle zware grote boodschap...”

Aan het einde van de middag heb ik een kneiter van een boom in verschillende hompen gehakt, ik trek en duw en rol, totdat er één zo’n homp aan de zijkant ligt. Ik denk: “Zo, dat is het eerste bankje, waar kinderen op kunnen zitten, nog 15 te gaan!”. Het is mooi geweest voor vandaag, ik verstop de hakbijl onder een stel dooie takken en besluit om de volgende weken weer terug te gaan met de kudde en het zware, maar uitdagende werk weer op te maken.
Wanneer het klaar is? Geen idee, ik doe het in het geheim, want ik denk niet dat er ook maar één vrijwilliger is, die dit met mij op gaat pakken. Ach, misschien doe ik er wel twee jaar over, dat maakt niet uit, ik ben lekker bezig, ik train mijn lichaam en ik blijf lekker fit (zie foto hieronder).

Alleen... op een verjaardag is het soms wel eens lastig:
Kennis van de jarige zit naast mij, kijkt naar mijn handen en vraagt: “Jij ben toch herder?”
“Ja, nog steeds!” vertel ik trots.
Kennis: “Maar...? Dan loop je toch alleen maar met je hond en de schapen?
Ik: “Ja, dat klopt.”
Kennis: “Maar.... hoe kom je dan aan al dat eelt en blaren op je handen?
Ik: “Ik heb geen kettingzaagcertificaat, dat is een lang verhaal en het is eigenlijk geheim.”
Kennis schudt meewarig zijn hoofd en begint spontaan een gesprek met de buurman, die aan de andere kant naast hem zit.

En ik?
Ik kijk naar mijn handen,
Mijn handen met eelt…
Nog twee jaar….



zondag 14 februari 2016

Een afwerkplek in de polder?

Bij mijn laatste blogverhaal was een foto van een vogelhuisje te zien, waarbij de toegang voor het vogeltje dicht was. Een vogelhuisje zonder opening... heel vreemd. Ik heb toen de vraag gesteld “Waarom is het vogelhuisje dicht?”  Onder de goede oplossingen wordt een leuke prijs verloot: een dagje mee op stap met de herder en zijn kudde!

De oplossing is: dit vogelhuisje is niet bedoeld om vogels in te laten nestelen, maar in dit vogelhuisje is een “schat” verstopt. Aan de zijkant zit een klein deurtje, ik heb dit open gemaakt en in het vogelhuisje zijn wat spulletjes geplaatst met een papierenlijst waarop de vinder de datum en zijn naam kan opschrijven.
Dit heeft te maken met de sterk groeiende sport “geocaching”. Thuis op internet zoekt de deelnemer de coördinaten van een schat (enkel in Nederland zijn er duizenden schatten verstopt, maar het wordt in de hele wereld toegepast) met behulp van een GPS gaat men op zoek naar de schat. De globale vindplek is vaak makkelijk met een GPS te vinden, maar de sport is om daar dan op die betreffende plek de schat te gaan zoeken. Deelnemers zijn soms uren aan het zoeken naar de verstopte schat. Zo ook bij het vogelhuisje, velen lopen er voorbij.

Wilt u meer informatie over deze sport? Kijk dan eens op: www.geocaching.nl De schat was verstopt in een geriefbosje. Ik vermeldde dit in mijn vorige blogverhaal. Daar heb ik enkele reacties op gekregen! Nee, beste lezers, het is geen “afwerkplek” waar de schapen aan hun “gerief” komen. Het is ook geen plek dat door gemeentes aangewezen wordt om enig persoon tot zijn of haar gerief te laten komen. Nee…….

Met geriefbos wordt een klein bos aangeduid waar in vroeger tijden het hakhout vandaan werd gehaald dat in en rond het huis/boerderij werd gebruikt. Gerief betekent hier te gebruiken. Geriefbosjes waren vaak in gebruik bij boeren. Het hout dat ervandaan kwam werd wel boerengeriefhout genoemd. Hout van matige kwaliteit wordt in het algemeen nog wel zo aangeduid. Een geriefbos wordt vaak ten onrechte voor een pestbosje aangezien.

Een pestbosje (of krengenbosje, rustbosje, veepestbosje of koebosje genoemd) is een historisch landschapselement dat in grote delen van Nederland aangetroffen wordt. Het is een klein met bomen begroeid en vaak met een ringsloot omzoomd stuk land, meestal gelegen aan de rand van een weide. Ver voor de tijd van hygiëne en regels moesten boeren ook van hun zieke en dode vee af. Deze dieren werden meestal begraven in de hoek van het weiland, zover mogelijk bij de boerderij vandaan. Vaak betrof het vee dat was bezweken aan veepest maar ook benamingen als miltvuurbosje komen voor. Dit plekje werd vervolgens overgeslagen met maaien en andere bewerkingen. Hierdoor konden er bomen en struiken groeien. Op de oudere landgoederen en op plekken waar het boerenlandschap niet door grote ruilverkavelingen is veranderd komt men nog wel eens een pestbosje tegen. De kenmerkende ringsloot heeft dan de functie het hout tegen het vee te beschermen.

De onderstaande foto laat het geriefbosje zien waar ik regelmatig met de schapen verblijf. Het is een prachtige plek in Midden-Delfland. De schapen kunnen daar heerlijk ongestoord grazen en ik heb daar dan de tijd om te werken aan mijn nieuwe “sportproject.” Ik vertel er volgende week graag meer over.



zondag 7 februari 2016

Wegens omstandigheden gesloten

De schapen zijn naar de boerderij gebracht. Ze staan nu “op stal”. Ze worden bijgevoerd zodat ze goed aan kunnen sterken. Over een week komen de eerste lammetjes.

Voor mij als herder is het nu komkommertijd. Er wordt nu niet meer gelopen met de kudde, dus maak ik ook niet zo veel meer mee als herder. Ik heb enkele lezingen gehouden voor geïnteresseerde groepen. Maar om daar nu een heel blogverhaal aan te wijden is niet zo interessant. Ik heb deze week even in mijn fotoarchief gekeken. Behalve 1000 foto’s over schapen en mijn honden kom ik ook enkele interessante foto’s tegen die ik met een gewone smarttelefoon gemaakt heb.

Hieronder is een foto van een zwam te zien, die ik tijdens een van mijn wekelijkse wandelingen heb gemaakt. Hoogstwaarschijnlijk is het een trametes versicolor versi – color betekent: “verschillende kleuren” (geel, oranje, bruin donkerrood) deze eenjarige schimmel groeit op stronken en takken. Het is een schimmel, met een geneeskrachtige werking, en wordt veel toegepast in de Chinese geneeskunst. In de volksmond wordt deze paddenstoel ook wel “Elfenbankje” genoemd. Zoals u ziet bestaat de schimmel uit meerdere plateaus, ca 5 tot 8 cm breed en vaak niet dikker dan 2 tot 3 mm. Op deze “bankjes” kunnen geen zware jongens gaan zitten. Trollen en zeker reuzen gaan hier niet op zitten, want dat houden de bankjes niet. Elfjes, daarentegen, zijn lichte mythische wezen, die kunnen er wel op gaan zitten, dat houdt het bankje wel, vandaar de naam: “Elfenbankjes”. Er zijn wel 7 soorten Elfenbankjes.


Als de kudde rustig aan het grazen is heb ik alle tijd om de natuur te ontdekken en om me er in te verdiepen. En zeker rond het middaguur. De kudde neemt dan een lange pauze om te herkauwen, dat gebeurt liggend als het mooi weer is, maar bij minder weer blijven de schapen gewoon staan. Schapen herkauwen verschillende keren per dag.

Herkauwen: het in de ochtend opgegeten gras wordt opgeboerd en het schaap gaat dit 17 tot 20 keer “herkauwen” en slikt het dan weer door . Een schaap herkauwt 4 tot 6 maal per dag. Dit kan zo’n 10 tot 50 minuten duren. Een schaap herkauwt alleen als hij zich goed en veilig voelt in zijn omgeving. Een schaap heeft vier magen. De pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. De eerste drie zijn voormagen, de lebmaag is de echte maag. De herkauwer eet het voedsel eerst oppervlakkig, waarna het in de netmaag en de pens terechtkomt. In de netmaag en de pens zitten bacteriën die de cellulose in de celwanden van planten afbreken tot glucose. Door het afbreken van deze celwanden ontstaat er een belangrijke hoeveelheid chemische energie in het voedsel die anders niet zou kunnen worden opgenomen. De bacteriën gebruiken de glucose zelf ook voor de aanmaak van vetzuren en eiwitten die de herkauwer opneemt en gebruikt.

Na 20 tot 45 minuten gaan de delen die nog niet genoeg zijn verteerd terug naar de mond waar ze worden fijngemalen en vermengd met speeksel. De verfijnde delen gaan na terugkeer in de pens via de netmaag naar de boekmaag. De boekmaag heeft aan de binnenzijde bladen zoals bij een boek. Tussen de bladen van de boekmaag worden de spijsbrokken uitgeperst. Hierbij komt vloeistof vrij en gaat als eerste naar de lebmaag waarna langzaam de spijsbrok volgt. Hier zorgen de maagsappen voor de verdere vertering van de spijsbrok.

Vogelhuisje

De foto hieronder heb ik in het voorjaar gemaakt. Het is wel een bijzondere foto. Terwijl de schapen aan het herkauwen zijn kijk ik geduldig naar de natuur. Zo is mijn oog gevallen op een “geriefbosje” In dit bosje hangt op ongeveer 2 meter hoogte een vogelhuisje. Tot 3 keer toe zie ik een koolmeesje aan komen vliegen. “Die gaat een nestje maken,” denk ik… maar ik zie dat het vogeltje niet in het huisje landt, maar… heel vreemd… hij vliegt tegen het huisje aan en dondert naar beneden. Niet één keer, niet twee keer, maar echt… drie keer zie dat vogeltje ter aarde storten. Na de derde keer ben ik op zoektocht gegaan. Ik heb het vogelhuisje uitvoerig bekeken en ik zie tot mijn verbazing dat het vogelhuisje gesloten is. Geen wonder dat het koolmeesje zijn kop stootte, arm dier.


Inmiddels ken ik de reden waarom het vogelhuisje gesloten is. Heeft u een idee? Geef dan via dit blog of via info@lexthoen.nl of via Facebook de reden aan. Onder de goede inzendingen wordt “Een dag op stap met de herder” verloot.

dinsdag 2 februari 2016

Een bijzonder afscheid

Het is februari 2012.
Ik loop langs een waterpartij, in de buurt van Holy/Vlaardingen. Deze waterpartij wordt volgens Google maps De Zouteveense Plas genoemd, maar in de volksmond wordt deze plas ook wel de Olsthoorn Plas genoemd. Tja… wat is het nu?

Maar na wat gesnuffel op internet (ja, deze herder probeert mee te gaan met zijn tijd, maar het gaat hem soms wel eens te hard…) weet ik het volgende: op 29 mei 2001 is er bij de plas een bord onthuld met de naam Olsthoorn erop, dit als hommage aan dhr. Aad Olsthoorn, die jarenlang op deze plek een stal met vee heeft gehad. Dit was voor mijn tijd, ik loop pas vijf jaar in het gebied. De borden “Zouteveense Plas ”of “Olsthoorn Plas” ben ik helaas tot nu toe nog niet tegengekomen in de polder. Zijn de borden weggehaald? Is er protest geweest? Zijn er actiegroepen geweest? Ik weet het niet. Ik hoop niet dat ik met dit schrijven nu oude wonden openrijt.

Ik loop in ieder geval in de Holierhoekse polder, begrenst door de Vlaardingse Vaart, de Zweth en de Breeweg. De naam Holierhoek bestaat al langer. Op de kaart van Delfland van 1712 is deze naam al te zien.
Het vriest, de plas is bevroren, er zijn enkele banen geveegd, want het heeft behoorlijk gesneeuwd en er wordt geschaatst. Ik loop met de kudde langs de plas en geniet van het prachtige schouwspel, de besneeuwde grasvelden, golvende rietkragen, bevroren wateren met schaatsende kinderen, een echt oud Hollands tafereel.

Ik ben niet alleen, ik loop met drie jonge mensen, nog geen twintigers, schat ik en een man van begin vijftig. Het wordt een bijzondere middag waar ik nu 4 jaar later nog steeds regelmatig aan terugdenk.

Wat vooraf ging:
Begin januari 2012 word ik benaderd door Ludo, HBO-student en enthousiaste fanatieke sporter, ik ken hem vanuit de sportwereld, en hij stelt mij de volgende vraag: “Lex, kan ik een keer meelopen met de kudde, samen met mijn kameraad en zijn vader?”

De vraag overvalt mij, want wat moet een jongen van 19 jaar met zijn vriend nu bij een schaapskudde? Jongens van die leeftijd willen sporten, survivallen, stappen, biertjes drinken, festivals bezoeken, reizen naar andere continenten, achter de meiden aan… maar een middag achter schapen aanlopen????

Ik antwoord: “Ehhh, tja.. Ludo, dat is goed…. Dan doen we dat na de lammertijd… in de zomer”
Ludo: “Ja, ehh, Lex, dat wordt misschien een beetje moeilijk... kan het niet eerder?”
Ik kijk hem aan en vraag hem: “Wel?”
Ludo: “Ja, ehhh, de vader van mijn vriend, is een natuurliefhebber, maar ik weet niet of hij er dan nog is in de zomer… hij is ernstig ziek…”
Ik: “Tjee… ja dat is ook wat… dan moeten we maar snel voor de lammertijd een afspraak gaan maken.”

En zo komt het dat ik midden in de winter op stap ben met Ludo, zijn kameraad met zijn vader, laat ik hem de “Natuurman” noemen. Ik heb respect voor deze jonge gasten, toch mooi dat ze zoiets willen organiseren.
Ik heb mij niet voorbereid op een gesprek, ik laat het komen zoals het komt.
Het kan een diepgaand, misschien wel moeilijk gesprek worden, ik weet het niet… Ik ken de man niet… Wil hij praten? Is hij boos? Is hij berustend? Wil hij rust? Wil hij terugkijken? Heeft hij vragen?

Rond de middag zie ik ze aankomen, we hebben afgesproken bij de Olsthoorn Plas of …Zouteveense Plas (ach… what’s in a name..? in deze situatie)
We begroeten elkaar. We beginnen met koffie en pa heeft gevulde koeken meegenomen en ook nog zijn jongere dochter.
We zijn dus met z’n vijven. Geen diepgaande gesprekken, gewoon over koetjes en kalfjes, over het schaatsen, de zwanen, de ganzen en natuurlijk laat ik het een en ander zien wat de hond allemaal kan…

Na verloop van tijd staan de jongelui bij elkaar wat te kletsen over van alles en nog wat, kijkend naar de schaatsjeugd. Ik moet nog wat bij de schapen doen en ik zie dat pa, de Natuurman, wat afstand heeft genomen van de jeugd en hij kijkt rustig de andere kant op, zijn zicht op het weidse polderlandschap, dat er vredig, rustig en besneeuwd bij ligt. Even overweeg ik om naar hem toe te lopen, maar iets in mij zegt: “Laat maar even.”

Natuurman straalt rust uit, geen heen en weer geloop, hij staat daar… de vrieskou als vanzelfsprekend, accepterend, de ijzige wind schiet door zijn haren, zijn armen zijn gesloten voor zijn borst.

“Wat zal er door hem heen gaan?” denk ik… Na misschien wel 10 minuten loop ik in zijn richting, op enige afstand kijkt hij mij aan... met een glimlach op zijn gezicht... of hij wil zeggen: “Het is goed zo… laat mij maar even…” En met dezelfde rust als zo even gaat zijn blik weer over het besneeuwde landschap.

Na enige tijd is het tijd om afscheid te nemen. De jongelui komen joviaal gedag zeggen: “Herder, bedankt en succes met je hondje en je schapies...”

Als laatste komt pa, de Natuurman, naar mij toe, de jongelui lopen al verder richting het wandelpad.
“Wat zal ik zeggen, flitst het door mijn hoofd.” De situatie was er niet naar om een “dieper” gesprek met elkaar te hebben. “Wat zeg ik bij een afscheid tegen een vreemde, die ernstig ziek is en die ik eigenlijk niet of niet goed gesproken heb…?”

“Vond u het leuk?”
“Succes, hè?”
“Nou, het beste dan maar.”
Nee, nee natuurlijk niet, allemaal fout! Helemaal fout, denk ik…
Ehhh… “Ik wens hem gewoon sterkte!”…….. ja dat doe ik, denk ik…

Maar voordat ik iets kan zeggen zegt Natuurman het volgende al tegen mij:
“Herder, bedankt voor deze prachtige middag, dit geeft mij zoveel energie, vanaf nu ga ik niet meer kijken wat ik NIET meer kan doen, maar ik ga kijken naar wat ik nog WEL kan doen!”

“Mooie woorden” zeg ik zachtjes tegen hem… en ik wens hem sterkte de komende tijd…

Ik kijk hem na, ik zie hem, lopend door de sneeuw, geen handschoenen aan, een echt natuurmens, denk ik… met rugtas en lege thermoskan op zijn rug, zijn zoon en dochter volgend, die 50 meter voor hem uit lopen.
Ik vind het een bijzonder afscheid, …een mooi afscheid... misschien wel het mooiste afscheid wat ik heb meegemaakt bij de kudde…

De Natuurman… een vreemde voor mij, maar ook weer zo dichtbij...
Natuurman…. Dank u wel voor deze mooie woorden, dank u wel, voor dit mooie afscheid.

In maart 2013 nam Natuurman afscheid van het leven.